Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 288*] [p. 288*] [De zon is nog niet uit den nacht geboren] De zon is nog niet uit den nacht geboren, en ik ga tastend door de boomen om, een zware en witte nevel hangt daarom, maar door de toppen zie ik gulden kooren. Geen enkel vogeltje doet zich nog hooren, maar al het loover staat rechtop en stom in doodschen hof, waar ik behoedzaam kom, onhoorbaar rijst nader het zonnegloren. Daar in de diepte van het mistig grauw zie 'k bloemen staan, zeer vreemd in het koel licht, en de blaadren en boomen, die zoo nauw rondom mij staan, zijn raadselen van kracht. En de nevel, die, fijn, niet wikt of zwicht, is mij het beeld van 's levens stille macht. Vorige Volgende