Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 246*] [p. 246*] [‘Maar God kent niet slechts 't menschelijke lijf] ‘Maar God kent niet slechts 't menschelijke lijf, maar ook zijn geest; immers hij kent alles. Maar Geest en lijf zijn één, dus 't weten des geestes en lijf is één. Daarom ook blijv' de kennis van den geest of van de vijf zinnen des menschen - immers onze les zei dat de geest de zinnen was - in des geestes gebied, die dus zich zelf beklijf'. Dus ook de geest kent zich zelven niet anders dan door de ideeën van de aandoeningen des lichaams, dat hij ook slechts daardoor kende. Zoo zien wij dus, dat wie waarheid ontkende te kunnen vinden over geest en dingen, het werktuig brak, dan welk hij heeft geen ander.’ Vorige Volgende