Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 282*] [p. 282*] [Terwijl ik wandelde in 't stille woud] Terwijl ik wandelde in 't stille woud, geheel met God vervuld, en met zijn vrede in mijn nog zwakke maar gelukk'ge leden, heb ik mijn vroeger leven heel doorschouwd. En ik heb mij zeiven zeer stil toevertrouwd, dat ik nu zag, in 't zachte licht van 't heden, dat al mijne gedachten en mijn zeden slecht waren geweest, schoon dan onberouwd. En in de schemering die toen zich spreidde, had ik 't gevoel, dat mijn lichaam de wijde Natuur, die mij zoo zacht omgaf, niet waardig; maar dat zij zich toch mijner wèl verwaardig'. En ik sloeg naar het hemelhoog mijn oogen, en werd aan mijn diepst zelve, stil onttogen. Vorige Volgende