Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdServatius van Maastrichtwerd in een niet meer bekende plaats in het Oosten voor 345 geboren. Hij was de eerste bisschop van Tongeren (Aduatuca Tungri, de grootste stad in het noorden van Gallië) en daarmee van de Nederlanden, maakte een pelgrimsreis naar Rome en overleed tegen het einde van de 4e eeuw (wellicht in of rond 384) te Maastricht (Mosae Trajectum), zijn nieuwe zetel. Volgens de legende was hij tot deze verplaatsing overgegaan omdat de inwoners van Tongeren zijn regime te streng vonden en zich tegen hem keerden; een waarschijnlijker reden is echter een vorm van verval aldaar en de gunstiger ligging van het opkomende Maastricht. Servatius is wellicht dezelfde als een bisschop Sarbatios, die in de 4e eeuw op verschillende synoden fel de ketterij der arianen (»Athanasius) bestreed en die eenmaal als gezant van de Gallische tegenkeizer Magnentius naar keizer Constantijn 11 gezonden werd. Ook kan hij identiek zijn met bisschop Aravatius, over wie Gregorius van Tours schrijft in zijn Historia Francorum (laatste kwart 6e eeuw). In de 8e en 9e eeuw ontstonden met legenden verrijkte Vitae waaraan alle zin voor historiciteit ontbreekt. Servatius zou de achterkleinzoon van Esmeria, de zuster van de heilige Anna, geweest zijn; een achterneef dus van Jezus van Nazaret en van Johannes de Doper. Van Petrus zelf had hij te Rome zilveren sleutels ontvangen met daaraan vijlsel van diens verbroken boeien uit de gevangenschap te Rome (Hand. 12,6-17). Toen de heidense Attila Servatius gevangen genomen had, zag de koning in een droom hoe een adelaar de heilige tegen de zon beschermde en hem koelte toewuifde, waarop zijn bekering volgde. Servatius overwon een draak (ketterij) en dreef hem het land uit. Hij zou met klompen bekogeld de marteldood gestorven zijn. | |
[pagina 294]
| |
Van Servatius' activiteiten in het Noorden is hoegenaamd niets bekend. Eventuele sporen - als ze er al geweest zijn - werden uitgewist door de invallen van barbaren vanaf het einde van de 4e eeuw. In de schatkamer van de Sint Servaas te Maastricht bewaarde relieken (altaarsteen, beker, sleutel, staf en gewaad) hebben
De Maagschap van de H. Anna, anoniem gepolychromeerd houten paneel, ca. 1500, in de Sint Salvator te Brugge.
Geheel links, op kindergrootte, echter wel in bisschopsgewaad, Servatius als nazaat van zijn achter hem afgebeelde voorouders. geen historische waarde. Resten van zijn gebeente zouden rusten in de ‘noodkist’ (ca. 1165), die vanaf ca. 1300 om de zeven jaar en voorts bij calamiteiten, in een ‘heiligdomsvaart’ door de stad wordt gedragen. Vanaf de 6e eeuw werd Servatius vooral in Rijn- en Maasland vereerd. Koningen en keizers bezochten zijn graf te Maastricht. De legende van de sleuteloverdracht door Petrus heeft al- | |
[pagina 295]
| |
les te maken met de toekenning van autoriteit aan de bisschopszetel van Tongeren/Maastricht. Servatius werd de patroon van de klompen- en slotenmakers, beschermde - met andere ijsheiligen in begin mei; zijn feest valt op 13 mei - gewassen tegen nachtvorst; verder behoedt hij mensen tegen koorts en vee tegen ziekten. Hij werd meestal als een wat oudere bisschop voorgesteld in koorkap en met mijter en staf. Klompen of houten schoenen, adelaar, draak en sleutels zijn zijn attributen. De oudste afbeelding van de bisschop bevindt zich aan zijn reliekschrijn ca. 1165 in de Sint-Servaaskerk in Maastricht. Draken in de marge van de miniatuur ca. 1440 in het Getijdenboek van Catharina van Kleef zinspelen op de ijver van de bisschop bij de bestrijding van ketters. Hij is hier staande afgebeeld met grote sleutels en een staf, waaraan een vaantje. Sleutels in de hand en een draak aan de voeten kenmerken een houten beeld ca. 1500 in de kerk te Sankt Vith (Eifel). Klompen aan de voeten van Servatius zijn te vinden op het wapenschild van de familie Holzschuher. Servatius is als humanistische, gemijterde kamergeleerde in zijn studeervertrek lezend (met bril) voorgesteld op een paneel 1528 aan het altaar van de Heilige Maagschap van Bernhard Strigel. Moderne Servatiusbeelden ca. 1930 van Charles Vos treft men op de Maasbrug en aan de Servaasbron op het Vrijthof in Maastricht. De meest uitvoerige Servatiuscyclus bevindt zich op acht zilveren platen op de sokkel van zijn reliekbuste 1403 in het Kunstgewerbemuseum te Hamburg. Servatius ontbreekt nooit op uitvoerige voorstellingen van de Heilige Maagschap rond moeder Anna, onder meer op een gepolychromeerd houten paneel ca. 1500 in de Sint Salvator te Brugge: Servatius als klein bisschopje aan de voeten van zijn overgrootmoeder Esmeria, als pendant van een kleine Johannes de Doper aan de voeten van Elisabet. De positie accentueert zijn betekenis. Servatius' leven was het onderwerp van het oudste bewaard gebleven, Middelnederlandse gedicht Van Sinte-Servaes 1160-70, dat geschreven werd door Hendrik van Veldeke naar het voorbeeld van een Latijnse Vita op verzoek van de koster Hessel van Maestricht om het aan het volk te laten voorlezen. Van Veldeke behandelt in dit werk episoden uit het leven van de bisschop en beschrijft verheerlijkend zijn triomf die afstraalt op het hertogdom Lotharingen. Hij droeg dit werk op aan gravin Agnes van Loon. De tekst werd bewaard in een 15e-eeuws handschrift, waarin zowel de taal als het metrum werd aangepast. Ook fragmenten van een 12e-eeuws handschrift werden teruggevonden. Het genoemde Nederlandse Servatius-gedicht beïnvloedde, met de 8e/9e-eeuwse Vita, zoals een oudere Franse versie van een zekere Jocundus, mogelijk uit omstreeks 1090, een Hoogduitse bewerking. Boeren 1962; Lejeune 1941; Vlekke 1935. |
|