De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] De vrage wat de Kerk is. Beantwoord. WAt is de Kerk? dit wort gevraagt? Ik seg; de menschen die na desen Aan Christus Regte-hand in 't oordeel sullen wesen, Syn 't Volk dat desen naam met regt na waarheid draagt: Zynde onderscheyden van de rest, Der menschen, niet door enk'le daden; Maar door een levendig Geloof van Gods genade, Waar uyt haar liefde vloeyt, waar op haar hoop sig vest. 'T zyn dese die sig voor haar doen In Christus reyn en zaalig agten; Daar d'and're grof of fijn nog tot haar wel-zyn tragten: Nog on-geloovig van haar suyvring, en Gods soen. Kerk is dan die Vegaadering, Die uyt den heelen hoop genomen, Door 't woord der Waarheid Gods is tot Geloof gekomen; Waar van haar Jesus Geest strekt tot verzegeling: Die zyn des Heeren Eygendom, En Schaaps-kooy die hy selfs gesogt heeft; En tot syn onderwys in syne School gebrogt heeft: Die hy herschaapen heeft door 't kragtig roepen; kom! Dit laatste wil het Griekse Woord Van Ecclesia tot ons seggen; In Kahal, in 't Hebreeuws het Leerlinschap uyt-leggen: Daar 't Grieks Kuriake 't gemeenste wort gehoort: [in] 't Duytse naam-woord Kerk: welks sin Naar eys bevat, soo sterk als soet is: Gelyk voorts yeder naam een les voor myn gemoet is: [Da]t ik geen Kerk meer soek, maar vind my self daar in, Vorige Volgende