Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 402*] [p. 402*] [Een zwaar breed volk staat te wachten] Een zwaar breed volk staat te wachten in 't heldere morgenlicht, zie hoe hun klare gedachten uitschijnen in 't ochtendlicht. Een zonneschijnsel weeft zich van zuiverheid rondom hun hoofd, een schitt'rende goudglans geeft zich uit hun lichamen rondom hun hoofd. In hun schoone heldere oogen spieglen fonteinen van kracht, van hun voetzool op tot het hooge zijn ze fonteinen van kracht. Rond de hoofden van hunne vrouwen weven zich minnelijk de gedachten aan liefde's aanschouwen, zoo zuiver zinnelijk. En de oogen van hunne mannen staren zoo klaar in het verre, de bolten der oogen spannen, zij zien iets zeer schoons in het verre. Zij zien zeer schoone geslachten van mensche' in 't licht van de verte, o zie hoe van klare gedachten de lucht om hen suist tot de verte. Kijk, ze keeren hun armen tot arbeid, ze buigen en keeren tot werk, maar ze weten terwijl dat Gij daar zijt, Toekomst, o Heerlijk Werk! [pagina 403*] [p. 403*] Er weeft om de hoofden van 't volk een schoonste gedachte van licht, boven hen als een wolk hangt deze gedachte van licht. Vorige Volgende