De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Hoe en waar toe het Woord Vlees geworden is. Dubbel klink-digt. TE vooren wierd het Woord, dat eeuwig was gevleest; En quam syn Majesteyt met kleed op kleed te decken, Om spreeker tot den mens die Vlees was te verstrecken. 'T welk ter gehoorsaamheid des Vaders is geweest. Maar die volbragt, schoeyt Nu het werk op andren leest; [De] Vader, met den Soon als Woord weer op te wecken [Ko]mt dien, als 't Voorbeeld en den Waren Vorm t'ontdecken, Waar door, waar na, waar in, Hy 't Vlees vergiet tot Geest. [H]et Vlees wort Geest wanneer Gods meening wort gevat, [En d]oor den voorhang des gescheurden Vleeschs gekeken [Dat] God door 't Vlees in 't Vlees syn Soon gevoorbeeld hadt. [pagina 196] [p. 196] Wel zaal'ge dwaas! aan wien dees wysheid is gebleeken: Diens rede stom gemaakt, en eygen werking sat Houd voor sig lid nog tong, maar laat'er God door spreeken, Na dien 't Gods koop-regt is, nu door 't heel al te spreeken, Van synen Soon, dien Hy in eeuwigheid besat. Door syn opwekking eerst, bewesen en gebleeken, De wysheid waar in God volstrekt behaagen hadt. Te vooren glad versaakt, of vleeslijk grof bekeeken, Om dat de wysheid Gods wierd dwaaslijk op-gevat. Maar 's menschen wysheid nu, verdwaast door Christus Geest. Wort wys, en siet dat God sig deckend, komt ontdecken, Wiens doen nu niet en is, als dooden op te wecken, Die hy na 't Beeld syns Soons vormt op den selven leest: Gelijkse in syn besluyt zyn voor-gekent geweest Om hier tot prys van syn genade te verstrecken; Welks Heerlijkheid, Hy eens volkomen zal ontdecken, Als Christus voor elks oog verschynen zal, gevleest. Vorige Volgende