Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater
(1993)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdBileam,ziener van het volk der Amawieten (Mesopotamië), werd - aldus het verhaal in Numeri 22-24 - door koning Balak van Moab ontboden om tegen het opdringende volk van Israël, dat op weg was naar het Beloofde Land, te profeteren. Na enkele weigeringen zwichtte Bileam en begaf hij zich op weg. Onderweg zag zijn ezelin (maar Bileam niet) de engel van Jahwe, die met getrokken zwaard de weg versperde. Toen het dier weigerde door te lopen gaf de man haar stokslagen. De ezelin nam daarop het woord en protesteerde luidkeels. Toen eindelijk kon Bileam de engel ontwaren, die hem pas verder liet trekken na zijn belofte dat hij zou spreken zoals Jahwe hem zou ingeven. Aan de Jordaan bij Jericho sprak Bileam in een door Jahwe ingegeven extase in plaats van vervloekingen vier uitvoerige zegeningen uit over het langstrekkende volk van Israël.
De joodse traditie en het Nieuwe Testament (onder meer 2 Petr. 2,14-18, waar hij de eretitel van »profeet krijgt) beschouwen Bileam ondanks de zegeningen als een voor geld en eer gevoelige dwaalleraar, die slechts voorbijgaand van een juist inzicht getuigde. Volgens het rabbijnse leerboek, de Misjna (»inleiding), zal onder anderen Bileam geen deel hebben aan de toekomstige wereld. Qumran-teksten en vroegchristelijke commentatoren als Justinus Martelaar (2e eeuw), zagen hem desalniettemin, vooral vanwege de passus ‘een ster komt op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël’ (Num. 24,17), als een messiaanse profeet. Vanaf Justinus is hij ervaren als degene die de menswording van Jezus aankondigde. Hierop duidt de vroegste afbeelding van de profeet op het fresco ca. 200 in de catacombe van Priscilla te Rome, waar hij wijst op een sterrelicht boven Maria die Jezus zoogt. Origenes (3e eeuw) ontwikkelde in zijn Preken over Numeri zelfs theorieën over familierelaties tussen hem en de Wijzen uit | |
[pagina 56]
| |
Aanbidding van de drie Wijzen uit het Oosten. Boven: detail van de sarcofaag van Trinquetaille, eerste helft 4e eeuw. Musée lapidaire d'art chrétien, Arles. Bileam staat achter Maria's stoel; met zijn vinger wijst de eerste Wijze naar de ster die Bileam voorspelde.
Onder: detail van een ivoor uit Lotharingen, ca. 1000. Victoria & Albert Museum, Londen. Nog altijd staat achter Maria dezelfde figuur met gekruiste benen in de extatische danshouding van de profeet, maar ongetwijfeld gaat het hier om Jozef.
het Oosten, reden waarom zij de ster (Mat. 2,2) konden onderkennen als een teken van Jezus' geboorte. Zulke inzichten leidden ertoe dat Bileam lange tijd een vrij vaste plaats innam op de afbeeldingen van Jezus' geboorte of jeugd. Bileam staat op deze afbeeldingen een enkele maal - en dan op de pasgeborene wijzend - soms voor (sarcofaag 4e eeuw Vaticaanse Musea), maar meestal achter de zetel van Maria, op wier schoot Jezus zit die door de Wijzen wordt aanbeden (sarcofaag van Adelphia ca. 340 Syracuse; de zgn. ‘dogmatische sarcofaag’ 4e eeuw Rome). Minstens eenmaal, op een Rijnlands ivoor (12e eeuw Londen), nam zelfs Jozef zijn plaats en houding over: met gekruiste benen (= dansend = in extase; Num. 24,4). Op een fresco in de catacombe aan de Via Latina in Rome ca. 350 ziet men hem op zijn ezel gezeten voor de engel van Jahwe. De profeet was populair in de middeleeuwen. Hij ontbrak met zijn sprekende ezelin in geen profetenspel. Op 12e-eeuwse kapitelen te Saulieu, Autun en Jaca wordt zijn rijdier tegengehouden door de engel en door Bileam geslagen; aan de façade van de Saint Trophime te Arles tweede kwart 12e eeuw en in het noorderportaal ca. 1220 te Chartres is het dier zijn attribuut. Te midden van oudtestamentische figuren, die op de gordingen van het Maria-portaal in Laon (ca. 1200) op Maria's moederschap wijzen, verschijnt Bileam dan ook met inscriptie ‘bm: Orietur Stella Ex Jacob’ (bileam [zegt]: een ster zal opgaan uit Jakob). In de beeldende kunst van de nieuwe tijd komt de profeet met zijn lastdier enkele malen voor in de Italiaanse en Nederlandse grafiek en schilderkunst: bijvoorbeeld op een fresco van T. Zuccaro ca. 1551 in het Palazzo Farnese in Caprarola, op schilderijen van Lastman 1622 en Rembrandt 1626 en op meerdere werken van Giordano tweede helft 17e eeuw. Het verhaal van de profeet, die zijn onwillige rijdier bedreigde met slachting, komt ook voor in het door de vleesko- | |
[pagina 57]
| |
pers geschonken raam in de reeks ramen van de hand van de gebroeders Crabeth ca. 1555-59 in de Grote Kerk te Gouda. Kirschbaum 1954; Schelhaas 1935. |
|