De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Wyse dwaasheid, gekosen voor de dwaase wysheid. DE Gods-geleerdheid op een Philosophse snee En nieuwe snuf geset, mag spitse herssens streelen, Die rede-kunstig sterk op keur van klanken speelen: Maar deelt aan 't sieke hert de kern van troost niet mee De naakte eenvoudigheid, maakt veel gewisser tree Op 't pad der wysheid Gods, (Dat kanmen niet verheelen) Hy wil aan Kindertjes, syn Heyl woord toe doen deelen: Wie hem behaagen wil, kiest dan het laatst van twee. Waar toe hier 't Seyl soo hoog en scherp in top te halen, Daar God genadelijk soo laag tot ons wouw dalen, Op dat ons oordeel buyg voor syn Getuygenis? De Schilder moet op 't best sig sengen, die de Straalen Van 't ongeschapen ligt, vernuftig af wil maalen: Wy moeten niet verstaan 't geen aan te bidden is. Vorige Volgende