Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 205*] [p. 205*] [Nu rieken eerst de dingen scherp en stekend] Nu rieken eerst de dingen scherp en stekend onder de donkre, ver van de afgezweefde wolken, terwijl de boomen dáar opleefden, wier mollige kronen in het geele weeken. Het regent en de dagen van veel weken die hunne blonde oogen als dichtreefden met goud, verslappen nu in het geweefde ruischen en vallen van de regenbeken. En mijn drooge hart schreeuwt, mijn borst wordt vol èn mijn adem valt en ik ben zoo hier verlaten alleen, als beest dat in de vrije lucht schreeuwt ben ik nu hier, de hemel staat, de aarde dalt in hare vochtige welgevalligheen. Vorige Volgende