Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 363] [p. 363] III Men zou voor de menschheid gaarne willen sterven, Men zou in 't heelal wel willen vergaan, Zulk eenen blik van liefde willen slaan Op al wat is, dat men daarna moest derven Het licht, het zoete licht. Zoo zijn de erven Der menschen, dat ze uit liefde die ze aan Het leven houdt - uit 't leven willen gaan, Alsof ze daardoor dan nòg meer verwerven. Men voelt het diepste van des levens gloed In liefde voor de menschheid, men is niets En toch alles, wanneer men dat goed doet, Dat beminnen. Men is teg'lijk een iets Tijd'lijk en eeuwig. Men voelt zuivre banden Van zich uitgaan tot in de verste landen. Vorige Volgende