Verzen
(1980)–Herman Gorter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
[Mijn handen zijn zoo heet -]aant.Mijn handen zijn zoo heet -
mijn oogen branden zoo moe
diep in mijn hoofd, ik weet
niets meer, ik ben zoo moe.
Er zijn stemmen op straat,
wind en hemellicht -
om me is droog gepraat,
mijn gehoor zwicht.
En er is niets in mij over
dan het arme hongrig' verlang -
ik heb het zoo lang, zoo lang,
het wil niet meer over.
|
|