Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 287*] [p. 287*] [Vorstin de lente komt, en vóór haar komen] Vorstin de lente komt, en vóór haar komen rollende wolken damp, en daarin geur, en in de open lucht die dan gebeur' daarachter, is van haar schoonheid het schroomen. Telkens een bloem verheft, de slaap benomen, her, der, het hoofd op met een stil gebeur, aan den hemel is eene blauwe scheur, op de aard zijn heldre, maar geen gouden droomen. Vorstin de lente komt, helder en zeker het schoone lichaam, twijfelloos van voet de velden over, die voor haar uit ontbloemen. Ik drink het laatste wrang nog uit den beker van smart, voor ik hem wegwerp, en het zoet geniet van haar, die mij niet meer verdoeme. Vorige Volgende