Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
(1991)–Louis Peter Grijp– Auteursrechtelijk beschermdKale wijsaanduidingenHoe karakteristiek ook, de aanwezigheid van wijsnoemertermen als ‘wijs’ en ‘stem’ is geen conditio sine qua non voor wijsnoemers. Soms bestaat de wijsnoemer alleen uit ‘op’:
We zien dit onder meer in oudere liedboeken, zoals dat van Lijsbeth Ghoeyvaers (ca. 1470-1510), waaraan het eerste voorbeeld is ontleend, maar ook later bij bijvoorbeeld Revius, die | ||||
[pagina 175]
| ||||
het contrafact op ‘Tant que vivrai’ schreef. Men hoede zich voor verwarring met ‘op’ in de betekenis van ‘over’ waarmee in titels een gelegenheid of onderwerp wordt ingeleid (‘Op de kusjes van Juffrouw Carinella’, ‘Op de wijn’). Soms ontbreekt de wijsnoemer geheel en heeft men te maken met wat ik een kale wijsaanduiding zou willen noemen: Ick weet een suyvere Maget fris Dit is alles wat er staat boven een lied in Apollo (1615), ‘Komt helpt my klaghen Goden al’. Uit de context blijkt dat het een wijsaanduiding betreft. Zo zijn er nog enkele andere kale wijsaanduidingen in Apollo, hoewel veruit de meerderheid van de liederen met de gebruikelijke wijsnoemers begint. Boven het lied dat aan het zojuist aangehaalde voorafgaat, staat bijvoorbeeld D'Enghelse Courant Ook hier lijkt het om een wijsaanduiding te gaan: Engelse gaillardes, maskerades en courantes worden wel vaker met zoveel woorden als wijsaanduiding aangehaald. Deze veronderstelling wordt ondersteund door de wijsaanduiding van het voorafgaande lied: Stem. Laboré de FranceGa naar eind247 waarbij men voor ‘Laboré’ moet lezen ‘La bourrée’, een dans. Soms echter schept de kale wijsaanduiding verwarring ten aanzien van de status van de wijsnaam. Wanneer we boven een lied in de Bloemhof zien staan: Courante. is ‘courante’ dan de titel of behoort het tot de wijsaanduiding? Zouden we naar analogie met de voorafgaande voorbeelden voor het laatste kiezen, enkele opschriften in het Aemstelredams amoreus lietboeck van 1589 geven voedsel aan de eerste veronderstelling:
In het eerste geval doet ‘nieuw’ vermoeden dat ‘gaillarde’ op de soort van de liedtekst betrekking heeft, naar analogie van bijvoorbeeld ‘een nieuw tafellied’ en wegens de erop volgende wijsnoemer ‘op’. ‘Een nieu Galliaerde’ zal dus de titel zijn (in de verruimde betekenis die ik er op p. 156 aan heb gegeven). Het zegt echter ook iets over de melodie, want ‘La caracossa’ is inderdaad een gaillarde. In het tweede geval wordt vermeld dat een meisje de gaillarde heeft ‘gemaakt’. Aangezien haar produktiviteit tot de tekst beperkt zal zijn gebleven, is het hier nog aannemelijker dan in het eerste geval dat ‘gaillarde’ (ook) op de tekst van het lied betrekking heeft. We trekken de algemene conclusie dat vermeldingen van | ||||
[pagina 176]
| ||||
dansvormen boven liederen zowel een aspect van de titel als van de wijsaanduiding in zich dragen. Ze geven de soort aan van het lied als literair-muzikale eenheid.
Voorbeeld 26: De ‘kale’ wijsaanduiding van het lied ‘In liden ende in striden’, geschreven in rode inkt: ‘Alide moy. Het gheviel in enen tide. wel xviii weken lanc. dat wi te scepe ghinge’. MS Berlijn 190, fol. 124
We keren terug naar het uitgangspunt van deze uitweiding over de opschriften van dansliederen, de kale wijsaanduiding. Ging het in de aangehaalde voorbeelden om losstaande gevallen, een stelselmatig gebruik van de kale wijsaanduiding treffen we aan in het MS Berlijn 190. De wijzen zijn er geschreven door een rubricator, een specialist die opschriften en dergelijke aanbracht. Deze opschriften heten ‘rubrieken’ naar de kleur waarin zij traditioneel werden geschreven, rood (ruber). De rubrieken werden aangebracht nadat de hoofdteksten waren genoteerd. In het Berlijnse handschrift kan men aan de schriftverdeling zien dat de wijsaanduidingen inderdaad na de liedteksten zijn geschreven: soms had de rubricator niet voldoende aan de witregel die steeds tussen twee liederen was opengelaten en moest hij in | ||||
[pagina 177]
| ||||
de marge verder schrijven (vb. 26). De wijsaanduidingen zijn in rode inkt geschrevenGa naar eind250. Deze notatie illustreert dat de wijsaanduiding deel uitmaakt van het opschrift van een lied. |
|