Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 476*] [p. 476*] II Stil ligt het water in den effen vliet in zomerlucht vol zonlicht, heet en hel, de waterspinnen spinnen in hun spel hun tooverwaterrimpels om het riet. De rietpluim, die zich in den spiegel ziet, beeft met haar stille beeltnis in den wel, een vogeltje schiet in het riet en hel trilt in de teere keel eentonig lied. 't Vliegt heen, want uit het biesbosch drijft een boot, door fronsend water, dat geen fronsen baat, en kleurend wakker wordt uit klaren dood, Het groene rietblad glijdt om zacht gelaat, en strijkt er ritslend langs een rood gewaad. Een droom, als in gesloten oogen rood. Vorige Volgende