Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 203*] [p. 203*] [Regelmatig gingen regelen wateren] Regelmatig gingen regelen wateren de kust langs, in 't vloedend oneindige, het water dat zich nooit te reinigen behoeft - allen, de eerste en de lateren. Gezichten zaten als gelateren voor 't bleeke zeeschuime onreinige, hingen stil met het kalme kwijnige praten, het stille hangend prateren. De zee is buiten huis, de eindelooze, eerst diep en dieper tot het matelooze, het flauwe land is langs stoffig van 't poozen. De zee heeft daar de groote strakheden met blikken en geen enkle zwakheden, golven der zee, der zeeën vlakheden. Vorige Volgende