Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 475*] [p. 475*] Sonnetten I De nacht slaapt in met nachtegaalgezangen en klanken klatrend in de klare lucht, nu staakt der wilde zangers wild gerucht die in de takken blijven, luistrend hangen. Een fijne scheem'ring komt het woud omvangen, die trilt om takjes als een vogel vlucht, en van den vleugelslag de ruimte zucht; de nacht slaapt in met nachtegaalgezangen. Mijn liefde ontwaakt van waar hij droomend lag uit klare bladerschaduw, de oogen wijd, naar 't wijkend Westen, waar de kleur nog was. En wakker levend slaat hij weg het gras, dat over zijn gelaat lag wild verspreid en kijkt alsof hij nog zijn droomen zag: Vorige Volgende