Verzen
(1980)–Herman Gorter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
[Ergens moeten toch zijn de lichte watren van haar oogen -]aant.Ergens moeten toch zijn de lichte watren van haar oogen -
Mijn handen zijn zoo heete en drooge -
en het lichte water van haar stem -
mijn keel is in dorre klem.
Het kan toch zoo altijd niet duren
met de brandende uren -
mijn stem is schor,
mijn oogen dor.
|
|