De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw
(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij
[pagina 97]
| |
Vryen en slaafsen wil kortelijk vertoont.DE Wil beschouwt als Wil; een ingestort vermogen,
Dat God die menschen gaf, is buyten alle dwang;
Maar sulks is vry of slaafs, na datmen wort bewogen
In 't willen tot het werk, uyt liefde of om belang:
Dien Wil is dienstbaar, die vernoegen wil bekomen:
En daarom werkt uyt vrees voor straf of hoop van loon:
Maar vry dien wil die uyt vernoegens overstroomen,
En wel-behagen werkt, op datse 't blykbaar toon.
De mensch dan, is als mensch met slaafsen wil gebooren,
Wyl hy in alles soekt sig selfs, anders niet:
Maar mensch, als Christen, heeft dien eersten Wil verlooren,
Die op syns Naastens Heyl, (niet syns) in 't willen siet.Ga naar voetnoot*
|
|