Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 209*] [p. 209*] [Om nu te slapen met mijn handen over] Om nu te slapen met mijn handen over den grond en achter me door 't lichte haar, over mijn rug, het sterke waaigebaar van den wind te voelen, streelenden roover. Terwijl de zee met woest watergetoover opdringt lachende met zijn breede schaar schuim en sissend gebeuken tot daar waar het lachend is: horizon de zee over. Vergeten zijn is 't eenig alleen licht - 'k weet hoe die enkle schepen ginder zwerven die daar wezen in 't zonverwarmd gezicht, die in het lauw alles dan blank licht derven, en die voor drang des windes nauw gezwicht staan op de stille golven als op werven. Vorige Volgende