Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten
(1997)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdStefatonis de legendarische naam van een van de omstanders bij Jezus' kruisdood. Even voor diens dood, rond het negende uur, toen Jezus in uiterste verlatenheid met de woorden van Ps. 22,2 Eli (God) had aangeroepen en over dorst had geklaagd, doopte deze man een spons in zure wijn, stak die op een rietstok en bood hem ervan te drinken. De anderen wilden hem tegenhouden, terwijl zij Jezus bespotten en zijn aanspraken op het messiasschap in twijfel trokken door sarcastisch Jezus' uitroep om hulp als gericht tot Elia, de profeet, te verstaan: die zou toch wel niet ingrijpen! Daarna stierf Jezus (Mat. | |
[pagina 275]
| |
27,45-50 en Joh. 19,28-30; bij Mar. 15,36 maakt de man zelf de sarcastische opmerking; bij Luc. 23,36 en Joh. 19,24 geven de Romeinse soldaten de lafenis).
De kleine dienst van Stefaton om Jezus' dorst te lessen sloot aan bij de psalmen 22,1 en 9 en 69,22, waarmee gebeurtenissen op Golgota corresponderen. Mogelijk heeft Jezus deze teksten gereciteerd. De traditie die in de lansdrager (Longinus) al vanaf de vroegchristelijke periode het prototype heeft gezien van het door Jezus' bloed van zijn blindheid (ongeloof) genezen volk der ‘heidenen’ (niet-joden), zag in Stefaton - niet zonder een vorm van belastend, historisch anti-judaïsme (geen anti-semitisme!) - het model van het joodse volk dat in ongeloof zijn messias slechts bitterheid bood en hem verwierp. Overigens werd vanouds in de westerse Goede-Vrijdag-liturgie (in de antifonen van het Popule meus) zowel de lanssteek van Longinus als de bittere azijn van Stefaton geïnterpreteerd als de ondank van de Jezusgelovigen zelf. Over de herkomst van de naam Stefaton is niets bekend. Vanaf de 10e eeuw komt hij als inscriptie voor op afbeeldingen. Stefaton verschijnt op vele afbeeldingen van Jezus' kruisiging: vanaf het encolpion (broche) van Monza uit de 6e eeuw tot aan de moderne kruiswegen (12e statie; »Simon van Cyrene). Bijna altijd staat hij aan Jezus' linkerzijde, de spons op een stok omhoog geheven, vaak met een emmer in de hand of een mengvat naast zich en op het punt zich van Jezus af te wenden (9e-eeuws ivoor voor boekband uit Metz in de Bibliothèque Nationale te Parijs; ivoor ca. 990 boekband Gouden Codex van Echternach). Op de belangrijke, met theologisch geladen randscènes gevulde, Karolingische ivoren staat Stefaton naast het kruis aan de zijde van de verworpen Synagoge met haar gebroken banier (ivoor begin 9e eeuw voor boekband uit de hofschool van Karel de Grote in de kathedraal te Narbonne; idem ca. 1000 van Albero uit Metz of Luik). Op het 12e-eeuwse glasraam in het koor van de Saint-Pierre te Poitiers en op een ivoortje met de lijdensscène ca. 1335 in Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam staat hij naast de treurende Johannes aan Jezus' linkerzijde, terwijl Longinus daar naast de gelovende Maria aan de rechterzijde staat of knielt. Op een Maas- of Rijnlands ivoren diptiek ca. 1350-70 (Louvre) duwt hij, heel realistisch uitgebeeld, zijn spons op Jezus' lippen. Op een ivoor ca. 1415 wellicht uit Mainz neemt hij met Longinus een vooraanstaande plaats in: dat de laatste hier op zijn genezen ogen wijst, duidt op de typologie. Op een groot miniatuur 975 in het Apocalyps-commentaar van Beatus van Liébana in de kathedraal van Gerona is Stefaton van een inscriptie met zijn naam voorzien. Op ikonen komt Stefaton niet voor. |
|