Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
(1991)–Louis Peter Grijp– Auteursrechtelijk beschermdDe receptie van ‘Ach Amaryllis!’Aan de behandelde vier ‘reguliere’ navolgingen van ‘Ach Amaryllis!’ zijn nog twee bijzondere toe te voegen. Ten eerste een onzuivere dialoog, dat wil zeggen met vertellende gedeelten, met de wijsaanduiding ‘Boerin als gy gaet water’ uit A. Bons Delfs Cupidoos schighje (1656)Ga naar eind164. Het oorspronkelijke thema van ‘Ach Amaryllis!’ is hier aan de eisen van de tijd aangepast: de minnedialoog van Tirsis en Dorinda loopt uit op de geslachtsdaad. De andere navolging is van Krul. Het betreft weliswaar een zuivere dialoog, maar deze heeft een andere strofevorm en een nieuwe melodie, wellicht door Krul zelf gecomponeerd. De optredende personen en de aanhef maken duidelijk dat Hooft ook hier de inspirator is geweest: Coridon en Amaryllis,
t'Samen-sangh. C:
Amaryllis, ach! waer heen,
Mijn waerde Nymph, vlucht niet ey! blijft een weynich staen,
Soo 't u wil is, spoeydt u treen
Schoon Herderin, na 't koelste van de Lomm're-blaen,
....Ga naar eind165
Wat leert de wetenschap dat ‘Ach Amaryllis!’ zes maal is nagevolgd ons nu over de receptie van het lied? Wijst dit aantal op een grote populariteit? Strikt genomen kunnen we daar weinig van zeggen, zolang we geen vergelijkingsmateriaal hebben: we zouden eerst van meer liederen uit het betreffende tijdvak alle imitaties moeten hebben geïnventariseerd. ‘Ach Amaryllis!’ scoort echter niet slecht naast de keten met zeven navolgingen van ‘Vluchtige nimph’ (waarvan twee indirecte, zie p. 72), al is deze keten niet volledig. Bij het bepalen van de populariteit van een lied is er een ander, gemakkelijker te bepalen criterium voorhanden: het aantal aanhalingen als wijsaanduiding. In dat opzicht blijft ‘Ach Amaryllis!’ merkwaardigerwijze achter bij andere populaire liederen. Van de hierboven genoemde contrafacten hebben er slechts twee, die van Camphuysen en Pers, als wijsaanduiding ‘Ach Amaryllis!’. De overige hebben, met uitzondering van Krul, ‘Boerinneken’ en dat is de wijsaanduiding die men in de eerste helft van de 17e eeuw voor de betreffende melodie | |
[pagina 120]
| |
Voorbeeld 14: Patronen van dialogen naar ‘Ach Amaryllis!’
| |
[pagina 121]
| |
het meest aantreft. Na 1650 zijn er een zevental contrafacten met de wijsaanduiding ‘Ach Amaryllis!’ bekend, maar die zijn weer voor het grootste deel te herleiden op Camphuysens contrafactGa naar eind166. De imitaties geven dus een veel gunstiger beeld van de receptie van ‘Ach Amaryllis!’ dan de wijsaanduidingen. We hebben al gezien dat een aantal wijsaanduidingen ‘dissimulatief’ is, dat wil zeggen dat ze niet het eigenlijke model noemen maar een algemeen bekend lied op dezelfde melodie.
Figuur 12: Den nieuwen lusthof 1602: illustratie bij ‘Desen Beker die ick houde’ (p. 123)
Foto: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag | |
[pagina 122]
| |
Het is echter de vraag hoe populair ‘Boerinneken’ precies was. Het lijkt een traditioneel liedje te zijn geweest - de stijl van de enige overgeleverde tekstversie suggereert zulks - dat mogelijk tot een repertoire behoorde waarin de overlevering mondeling of via vergankelijke liedblaadjes en -boekjes geschiedde: een volksliedje dus. Het heeft er alles van dat het Hooft is geweest die de melodie weer onder de aandacht van dichtend Nederland bracht. De algemene lering die we uit deze overwegingen kunnen trekken, is dat het criterium van het aantal wijsaanduidingen niet alleenzaligmakend is voor de bepaling van de populariteit van een lied, dat wil zeggen van een liedtekst. Het aantal imitaties is wel zo interessant en evenzeer de aard van die imitatiesGa naar eind167. |
|