Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten
(1997)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdSimon de Tovenaarwas een magiër in de stad Samaria die zich voor zeer bijzonder uitgaf. Hij werd door zijn vele aanhangers vanwege zijn toverkunsten ‘de Kracht Gods, de Grote’ genoemd. Onder de indruk van de prediking en wonderen van de diaken »Filippus liet hij zich met veel andere Samaritanen dopen. Toen hij van Petrus de (wonder) macht om de Heilige Geest door handoplegging te schenken wilde kopen, werd hij door deze scherp terechtgewezen en vervloekt (Hand. 8). Latijnse auteurs, onder wie Juvenalis en Suetonius, berichten over een oosterse tovenaar die onder Nero (54-68) in het theater een vliegpoging ondernam. Zeer waarschijnlijk was dat de onderneming van deze Samaritaanse Simon waarover apocriefe bronnen berichten.
De Acta Petri et Pauli, een apocriefe roman uit de 2e eeuw (Klein-Azië), vertellen hoe Simon de christengemeente te Rome bij afwezigheid van Petrus misleidde. Toen deze apostel daarom door Jezus teruggeroepen was, maten hij en Paulus ten overstaan van Nero hun krachten met de tovenaar, die hen in wonderkracht wilde overtroeven: tegen Petrus opgehitste honden schrokken terug voor gewijd brood; Simon toverde een onthoofding en opstanding voor; Petrus wekte een dode ten leven. Simons laatste poging om met behulp van demonen van een op de Campus Martius opgestelde hoge toren te vliegen, mislukte rampzalig toen op Petrus' gebed zijn duivelse helpers op de vlucht sloegen en de man te pletter viel. Men wees terecht sporen van gnosticisme bij Simon aan. Hem echter de grondlegger van het gecompliceerde systeem van het gnosticisme te noemen, zoals vroege auteurs deden, is een simplisme en berust op misverstanden van hun kant (Justinus Martelaar ca. 150 en Irenaeus van Lyon tweede helft 2e eeuw). Het funeste misbruik vanaf de vroege | |
[pagina 271]
| |
middeleeuwen van het verhandelen van kerkelijke ambten en sacramenten wordt naar deze ‘simonie’ genoemd - niet helemaal terecht: hij wilde niet het ambt maar de wondermacht. Het is niet onmogelijk dat 16e- en 17e-eeuwse uitbeeldingen van de ‘val van Simon’ de christelijke evenknie vormden van de graag afgebeelde ‘val van Ikaros’, illustratie van ‘hoogmoed komt voor de val’. In de middeleeuwen beeldde men - in cycli meestal juist voor de dood van Petrus en Paulus - scènes uit de Acta Petri et Pauli af: het dispuut, de vlucht en val van de tovenaar op een mozaïek 705-07 in de kapel van Johannes vii in de oude Sint-Pieter te Rome, bewaard op een 17e-eeuwse tekening, en op een fresco eind 9e eeuw in de abdijkerk te Müstair (Engadin). Het Paulusraam uit de 13e eeuw te Chartres heeft de scène met de honden en de dodenopwekking. Een miniatuur in het Getijdenboek van Catharina van Kleef ca. 1440 betreft het zelden verbeelde moment waarop de tovenaar Petrus probeert om te kopen. De geldbuidel om de hals fungeert als Simons attribuut op de sokkel van Petrus (na 1224) aan het zuiderportaal te Chartres. Geïsoleerde afbeeldingen van Simons val vindt men reeds in de 12e eeuw: op een reliëf aan de gevel van de kloosterkerk te Ripoll (Catalonië), op kapitelen te Autun en aan de Saint-Sernin te Toulouse, waar demonen de magiër aan Petrus' voeten werpen. Vanaf de 15e eeuw overheerste deze scène: op een paneel ca. 1425 aan het Petrusaltaar in de kerk te Hjer (Denemarken), op een marmeren reliëf uit de 15e eeuw in de Grotten onder de Sint-Pieter te Rome en op een schilderij ca. 1623 van Bramer (boven een tronende Nero te midden van exact nageschilderde antieke Romeinse monumenten). Ten dienste van de pauselijke propaganda werd het thema dikwijls gebruikt voor de benadrukking van de Petrinische macht: steeds valt op Petrus het volle licht. Men denke aan een schilderij 1603 van Vanni en een altaarstuk 1761 van Battoni (oorspronkelijk in de Sint-Pieter, nu in de Santa Maria degliPompeo Battoni, Val van Simon de Tovenaar, altaarstuk ca. 1755 in de Santa Maria degli Angeli te Rome.
| |
[pagina 272]
| |
Angeli te Rome) en aan fresco's 1570 van Lomazzo in de San Marco te Milaan, van Federico Zuccaro ca. 1580 in de Capella Paolina in het Vaticaan, van Carloni ca. 1650 in de San Siro te Genua, van Solimena 1690 in de San Paolo Maggiore te Napels (met een God/Christus als ‘deus ex machina’ die Simon doet neerstorten) en van Stuber uit 1730 in de Sankt Peter te München. In Stansby Williams roman All Hallows' Eve 1945 stond Simon de Tovenaar model voor de hoofdpersoon Simon Leclerc, een personificatie van het Boze. Grant 1959; Horne 1905; Stuhlfauth 1925. |
|