Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater
(1993)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdAbsalomwas de derde zoon van David bij Maäka, de dochter van een koning uit het gebied Gesur ten zuiden van Damascus. In het bijbelverhaal over Absalom, verteld in 2 Samuël 13-19, wordt hoog opgegeven van zijn schoonheid en met name van zijn weelderige haardos. Absalom, wiens naam ‘de vader is vrede’ betekent, droeg bij tot de ellende die zijn vader in zijn familie te verduren kreeg. Toen zijn halfbroer Amnon, de oudste zoon van David en daarmee diens beoogde troonopvolger, Tamar, een zuster van Absalom (niet te verwisselen met de gelijknamige schoondochter van »Juda), had verkracht, zon Absalom op wraak. Bij een feest in Hebron ter gelegenheid van het scheren van de schapen zag hij zijn kans schoon en liet hij Amnon doden. Uit vrees voor vergelding van de kant van David vluchtte Absalom naar Gesur. Pas na jaren stond David, overgehaald door zijn veldheer Joab en door een slimme vrouw uit Tekoa, die de koning de uitspraak ontlokte dat een zoon die zijn broer vermoordde toch niet altijd verstoten moest blijven, Absalom toe terug te keren naar het hof te Jeruzalem. Absalom, die ook na zijn terugkeer lange | |
[pagina 24]
| |
Opstand van Absalom, miniatuur in een Engels handschrift, 13e eeuw. Biblioteca Queriniana, Brescia. Absalom bespot David (boven) en spreekt tendentieus recht (onder).
tijd zijn vader niet onder ogen had mogen komen, begon te intrigeren. Hij ging zich voordoen als een milder rechter dan zijn vader, om zodoende het volk tegen hem op te zetten. Het liep uit op een samenzwering, waarbij Davids raadsheer Achitofel en veel Israëlieten de zijde van Absalom kozen. David moest vluchten en Absalom maakte zich meester van de troon en de harem van zijn vader. In een veldslag kregen de troepen van David de overhand, zij het niet zonder list en verraad. Nu sloeg Absalom op de vlucht. Toen hij met zijn muildier onder een eik doorreed, raakte zijn hoofd beklemd tussen de takken, zodat hij tussen hemel en aarde kwam te hangen. Hij werd door Joab doorstoken en door diens manschappen verder afgemaakt. David was tegen ieders verwachting in geschokt en treurde over de dood van zijn zoon.
In 2 Sam. 18,18 wordt gesproken over een gedenkteken dat Absalom voor zichzelf oprichtte, maar het monument dat men in Jeruzalem als de pilaar van Absalom in het Kedrondal aanwijst is in werkelijkheid een graf uit de hellenistische periode. De joodse traditie, gevolgd door Flavius Josephus, voegt aan het Absalom-verhaal toe, dat hij op zijn vlucht met zijn lange haren, waarop hij volgens het bijbelverhaal zo trots was, in de takken van de eik verward raakte, en dat zijn ijdelheid hem dus fataal werd. De middeleeuwse typologie zag in Absalom vooral een verwijzing naar het verraad door en de dood van Judas Iskariot (Biblia Pauperum vanaf einde 13e eeuw), en in de tussenkomst van de vrouw uit Tekoa de bemiddelingsrol van Maria (Speculum-literatuur). Niet alle typologieën zijn even overtuigend, zoals bijvoorbeeld de vergelijking van de boden, die aan David Absaloms dood melden, met Petrus en Johannes die zich naar Jezus' lege graf spoeden (Joh. 20,2-8; Concordantia Caritatis ca. 1355). Picinelli (Mundus Symbolicus 1681) vergelijkt Absalom, die zijn vader niet meer | |
[pagina 25]
| |
mocht zien, met een vlinder die zich aan het licht verbrandt, beeld voor de naar verlossing hunkerende zielen in het vagevuur. Uit de vroegchristelijke periode is er een anoniem literair bericht uit de tijd van Ambrosius van Milaan (4e eeuw) over een Absalom-cyclus. De tekst van de opschriften bij de scènes bleef aldus bewaard. In de middeleeuwen kwamen cycli met het verhaal van Absalom voor als bijbelillustraties (Chludov-psalterium 9e eeuw Moskou; Bijbel van San Isidoro 960), in commentaren en wereldkronieken en op kapitelen (ca. 1130 Vézelay). Een monumentale cyclus met acht fresco's 780/840 bevindt zich in Müstair, een reeks hout-intarsiën naar ontwerpen van Lotto eerste helft 16e eeuw in de Santa Maria Maggiore te Bergamo. Een vloer-scrafitto van Pietro del Minella 1447 in de dom van Siena geeft de dood van Absalom weer. In de nieuwe tijd werden schilders geboeid door een drietal gebeurtenissen uit het verhaal. De wraak op Amnon is onderwerp van 17e-eeuwse schilderijen van onder meer Preti ca. 1650, Van Honthorst eerste helft 17e eeuw, en Corneille de Oudere ca. 1575, waarbij de tegenstelling tussen de uitbundigheid van het feestmaal en de gruwelijkheid van de moord domineerde. De verzoening van David met Absalom is afgebeeld in werken van Lastman (eerste helft 17e eeuw) en Rembrandt [toegeschreven] 1642 (Hermitage Sint-Petersburg). Vooral Absaloms dood - de opstandeling altijd met de haren in de takken verward - was geliefd: het fresco van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel in Rome; schilderijen van Peselino eerste helft 15e eeuw, Annibale Carracci 1585 en Giordano einde 17e eeuw. De vroegste afbeelding van de geschiedenis van Amnon en Tamar stamt uit de 9e eeuw (handschrift van een aan Johannes van Damascus [ca. 650 - ca. 750!] toegeschreven verzameling parallellen tussen de beide Testamenten, Sacra Parallela). Vanaf de 13e eeuw werd de geschiedenis in bijbelhandschriften van miniaturen voorzien; het meest uitge-Piero del Minella, Dood van Absalom, incrustatie in de dom te Siena, 1447.
| |
[pagina 26]
| |
breid in het Queen-Mary-psalterium begin 14e eeuw. Zes gravures van Aldegrever en Van Heemskerck vormen uit hun tijd de uitvoerigste series (eerste helft 16e eeuw). De verkrachtingsscène maakte enige opgang in de schilderkunst van de 17e eeuw onder meer bij Celesti (tweede helft 17e eeuw), Jordaens ca. 1670, Steen ca. 1660 en Bellucci ca. 1700. Giordano schilderde haar met als pendant de deugdzame Jozef met de vrouw van Potifar (tweede helft 17e eeuw). Cabanel hernam het thema ca. 1850. Het burgerlijke drama uit de 16e en 17e eeuw stelde Absaloms opstand voor als een bestraffing van David omdat deze zich van Batseba had meester gemaakt (Peele 1599; postuum). Ook Vondel staat met zijn David in Ballingschap 1660 in deze traditie. Dryden 1681 greep het verhaal aan voor een politieke satire op verwikkelingen binnen het Engelse koningshuis in de 17e eeuw. In het tweede deel van de roman-trilogie 1710 van Lehms (Des Israelischen Printzens Absalons und seiner Prinzessin Schwester Thamar Staats-, Lebens- und Heldengeschichte) wordt de opstandige koningszoon beheerst door een mateloze eerzucht. Stof, op de Absalom-tragedie georiënteerd, voor de roman van Faulkner Absalom, Absalom! 1936 was de ondergang van een Amerikaanse familie uit het Zuiden; voor het drama van Alariz (Rebel en Koning 1968) het conflict tussen de vader en de zoon. Verder heeft het verhaal aanleiding gegeven tot een aantal oratoria zoals die van Ziani 1660, Caldara 1720, Porsile 1726, alle voor het keizer lijke hof in Wenen; van Colonna 1684, Kunzen 1761, Cimarosa 1782, Berton 1786 en Stehle 1897. Samuel David componeerde ca. 1875 een opera Absalon. |
|