Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 243*] [p. 243*] [‘Dit is dus de Verbeelding, als een Kind] ‘Dit is dus de Verbeelding, als een Kind van God binnen zich zelf de beeltnis ziet van eenig ding, dat is in het gebied van God. Want, als een beek, die rint, terwijl 'n fontein zijn volte pint bij pint er in doet waaien, zoodat wat zich biedt aan beelden, duizendvoudig wringt en vliet - zoo is 't dat God de menschziel aan zich bindt. En, dat 'k wat dwaling is, hier nu beginne te toonen, wil ik dat gij opmerkt, blief, dat de verbeelding op zich zelf niets heeft van dwaling, maar hij die in verbeelding leeft dat aanwezig zijn dingen aan zijn zinnen, zooals wie droomt van vijand of van lief.’ Vorige Volgende