Nieuw Nederlandtsch caertboeck
(1616)–A. Goos, Reinier Telle– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
Generale oft alghemeyne beschrijvinge van de seventien landschappen, die gemeynlijck Nederland, oft Nederduytschland gheheten worden.Ga naar margenoot+DE Landen, die wy tegenwoordelijck voorgenomen hebben te beschrijven, worden gezeyt seventien in getale te zijn, meer om dat men daer den Princen seventien titelen van toe gheschreven heeft, als om eenige andere merckelijcke reden. Want anders op ghemeyne vergaderingen, ende alsser van 'sPrincen wege voorgeslagen wert van eenige contributien of diergelijcke lasten, en plegen de landen in zulcken getale niet te verschijnen, noch te contribueren, maer het Hertoghdom van Limburgh met sijn appendentien, ende 't Marckgraefschap des H.Rijx, oft van Antwerpen, stemden ende contribueerden met ende onder Braband. 'tGraefschap Zutphen maeckte 'tvierde quartier van Gelderland. Daerentegen Doornijck, ende het Doornijxsche, mitsgaders Rijssel, Douay ende Orchies (die anders Steden ende leden zijn van Walsch-Vlaenderen) hadden hare stemmen ende contribueerden a part. Valencijn (anders een Stad ende lidt van Henegouwe) stemde ende contribueerde mede op hem zelven. Dan wy zullen in onse beschrijvinge de gewoonlijcke ordre van de tittelen volgen, die de Princen van deze Landen plegen te voeren. Daer zijn dan voor eerst de Hertogdommen van Braband, van Limburch, van Lutzenburch, ende van Gelderland. Ten tweden de Graefschappen van Vlaenderen, van Artois, van Henegouwe, van Holland, van Zeeland, van Zutphen ende van Namen. Ten derden het Marckgraefschap van't heylich Rijck. Ende ten vierden de Heerlijckheden van Vriesland, van Mechelen, van Vtrecht, van Over-Yssel ende van Groeningen. Deze Landen worden gemeynlijck Nederland genoemt, ende dat van wegen hare nederige ende leege gelegentheyt ten aenzien van Duytschland ende andere hoge Landen, daer sy aen grensen. De Italianen, Spaenjaerden ende andere Westersche Natien noemense Flandra, ofte Flandres, nemende (door een oneygentlijcke wijse van spreken) het deel voor sijn geheel, want anders is Flandres oft Vlaenderen den eygen naem van een van de voorsz seventien Landen, het welcke ofte door sijne grootheyt ende voortreffelijckheyt, ofte (dat waerschijnlijcker is) om dat het den voorsz Westerschen volckeren naest ghelegen, ende daerom oock best bekent is, sijnen naem alle d'ander Landen heeft medegedeelt. Men noemt deze Landen oock Neder-duytschland, hoewel sy nochtans, na de palen ende grensen by de Oude gestelt, niet onder Duytschland, maer onder Gallia Belgica zijn gherekent gheweest, uytgenomen alleenlijck Vriesland, ende Ga naar margenoot+weynich andere stucken. Dit Nederland is bepaelt met de Oceaensche Noord-zee, met het Graefschap van Embden, ende de Riviere Ems, het Land van Benthem ende Westphalen, de Landen van Gulich ende Cleef, de Bisdommen van Colen en Trier, het Hertogdom van Lorraine, ende 'tKoningrijck van Vranckrijck. Binnen de zelve palen is mede begrepen het Aertschbisdom van Camerijck, het Bisdom van Luyck, ende mogelijck eenige andere stucken, die onder de 17 Landen niet en behoren. Nederland, na de rekeninge | |
[pagina 8]
| |
van Guicciardin, die (hoewel een Italiaen zijnde) het zelve beter ende nauwer beschreven heeft, dan eenichGa naar margenoot+ Nederlander zelve, begrijpt int ronde zeer omtrent de 1000 Italiaensche, dat is weynich min ofte meer als 340 Nederlandsche mijlen. In deze ommeloop telt men over de 200. bemuerde Steden, welcker veleGa naar margenoot+ zeer machtich ende vermaert zijn, als met namen Loven, Brussel, Antwerpen, 'sHertogenbosch, Mechelen, Lutzenburch, Nimmegen, Gent, Brugge, Doornijck, Rijssel, Atrecht, Valencijn, Bergen in Henegouwe, Dordrecht, Haerlem, Delf, Leyden, Amsterdam, Goude, Rotterdam, Middelburch, Namen, Zutphen, Leeuwarden, Vtrecht, Deventer, Groeningen, ende meer andere, die elck in hare respective Landschappen breder beschreven zullen worden. Behalven de voorsz bemuerde Steden zijnder in Nederland noch over de 150. plaetsen die Stads recht ende privilegien hebben, ende voor dese laetste meer dan veertigh-jarige oorloge die't platte land zeer bedorven heeft, sonderlinge in Vlaenderen (dat meer dan d'een helft gedepopuleert ofte ontvolckt is) warender over de 6300 Dorpen met Klocktorens, behalven ontallijcke veel gehuchten, Heerenhuysen, Sloten ende Kasteelen. De macht van dit Nederland is over veel jaren zo groot geweest, dat niet alleen Keyser Caerle de vijfde (by wiens tijden de 17. Landen eerst alle onder eenen Prince gekomen zijn) maer al langhe voor hem sijnGa naar margenoot+ Overgrootvader Hertoch Caerle van Bourgoignen, toegenaemt de Stoute, een Koningrijck daer af ghesocht heeft te maken, onder den titel van het Koningrijck van Bourgoignen. Maer om dat ijder Land souverain was, ende niet alleen verscheyden eele, maet ende gewichte, maer oock besondere rechten, wetten, ende privilegien hadde, ende daer beneffens sijnen Prince noyt andere dan gelimiteerde ofte bepaelde macht over sich hadde willen consenteren, zo is zulx achtergebleven. Maer zijn evenwel diegelijcke eersuchtighe voorwendingen de principaelste wortel ende oorzake geweest van de langduerige oorloge, naderhand tusschenGa naar margenoot+ de Landen ende hare Princen geresen. Dese macht, als oock alle den rijckdom, neringe ende welvaert van de Nederlanden bestaet meest in de schipvaert, ende visscherie, zonder welcke twe onuytputtelijcke mijnen de Landen nauwelijx en zouden vermogen zo onghelooflijcken getal van volcke, als daer is wonende, te onderhouden. Wat de Zee aengaet, die is haer zoo bequamelijck ende gerievelijck ghelegen, dat men uytGa naar margenoot+ Holland in twe dagen in Denemarcken, ende van daer voorts in Sweden, Pruyssen, Lijfland, ende ander quartieren van de Oostersche Zee. Westwaert kan men in weynich uren in Engeland varen, ende voorts binnen 4.6.8.10.12. ofte 14. dagen in Vranckrijck ende Spaenjen, na dat dan de havenen in de Middellandsche Zee, zelfs tot Constantinopel ende Soria toe, noch van die van beyde de Indien zo Oost als West, om alle de welcke te beseylen, dese Landen wonderlijck wel gelegen ende bequaem zijn. Deze goede gelegentheyt nu weten deGa naar margenoot+ Nederlanders zeer wel waer te nemen, ende tot haren profijte te gebruycken, 'twelck een oorzaeck is dat de Landen, principalijck Holland ende Zeeland uytnemende Schip-rijck zijn, ende schijnt bynaest onghelooflijck, alhoewel het nochtans waerachtich is, dat uyt die twe Landen alleene by wijlen seven oft acht hondert groote Schepen tseffens gheseylt zijn op koopvaerdye Oostwaerts: behalven die westwaerts op | |
[pagina 9]
| |
Ga naar margenoot+Engeland, Vranckrijck, Spaenjen, Italien, de Eylanden ende kusten van de Middellandsche zee, ende beyde de Indien handelen, mede zijnde inmerckelijcken getale. De visscherie, ende by namen de Haring, Kabeljau, ende Salm-vangst, wordt hier zo sterck gedreven, datter alleen ten haringe varen tusschen de zeven ende acht hondert Schepen, zo Buyssen, en Dog-boten, als andere, doende gemeynlijck drie reysen 'sjaers, ende inbrengende door de band (zo Guicciardin van sijne tijden, ende voor dese laetste troubelen schrijft) elck omtrent 70. lasten Harings, makende t'samen over de vijftich duysent lasten, welcke verkocht wordende (soo't ghemeynlijck ghebeurt) tusschen de 90. ende 100. guldens 'tlast, kan den Leser lichtelijck rekenen, hoe veel goudts dat uyt dese Zee-mijne getrocken wordt.Ga naar margenoot+ De Kabeljau ende Salmvangst bedroech ten zelven tijde over de seven 100000. kronen 'sjaers, van twe guldens t'stuck. By dese Zeevaerd generen sich niet alleenlijck het scheepsvolck zelve, die onghelooflijck veel in ghetale zijn, ende in rappigheyt ende behendigheyt ter Zee alle natien van de gantsche wereld te boven gaen, maer oock veel Steden ende Dorpen met Wijf en Kind, die sich bemoeyen met Schepen te timmeren, ende alderley scheeps ghereetschappe daer toe te maken, Ga naar margenoot+met Netten te breyen, ende diergelijcke handwercken meer. Voor een derde Mijne van dese Landen machmen wel stellen de uytnemende kloeckheyt ende neerstigheydt der Inwoonderen in het maken van alderhande manifacturen, als namentlijck wolle ende lijne lakenen, tapisseryen, sayen, bombesijnen, fusteynen, alderley krameryen, ende andere dingen meer hier te lang om verhalen, die zo ter Zee als te Lande met grote menichte vervoert ende verhandelt worden niet alleenlijck op Spaenjen, Italien, Duytschland, ende andere Landenschappen in Europa, maer oock op Barbaryen, Guinee, ende zo Oost als West-Indien zelfs. Ende met die kort verhael over de macht der Nederlanden zullen wy ons tegenwoordelijck vergenoegen, alzo de enge palen onser beschrijvinge gheen volkomen discours daer van en kunnen vaten. Dit alleenlijck willen wy uyt Guicciardin daer by doen, dat in sijnen tijdt de ordinarise ende extraordinarise inkomsten van den Prince van dese 17 Nederlanden niet min en bedroegen als die van den Koning van Engeland, uytgenomen de goederen ende rente van d'Engelsche Kercke, die dezelve Koning alsdoen aenghetrocken ende hem zelven toegeeygent hadde. Ga naar margenoot+De Locht van deze Landen, hoe wel hy doorgaens wat grof ende vochtich is, is nochtans gesond, ende bequaem tot de verdouwinge van de spijse, maer voor al zeer dienstelijck tot de voort-telinge van alderley gedierten ende vruchten. De Somer isser schoon, ghenoechelijck, ende vermakelijck, want behalven andere Ga naar margenoot+eygenschappen, zo en isser de hitte niet al te groot ende overmatich, ende men worter weynich ghequaelt van vliegen, muggen, ende sodanigen ongedierte, uytghenomen in Zeeland daerse tamelijck veel zijn. Het donderter ende blixemter weynich ten aenzien van ander landen, ende veel min weet mender te spreken van aertbevinge, want zoo de koutheyt des lochts als de leegheyt des lands en kunnen zulx natuerlijcker wijze niet Ga naar margenoot+lijden. De winter isser gemeynlijck lang, windich, koud ende scherp, zonderling op een noordooste wind, maer als de wind uyten zuyden ofte zuytwesten waeyt ('twelck zo Caesar schrijft wel gebeurt de drie delen vant jaer) zo verandert de koude in regen. Ga naar margenoot+De Landouwe is in Nederland meestendeel plat, ende met weynich heuvelen, veel min bergen verzien, | |
[pagina 10]
| |
behalven in Lutzenburch, Limburch, Namen ende sommige quartieren van Henegouwe, daer het tamelijck bergachtich, ende vol Heuvelen is. In een goed deel van Braband, Duytsch-vlaenderen, Gelderland endeGa naar margenoot+ Over-ysel ist zandachtich, maer voorts doorgaens wel gebouwet, ende zeer vruchtbaer van alderhande gewas. In Walch-vlaenderen, Artois, Henegouwe, ende Zeeland wast overvloedich veel schone Tarwe,Ga naar margenoot+ die in Gelderland mede niet en ontbreeckt. Wat de boom-vruchten belangt, daer wassen over al veel Peren,Ga naar margenoot+ Appelen, Pruymen ende Kerssen. welcke laetste van Plinius zelve gepresen worden. Moerbesien, Persen, Vroegpersen, Wal oft Okernoten, Haesnoten, ende Mispelen zijnder overvloedich. In sommige quartieren vallen oock eenige Castanien. Vygen, Granaetappelen, Oraenjen, Oliven, ende diergelijcke edele vruchten en wassender wel niet van wegen de koude, maer wordender overvloedich genoeg uyt Spaenjen ende ander vreemde Landen gebracht. Men vinter meest over al zo in Steden als Dorpen verscheyden gheslachten van Wijndruyven, maer onbequaem om Wijn van te perssen, evenwel ontrent Loven, in't land van Namen, ende in't Hertogdom van Lutzenborch, vallen eenige, doch kleyne ende suere wijntjes, doordienGa naar margenoot+ de druyve niet en kan komen tot hare behoorlijcke rijpigheyd. Bomen om timmerhout ende branthout af te maken vindt men hier veelderley, door de band zeer hoge, schoon, ende goed, met name veel Lindebomen,Ga naar margenoot+ welcker kolen zeer bequaem zijn om buspoer mede te maken. In't bosch van Ardennen wassen veel Yepenbomen, die men oock op den wech tusschen Namen ende Hoey vindy, hier af maeckt men zeer schone bogen, maer het sap daer van is vergiftich, na 'tghetuygenisse van Iulius Caesar, welcke schrijft dat de Koning Cattivulens hem zelven met dit vergif om 'tleven ghebracht heeft. Voorts hebben sy hier eenen boom, die dese Landen schijnt eyghen te wesen, in Nederlandsche tale ghenaemt Abeelen, ende is een soort van witte populier. Deze vindt men voornemelijck in Braband, daermender alderley houtwerk af drayt, sonderling binnen Brussel. Wat aengaet de hof ofte moes kruyden, die vallen hier te lande zo goed ende schoon, Ga naar margenoot+ ja mogelijck beter als in Italien, gelijck mede verscheyden soorten van Pompoenen, Comcommers, Artisocken, Cardons, Asparges, ende andere hoofsche frayicheden, daer van 'tsaed ende de planten wel eer uyt Italien herwaerts over ghebracht is gheworden, maer de vruchten zijnder althans ten minsten zoo goet als daer. Daer en is geenderley aert van Vee (behalven alleenlijck Buffels) of men vindtse hier overvloedich veel.Ga naar margenoot+ Onder andere zijnder de Ossen zeer groot, voornemelijck in Holland ende Vriesland, daerse zo uytnemende zwaer zijn, datmender dickwils vindt die vijftien oft sestien hondert pondt wegen. Ia den Grave van Hoogstraten werdt eens een Vriesschen Os vereert binnen Mechelen, welcke woech over de vijf en twintich hondert pont, ende werdt derhalven tot een memorie int inkomen van sijn Paleys na 'tleven afgeschildert, met dach en datum daer by. De Schapen zijn hier mede heel groot, ende zo wel 'tSchapen als Ossen vleesch isser zo uytnemende goed van smake, dat na 'toordeel van zommighe Oude, ende na den smaeck van vele van desen tijd, sijns ghelijck niet en vindt, 'ten waer dat men zegghen wilde, het Engelsche Ossenvleesch dat van deze Landen te overtreffen. Het Vee zet hier dapper voort, ende vermenichvuldicht in korter tijt, dat het wonder is. De Peerden zijnder zeer sterk, schoon ende groot, principalijck in Vlaenderen,Ga naar margenoot+ | |
[pagina 11]
| |
Holland, Zeeland en Vriesland. De wolle valter te lande gemeynlijck wat grof, 'twelck veroorzaeckt wort Ga naar margenoot+eensdeels door de locht. eensdeels oock doordien de weyen zo vochtich ende voedsaem zijn. Mijnen van Ga naar margenoot+Goud ende Silver en heeft men hier niet, maer wel eenige van ijser, loot ende koper. Pastel oft ander kruyden om te verwen vallender weynich, maer overvloedich veel Meede oft Krappe, besonder in Zeeland. Ga naar margenoot+Dese Nederlanden zijn bewatert met veel schone Rivieren, waer door sy des te bequamer ghelegentheyt hebben om met alle de principale Landschappen van Europa te handelen. De voornaemste zijn den Rhijn, de Mase, de Schelde, ende de Ems, die hier altesamen in Zee vallen. Den Rhijn komt af uyt het Switsersche geberchte, ende loopt dwars door Duytschland, tot dat hy eyndelijck sijnen naem in de Mase omtrent Crimpen verliest. De Mase heeft hare oorsprong uyt den berch Vange, by Caesar ghenoemt Vogesus, op de landpalen van Langres, niet verre van de bomen ofte fonteynen daer de Seine ende Marne uyt vlieten, ende valt tusschen Gravesande ende den Briel in de Noord-zee. De Schelde valt uyt Picardien in't land van Vermandois, van een berg daer oock de Somne ende Sambre uyt spruyten, ende verdeelt haer by Saeftingen omtrent 4 mijlen van Antwerpen in twe armen oft tacken, met den eenen vloeyt sy in Zee tusschen Sluys in Vlaenderen, ende 'tZeeuwsche Eyland van Walcheren, verkrijgende tusschen weghen den naem van de Hont: Met den anderen onderscheyt sy de Zeeuwsche Eylanden in Beoosten ende Bewesten-scheld, verliesende haren naem tusschen Schouwen ende Walcheren voornoemt, daer sy haer vermengt met de Zee. De Ems heeft haer born in Westphalen omtrent het Dorp Wiedenburg, ende valt een weynich beneden Embden in de Noorzee. Dese vier grote ende (om zo te spreken) koninglijcke Rivieren ontfangen meest alle de andere vloeden daer de Nederlanders mede bewatert zijn, wesende altesamen seer Vischrijck, ende daer in gelijckende hare by gelegen Zee. Ga naar margenoot+Op de Hoge Landen is Nederland verciert met veel schone ende lustiger bosschen. Het naemkondichste is dat van Ardennen, noch ter tijd wel 'tgrootste van heel Gallia, maer nochtans nergens na so groot als hier voortijds, doordiender veel lands af bebout ende bewoont is geworden, Daer het sich huydendaechs alderwijtst uytstreckt ede dichts beplant is, is van de Stad Theonville in Lutzenburch af, tot omtrent die van Luyck, wezende dertich mijlen weegs weynich meer ofte min. Dit bosch is met ontallijcke veel hoghe ende dicke bomen beplant, die het niet min schoon ende ghenoechelijck als nut ende profijtelijck maken. D'ander bosschen gaen wy kortheyts halven voorby, dan moeten kortelijck aenroeren dat van Sonien, 'twelck in Braband gelegen is dicht by Brussel. Dit bosch begrijpt in sijn ommeloop bet dan seven mijlen, te weten acht duysent bunder lands, waer van alle jaers gevelt ende afgehouwen worden net hondert bunders, die den Prince des Lands voor dese troublen plachten in te brenghen omtrent vijftich duysent guldens 'sjaers. Daer liggen verscheyden Dorpen in ende om, met veel schone Kloosters ende Abdyen. Alle dese bosschagien Ga naar margenoot+zijn vol van alderley soorten van wild, als Herten, Hinden, Dassen, Rheen, wilde Verckens, Hasen, Konijnen ende diergelijcke. Wolven, Vossen, en Bonsingen en ghebrekender in sommige quartieren niet, maer om dese te wederstaen is 'tland wel verzien van goede Honden, als Hasewinden, Bracken, Spiljoenen, ende wat Ga naar margenoot+des meer is. Men heeft in Nederland oock alderhande ghevogelte, als Pauwen, Reygers, Swanen, Oy- | |
[pagina 12]
| |
vaers, Gansen, Enden, Hoenderen, zo inlandsche, als Lombaertsche ende Calcoetsche, Duyven, Snippen, Partrijsen, Quackels, ende wat voor kleyne vogelkens niet? Roofvogels, ende daer men medeter jacht gaet, als Arenden, Gieren, Valcken en Sperwaerts, zijnder met menichte. Van de watervogelen zullen wy elders breder handelen, namelijck in de besondere beschrijvinge 'slands van Holland, daer sy overvloedichst te vinden zijn.Ga naar margenoot+ Het volck van Nederland is doorgaens groot, sterck, fray, wit, ende wel gemaeckt, aerdende in elck Landschap zo wat na hare ghebueren, als Oostwaerts na den Oosterling, zuydwaerts na den Hoogduytsch, ende westwaerts na den Francois. Zijn dappere ende grootmoedighe Krijgsluyden zo te voet als te peerde, endeGa naar margenoot+ zo te water als te lande, in sonderheyt als sy gheleyt worden van een strijdbaer ende manaftich Kapiteyn, zodanige alsser by haerluyden nimmermeer en ontbreken. Van hare sonderlinge kloeckheyt in de Zeevaerd hebben wy boven geroert, ende wat aengaet de traffique oft koophandel, daer toe zijn sy immers zo zeer genegen, ende niet min in ervaren als eenige natie van de wereld, ja haer gantsche Land is genoechsaem daerGa naar margenoot+ op gegrondt ende gesticht. Sy zijn zeer vernuftich, geestich, ende behendich om yets te vinden, daer beneffens zeer arbeydsaem ende neerstich om 'tgene sy gevonden ende geleert hebben in't werck te stellen, ende doorGa naar margenoot+ geduerige oeffeninge langs om meer te verbeteren. Dit betuygen niet alleenlijck de verscheyden ambachten ende handwercken, die sy uyt andere Landen in het hare getrocken hebben, zelfs tot het maken van zijde ende fluweele lakenen toe, maer oock ende voornemelijck de heerlijcke ende voortreffelijcke konsten by haer eerst gevonden ende verzint, oft immers wederopgerecht na dat sy waren vervallen. Haren vond is (gelijck wy elders breder bewijsen zullen) die hoognodighe ende Godlijcke konste van't Boeckdrucken, welcke zo sy by der Griecken ende Romeynen tijden aen den dach geweest hadde, noch 'tverloop der eeuwen, noch den plompheyt ende ongheleertheyt der menschen en zoude machtich gheweest hebben ons te beroven van zo veel heerlijcke boecken ende schriften, die wy nu tot onser onuytspreckelijcker schade moeten missen. Haren vond is de menginghe van den Olie onder de Verwen, een lofweerdighe ende gantsch noodighe sake om de Schilderyen te doen dueren, ende by wijse van spreken te vereeuwigen, eerst bedacht binnen de stadt Brugghe, in't jaer 1410. by den vermaerden Schilder Iohan van Eyck. Haren vond is de Glas-schrijverye, oft konste van alderhande koleuren op Glas te backen, soo datse noch door reghen noch door wind en vergaen, ghelijck sy weleer plachten, als mense menghde met Gom ende dierghelijcke substantien, door welcke konste soo veel Kercken ende Huysen grootelijx verciert ende verheerlijckt worden. Haren vond zijn de Tapijsserien van soo veelderley soorten, de Sayen, Ossetten, ghefriseerde Lakenen, ende meer andere niet min dienstelijcke als profijtelijcke fraeyicheden. Het weven ende bereyden so van Lijnwaet, als veelderley soorten van wolle Lakenen, hebben sy aen dees zijde v[an] de Berghen aldereerst begonnen op te stellen, ende te oeffenen, ende door haer zijn de selve konsten, als oock die van't Verwen, eerst in Enghelant voort gheplant, want het is seker, ende d'Enghelsche selve bekennen't, dat sy haer in de Nederlanden plachten te komen voorzien van Lakenen, tot den jare van 1404 toe. Sy zijn d'eerste die de winden hare namen ghegheven hebben, welcke noch huyden ten daghe by alle over-berghsche Natien ghebruyckt worden, ghelijck | |
[pagina 13]
| |
dan ghenoeghsaem blijckt uyt de namen selve, ghetoghen ende ontleent van de Nederlandsche tale. Sy zijn de eerste ende voornaemste weder-oprechters gheweest van de vervallen Musijcke, die sy gebracht hebben tot hare hooghste volmaecktheyt, een konste welcke haer schijnt aengheboren ende eyghen te wesen, dewijl sy soo Mans als Vrouwen van natuere ende sonder eenighe onderwijsinghe weten te singen op mate, ende niet alleen met der kele, maer oock met alderley Instrumenten sulcken melodie te verwecken, ende soo meesterlijck om te gaen, datter van Koning oft Prins en is in gantsch Christenrijck, oft hy en heeft sijn Hof van Nederlantsche Musijckers ende Speel-luyden voorzien. De Nederlanden leveren alleen meer konstighe Schilders, Figuer-snijders, Glas-schrijvers, Bou-meesters, Beeld-snijders ende diergelijcke konstenaers van alderley soorten uyt, als veel Lantschappen ende Koninghrijcken te samen. Ga naar margenoot+De Inwoonders van dese Landen zijn van natueren koel ende ghetempert in al 'tghene dat sy ter hand slaen, ghebruycken voorzichtelijck de Fortuyne soo wanneer sy haer presenteert, ende nae den loop van de Wereldt, sonder dat sy haer 'tzy in voorspoed oft teghenspoed seer ontsetten ofte veranderen. Sy zijn door de band niet al te staet-suchtich, maer verkreghen hebbende 'tzy met Koopmanschappen, oft anders, een redelijck heenkomen, ende om eerlijck by te leven, soo ontslaen sy sich veeltijds van alle moeyte, ende beginnen te rusten, bestedende hare overschietende middelen tot Timmeren ende Bouwen, waer toe sy seer genegen zijn, ende levende oft van de vruchten van hare Landen, oft van andere hare renten ende inkomsten. Sy en zijn in't gemeyn niet al te seer gheneghen tot Venus, een afkeer ende schrick hebbende van overspel ende ongheoorlofde minne. Haer toorn ende gramschap is langhsaem ende ghematicht. Van hovaerdie ende nijdicheyt en laten sy haer niet lichtelijck verheeren. Dit maeckt haer Borgherlijck, mewaerdich, vriendelijck, open-hartich, ende bly-gheestich in alle gheselschappen. Maer voornemelijck zijn sy wat spottende, ende schieten den anderen gheerne wat toe, waer in sy somtijdts de mate te buyten gaen, ende gheen oft kleyn respect draghen. Sy zijn gierich, daerom sy oock gheerne vreemde Landen besoecken, soo dat men in gheene hoecken van de bewoonde Weereldt en komt, of men vinter altijt eenighe Nederlanders. Zijn liefhebbers van nieuwigheden, ende daer door goet te bedrieghen, want uyt nieus-giericheydt geloven zy al wat men haer seght. Als sy beginnen quaed achterdencken op yemant te krijgen, soo en latense 'tselve niet lichtelijck varen. Zijn wat hoogh in haer wapenen, ende groot-sprekende. Weynich besorcht voor een anders profijt, ende haest verghetende de ontfanghene weldaed, waer door sy oock kleyne liefde hebben tot haren Naesten. Wel is waer dat sy oock het ontfanghen leet niet langh en onthouden, ende zelden vele oft een quaed herte draghen teghen diese vertoornt heeft, soo verr' ist van daer dat sy hare na-komers by testamente belasten souden, hare wraeck-giericheydt uyt te voeren, soo de Italianen veeltijdts ghewoon zijn. Door de band zijn sy wat te seer gheneghen tot den dranck, daer sy groot vermaeck in hebben, maer soo seer niet als hare nae ghebueren de Hoochduytschen. Dit ghebreck (seyt Guicciardin) is in haer eenichsins te verschoonen, want dewijle de locht van haer Land meest altijt vochtich, betrocken ende swaermoedich is, soo en souden sy nauwelijx bequamer middel weten en te bedencken, om den tijd ende de melancholie te verdrijven, als den Wijn: doch ware te wenschen dat sy daer by bedochten het oude spreeck-woord, Al te veel is on- | |
[pagina 14]
| |
soet. Ghelijck sy dan, om de waerheyt te segghen, meest altemale, maer sonderlinge die van eenighen staet ende qualiteyt zijn, zedert eenighe jaren herwaerts, haer begonnen hebben van het overmatisch drincken te spenen. De Vrouwen, behalve datse schoon, wel-ghemaeckt, ende fraey op haer leden zijn, zijn oock seerGa naar margenoot+ vriendelijck, beleeft, ende bevallich in al haer doen ende laten. Want dewijle sy (na de zede des Landes) al van haer kindsheyt aen beginnen met yeghelijck een te verkeeren, soo vallense oock door soodanighen ommegangh by alle gheselschappen des te vlijtigher ende vrymoedigeher: maer niet teghenstaende dese groote vryheyt, en laten sy gheensins hare kuysheyt ende eerbaerheyt sorchvuldighlijck te bewaren. Zijn sober, altijt doende, ende seer besorght, haer bemoeyende niet alleen met het huys-houden ('twelck het Mannevolck hier te Lande sich weynich aentreckt) maer oock met kopen ende verkopen, waer toe sy de hand ende tonghe soo wel ghebruycken als de Mans, ende dat met sulcken verstant, ijver, ende bequaemheydt, dat veel Mannen, besonder in Hollandt en Zeelandt, hare Huys-vrouwen met alle haer handelingen laten begaen, sonder sich erghens in te moeyen. Dit beneffens den aengheboren zucht, die de Vrouwen gemeynlijck hebben tot heerschen, is d'oorsake dat sy al vry wat te trots ende wederwaerdich zijn, geerne de meester maken ende commanderen. In haer huys-houdinghe zijn de Nederlanders matich ende ghesparich.Ga naar margenoot+ Haren ghemeynen dranck is Bier. Haer ordinaris Brood wordt in Brabant, Hollant, Vrieslandt, ende meest alle de Landen door ghebacken van Rogge, maer in Zeelandt ende de Walsche Landen eetmen geerne Brood datmen verre ziet, dat is, wit ende van Tarwe. Daer is qualijck een uys-gezin, of men slachter jaerlijx een Os ofte twee, ende soo veel Verckens daer toe, soo datse selden ter Marckt gaen om versche spijse, 'ten zy datse eenighe gast-malen groote cier, niet wetende by kans hoe sy de genoode sullen ghenoech doen. Hare huysen worden puntich en klaer ghehouden, maer besonder in sommighe steden van Holland, daer de Wyven ghenoechsaem haer Paradijsen maken van hare Huysen. Van alderhande soo nodighen als onnodighen ende pronckenden huys-raed zijn soo wel, jae veel beter verzien, alsGa naar margenoot+ eenighe Natien van de gantsche Wereldt. Sy kleeden haer redelijck wel, lichtveerdigher dan de Hoochduytschen doen, volghens der ghebueren nieus-giericheydt. Haer oude ende Moederlijcke tale (behalven in de Walsche quartieren, als Artois, Henegouwen, Walsch-Braband, ende Walsch-Vlaenderen, daerGa naar margenoot+ men ghebroken Fransch spreeckt) is Duytsch, een tale die in outheyt, rijckdom, ende volcommentheydt alle andere te boven gaet, maer is hard ende quaed om leeren voor de uytheemsche Natien, die men altijdt aen haer sprake bekent, al hadden sy schoon thien, twintich, ofte meer jaren in't Land ghewoont. Daerentegen de Nederlanders leren lichtelijck alderhande vremde talen, ende men vinter die haer Spaensch, Italiaens, Frans, Hoogh-duytsch ende Enghels soo ghereedt ende veerdich hebben, als of sy in die Landen gheboren waren, oft al haer leef-daghe langh ghewoont hadden. Aengaende de Latijnsche, Griecxsche, Hebreeusche ende dierghelijcke gheleerde talen, daer in zijn sy, haer werck daer af makende, soo ervaren ende bedreven, als (niemand te nae ghesproken) eenighe andere Volckeren. Men vindt in Holland (seght de wijt beroem- | |
[pagina 15]
| |
de Erasmus van Rotterdam, een gheboren Hollander) meer luyden van tamelijcke ofte middelbare gheleertheyt, als erghens andersins. Maer om weder te keeren tot ons Duytsch, dese tale heeft men hier te Lande ghesproken al over 1600 jaren ende meer, namelijck ten tijde van Iulius Caesar, ende wie weet hoe langhe daer te voren? Dit wordt met verscheyden redenen, oude memorien ende ghetuyghenissen, soo van den selven Caesar als andere Schrijvers bewesen, die men (des nood zijnde) soude konnen by-brenghen, indien't onse kortheydt ghedoochde. 'Tis wel waer datter eenighe veranderinghe in ghevallen is, door dien ijder Landschap het gheluyt ende de uytspraeck heeft aenghenomen van sijn ghebueren, maer in den gront ist de selve tale, zijnde rijck ende overvloedich van korte, eyghentlijcke, ende duydelijcke woorden, seer bequaem om grondelijck uyt te drucken de ghedachten des herten, oock wyder streckende, ende verder ghesproken wordende dan lichtelijck gheen andere. Want men spreeckt Duytsch van Calais in Vranckrijck af, tot in Ga naar margenoot+Lijflandt toe, ende noch verder. De Nederlanders sijn God-vruchtighe Luyden, ende oude Christenen, van de eerste (seght Guicciardin) die tot Christum bekeert sijn, ende het Euangelium aenghenomen hebben onder alle Gallische ende Duytsche Volckeren. Hare Godt-vruchticheyt blijckt aen soo vele schone Kercken, Abdyen, Kloosters, Gast-huysen, ende andere Godes-huysen, daer de Steden ende Dorpen ten platten Lande doorgaens mede verciert zijn, ende onghelijck meer gheweest hebben voor dese letste beroerten ende inlandsche oorlogen. Ende hier met willen wy dit verhael van de Nederlanders ende hare zeden staken, ende voort varen tot de beschrijvinghe van de politijcke regeringhe deser Landen, maer eer wy daer toe comen, dewijle de selve Landen door de voorsz. langhduerighe inlandsche oorloghen, eyndelijck met een twaelf-jarigh Bestant gheeyndigt, in twee deelen gespleten zijn, soo moeten wy eerst tot meerder licht van den Leser met korte woorden aenwysen, onder wat Princen ende Overigheden dat sy teghenwoordelijck staen, wat sy voornemelijck inde oorloghe gheleden hebben, ende in wat staet dat sy haer 'thans bevinden. Ga naar margenoot+De Ertshertogen Albertus van Oostenrijck, Sone van Keyser Maximiliaen de twede, ende Isabelle Clare Eugenia Infante van Spaenjen, Dochter van Koning Philippus de twede, (eertijts Heere van alle de Nederlanden) bezitten althans eerst de hertogdommen van Braband (uytgenomen de Steden Bergen op Zoom, Breda, Grave, Steenbergen ende Willemstad, met de juridictien van dien) van Limburg, ende Lutzenburg, met het Overquartier van Geldren, waer in gelegen zijn de Steden Ruermunde, Wachtendonck, Stralen, Venlo, en Gelder, met hare juridictien ende vryheden. Daer na de Graefschappen van Vlaenderen (behalven Sluys, Axele, en Arderburg, met eenige Schanssen ende Sterckten) van Artois, van Henegouwen, ende van Namen. Het Marckgraefschap des Heyligen Rijx, daer van Antwerpen de Hooftstadt is, ende de Heerlijckheyt van Mechelen. De Staten Generael der Vrye Verenichde Nederlanden bezitten voor eerst de drie quartieren van Gelderland, daer onder gherekent het Graefschap Zutphen, in het welcke de Eertshertogen hebben de Stad van Grolle. daer na de Graefschappen van Holland en Zeeland, met de Heerlijckheden van Vriesland, van Vtrecht, van Over-ijssel (behalven Oldenzeel ende Lingen, bezeten by de Eertshertogen) ende van Groeningen, Ende voorts de boven-genoemde steden ende Leden van Braband en Vlaenderen, daer de Eertshertogen (so gheseyt is) niet over en ghebieden. | |
[pagina 16]
| |
'T Hertogdom van Braband heeft in de voorleden veertigjarige oorloge veel geleden, zo van sijn vyanden,Ga naar margenoot+ als van sijn eygen Krijchsvolck, die om quade betalinge ghemuytineert zijnde, den armen Huysluyden ten platten lande onuytsprekelijcken overlast ghedaen hebben, zo dat het te verwonderen is hoe sy het zo lange hebben kunnen uythouden. Dan 'tland heeft veel goede Steden, daer den Landtman sijn toevlucht toe heeft ghehadt. De Stad Loven is nu weder in redelijcken doene. Brussel heeft sich meest altijd wel geneert met het Hof, ende is tegenwoordich in goeden staet. 'S Hertogenbossche, hoewel't veel aenstoten ende belegeringen heeft geleden, is nochtants in state gebleven. Maer Antwerpen een Stad zeer wijt vermaert, ende voor weynich jaren om haren groten koophandel van alle natien besocht, heeft aldermeest gheleden, is geplondert, veel afgebrandt ende geschat geweest, ende heeft noch een Kasteel moeten bouwen, dat sy dagelijx te ontzien heeft, zo dat de grote koophandel aldaer vergaen is, ende eenlijck eenige Hoofsche Negotianten oft Financiers, de Stad noch wat ophouden. In somma Braband is staende de oorloge wel van d'een helft van sijn volck ende Inwoonders vermindert. Mechelen midden in Braband gelegen, maer nochtans een souveraine Stad ende Heerlijckheyt, heeft tweGa naar margenoot+ mael ingenomen, ende schandelijck in de grond geplondert geweest. Heeft langduerige vrede van doen, om allengskens wederom te bekomen. Limborg, Valkenborg, ende Dalem met haer appendentien hebben mede veel geleden, maer nu onthouden sy hun redelijck.Ga naar margenoot+ Lutzenburg is geheelste ghebleven van alle de Nederlanden, hebbende niet veel meer geleden dan doortochten van Krijgsvolck.Ga naar margenoot+ Artois, Henegouwe, met Valencijn, Namen, Walsch-Vlaenderen (daer by principalijck verstaen wordenGa naar margenoot+ de drie Steden Rijssel, Douay en Orchies, mitsgaders de Stad van Doornijck ende het Doornijxsche) ende 'tBisdom van Camerijck (eerst sijn eygen Bisschoppen toebehoort hebbende, maer nu mede staende onder 'tghebiedt van de Ertshertogen) hebben in't beginsel des krijgs hare voornaemste Steden belegert, gedwongen, ende geransoeneert gezien, 'tplatte land bedorven en op-gegeten. Doch heeft haer zulx des te min ghedeert, mitsdien sy in de Fransche oorlogen al veel meer ghewent waren te lijden. Maer na hunne versoeninge met den Koning hebben sy haer te bedancken gehadt van goeden welstand ende neringe, oorlogscher wijse, ende sonderling niet dan over de schattingen mogen klagen. Vlaenderen heeft aldermeest in dese oorloge gheleden, als dickwils van een oproerighe ghemeente verheert gheweest, ende alle sijne Steden (uytghesteken Grevelinghen ende eenighe kleyne nesten) beleghert,Ga naar margenoot+ ghewonnen, veel oock gheplondert, eenighe met veel groote Dorpen ende Vryheden tot steenhopen ghemaeckt, ende jammerlijck vernielt ghesien hebbende, ende daerom de meeste helft van sijn inwoonders quijt gheworden zijnde, die ghevlucht ende al de Wereldt over verspreyt zijn. Ende dit zy genoech van de Landen staende onder de regeringhe van de Aerts-Hartoghen, die (hoe zeer sy ghedestrueert zijn) door een vasten ende langhduerighen vrede lichtelijck weder souden gheraken te floreren.Ga naar margenoot+ Aengaende nu de vrije vereenighde Nederlanden, gheregeert by de Heeren Staten Generael, Gelder- | |
[pagina 17]
| |
landt ende t'Graefschap Zutphen hebben veel gheleden, door belegeren, innemen, ende plonderen van haer beste Steden, ende zijn by de oorloghe minst gheprospereert. Dan herscheppen nu haren adem door het teghenwoordich Bestant, ende komen allenxkens tot haer vorige fleure Ga naar margenoot+Holland heeft veel groote verwoestinghe gheleden, zijnde eenighe sijne Steden beleghert, ghewonnen, ende verbrandt gheworden, maer is ten lesten door de oorloghe ghekomen tot binnenlantsche ruste, prosperiteit ende groote rijckdom, nae dat het sijne ghebueren tot Frontieren ghekregen hadde. Bloeyt nu in koop-handel ende Schip-vaert verre boven alle d'andere Landen, beseylende de gantsche Weereldt, ende lanx om meer toenemende in moghentheyt ende voorspoet, 'twelck voornemelijck blijckt aen de machtighe Koop-stadt van Amsterdam. Ga naar margenoot+Zeelandt hebbende veel gheleden, ende sijn voornaemste Steden beleghert, ende door honghers noot gedwongen gezien, sijne dijcken door-ghesteken, zo dat men met Schuyt daer over henen voer, ende 'tplatte Lant afghelopen ende bedorven, is nochtans ten lesten uyt die groote ellende gheworstelt, volgens sijn devise oft spreeck-woordt, Luctor & emergo.
Ick worstel (spreeckt de Leeu, die eerstmael scheen verschoven)
En raecket 'swaters dwangh, Godt lof, allenxkens boven.
Is nu door de Schip-vaerdt, Visscherie ende Land-neringhe, in tamelijck goeden doene. Ga naar margenoot+Vriesland heeft mede veel gheleden, maer sich inde oorlogh kloeckmoedich gedraghen, ende in de contributien tot de selve wel ghequeten, floreert nu meer als oyt te voren. Ga naar margenoot+Vtrecht heeft wel seer grote versmaetheyt ende 'tmeeste onghelijck gheleden, onder de regeringe van den Hartogh van Alba, oock sints mede in groot perijckel gheweest door tweedracht, maer daerom niet ghelaten 'thooft boven te houden, ende in sijn vorighe grootheydt ende voorspoet te blijven, soo het tegehenwoordich noch doet. Ga naar margenoot+Over-Yssel en Drenthe hebben hare principale Steden beleghert ende gewonnen gezien, sommige meer dan eens, haer platte Lande afgelopen ende verwoest, ende altijt veel perijckelen uytgestaen, zo dat sy wel een langhduerighen pays van doen hebben, om tot haer vorighe welvaert te gheraken. Ga naar margenoot+Groeninghen ende Ommelanden hebben met hare ghebueren veel gheleden. De stadt is meer dan eens beleghert gheweest ende ghedwonghen. De Ommelanden afghelopen ende gheplondert. Dan beginnen sich door't Bestant te hernemen. In somma de Drye Vereenichde Nederlanden zijn nu doorgaens in veel beteren staet als d'andere, meest doordien sy de open vrye Zee hebben, ende daer by grote menichte van Schepen, zijnde daerenboven zeer volckrijck, overmits veel verdreven Inwoonders van d'ander Nederlanden haren toevlucht aldaer ghenomen hebben, op hope van neringe, ende zo om de vryheyd van hare conscientien, als vande Schipvaerd ende koophandel te ghenieten, mits de goede ghelegentheyt van de Zee ende Rivieren. In voegen dat de zelve Landen by de oorloge, tegen alle natuere ende menschelijck vernuft, zeer verrijckt ende verbetert zijn | |
[pagina 18]
| |
florerende meer dan sy oyt voor de troubels ghedaen hebben, ghelijck dan genoegsaem blijckt aen hare ghesterckte ende vergrote Steden, Schanssen, ende kostelijcke ghebouwen. Mogende sich daerentusschen het Nederland in't ghemeen beroemen, naer sijn grote, te wesen het treffelijcke, volck-rijckste, ende sterckste Land van de geheele Wereld, daer alle Martialisten van geheel Europa haer ambacht geleert ofte kunnen leeren hebben den tijd van veertich jaren lang, ende meer. Aen gaende nu de politie ofte regeringe van de 17 Nederlanden, die wordt zo wel in de Provincien staende onder 'tghebied van d'Ertzhertogen, als in de vrye Republijcke van de vereenighde Landen, tot noch toeGa naar margenoot+ zeer gedreven op den ouden voet eertijds ghehouden by de Princen van't huys van Bourgoignen, welcken voet ofte forme wy eerst uyt Guicciardin kortelijck zullen voor-dragen, ende daer na oock aenwijsen de veranderinghe die daer in gheduerende de voortsz troubles zoude mogen zijn gevallen. Dese forme dan, wat belangt de namen der Officieren, ende d'autoriteyt ofte macht die de zelve gebruycken, komt ten naesten by over een met de politie van Vranckrijck, zijnde 'thoogste ghebiet in alle zaken by den Prince oft Overhere,Ga naar margenoot+ doch besloten ende bepaelt binnen 'tvoorschrift van de privilegien ende vryheden den Landen van oudts her ende buyten alle Menschen ghedenckenisse verleent, welcke daer op meest lopen, dat de Prince, zo wanneer hy yet nieus wil voorstellen, als by exempel den Landen af-vorderen enighe extraordinaire schattinghe ende behulp van gelde, ofte doen publiceren enighe nieuwe wtten oft ordonnantien daer yets aen ghelegen is, het zelve niet en vermach te doen, dan met consent ende volkomen bewillighine van de Staten der selve Landen, de welcke by te dien eynde moet doen beschrijven ende hare stemmen af-vragen ten bestemden daghe ende plaetse, Het welcke hoe dat het ghemeynlijck toegaet, wy hier na wijdlopiger zullen verhalen. De Prince dan (zo ghezeydt is) heeft in alle zaken van importantie 'thoogste woord en macht. Alle de Hoofd-officieren des Lands, ende by namen de Gouverneurs zo van alle de Landen int ghemeyn, als van ijder besonder, de Cancelliers, Prezidenten ende Raedsheren van sijne Raden van State, Secreten, ende Groten, mitsgaders van de Cancelleryen ende Hoven Provinciael, de Hoofden ende andere Officieren van de financien, de Reken-mmesters, de Bisschoppen, Abten ende andere Kerckelijcke Prelaten, de Opperjachtmeesters, Houtvesters, Cruyers, ende diergelijcke Warendenaers, de Hoog-Balliuwen, Ruaerden, Drossaerts ende Schoutens, de Schepenen, Raden oft Vroetschappen, ende in verscheyden Steden oock de Borgermeesters: Dese (zeg ick) ende watter voor Hoofd-officieren meer zijn, worden alle by den Prince bevesticht, ende bedienen hare ampten uyt sijnen name, ja alle wetten, statuten ende rechten worden ghemaeckt ende uytghevoert onder sijne macht ende autoriteyt. In somma, daer en mach niets ghedaen worden, wat belangt de hoofd-regeringhe van de Landen, oft sijn naem moeter over gaen ende in erkent zijn. 'Tis welGa naar margenoot+ waer dat de Grootmachtighe Princen des huys van Oostenrijck, door-dien sy zo veel andere Landen ende Koningrijcken te regeren hadden, niet en hebben personelijck in de Nederlanden moghen rezideren (zo die van Bourgoignen hier voormaels plachten) ende daerom ghenootzaeckt zijn gheweest hare Gouverneurs generael tot de zelve regeringhe te committeren, die van even zo groten macht ende autoriteyt hadden, als sy zelve: maer nochtans en mochtender noch Officieren gekoren, noch rechtvoorderinge gepleeght worden, | |
[pagina 19]
| |
dan op de naem van den Prince alleen. Ende dit (meen ick) sal hier van ghenoech zijn. Ga naar margenoot+Den Raedt die-men gemeynlijck noemt van Staten, reziderende by den Prince, oft in sijn afwesen by den Gouverneur generael van de Landen, bestaet uyt een onzeker ende somtijds meerder somtijds minder getal van Raedsheren. Onder welcke zijn enighe particuliere Gouverneuren des Lands, ende ander Edelluyden, mitsgaders enighe Rechtsgeleerde, die van wegen hare ervarentheydt ende kloeckheydt by den Prince daer toe gekoren worden. Dese hebben een Prezident, ende met haer beraedt zich de Prince oft Gouverneur over den generalen staet des gantschen Lands. Want in desen Raed is het dat-men handelt van vrede en van oorloghe: van de advertissementen oft waerschouwingen die men ontvangt uyt vremde Landen: van 'tverstand ende verbondt dat-men heeft ofte maken sal met uytheemsche Koningen, Vorsten ende Republijcken: van het aen-nemen oft af-dancken der Kolonnellen ende Kapiteynen: van de fortificatien van Steden en ander plaetsen: van Ambassadeurs te ontfangen ende uyt te zenden: ende in somma van alle gewichtige zaken den welstand ende goede regeringhe der Landen betreffende. Alst nood is worden in desen Raed oock beroepen de Heren van der Orden des gulden Vlies. Ga naar margenoot+De secreten Raed rezideert mede neffens den Prince oft Gouvernur, bestaende uyt tien oft twaelf Raedsheren, meest Doctoren ende Licenciaten in de Rechten, oft oock sommighe Edelluyden ende Ridders. Heeft mede een Prezident, die oock bewaerder is van den groten zegel des Princen. In desen Raed plachten eertijds ghehandelt te worden, alle de zaken des Hofs ende der Landen: maer door den groten aenwas ende vermeerderinghe der zelve, niet machtich zijnde die alleen af te doen, heeft hy den Rade van State moeten inruymen het deel hier voren ghezeydt, ende voor hem zelven alleenlijck behouden al 'tgene dat aengaet de Iustitie ofte rechtsvoorderinghe ende politie der Landen, mitsgaders den oppersten toezicht ende kennisse over alle de Hoven Provinciael. 'Tis dan dese Raed die de macht heeft privilegien, konsenten, gratien ende pardoenen te verlenen: wetten statuten, ordonnantien ende placaten te maken: ende van alle geschillen over de land-scheydinghen, palen ende grensen des lands kennisse te nemen, ende te vonnissen. Kort om, desen Raed is als de sterckte, de borstweringhe, ende 'tbolwerck van de Iustitie. Ga naar margenoot+In den Raed van Financien, rezideren gemeynlijck drie van de voortreffelijckste Heren des Lands, die men noemt Hoofden ofte Superintendenten van de Financien: een Thresorier, ende een Ontfanger Generael, ende dan noch dry Mannen van State, die-men noemt Commisen, met twe Griffiers, ende meer ander Dienaers. Desen Raed heeft de hoogste toezicht op de Domaynen ende inkomsten des Princen: als oock op de Ontfangers, Rentmeesters ende andere Officieren die enighe handelinge hebben van des Princen penningen. Hier maeckt-men alle de ordonnantien oft afschriften van de betalingen die uyt 'sPrincen name te doen staen, 'tsy dan van wegen de fortificatien oft van andere ordinare onkosten tot dienst ende nut van den Lande ghedaen. Men verhuerter ende verpachter, door middel van de Rentmeesters, ende met advis van de Reken-kamers, des Princen goederen: ende om kort te vallen, desen Raed is ghelijck als de Schat-kamer des Princen, uyt den welcken hy zich altijd verzien mach in alle voorvallende nootdruftigheden, zo van oorloghe als van vrede. | |
[pagina 20]
| |
Deze Raden nu moeten alle drie des Princen Hof volgen, 'tsy dan waer hy oock gaet, ghelijck mede ghehouden is te doen de Prevoost van den Hove, die om dat hy een langhe rode doornen roede draeght, tot eenGa naar margenoot+ teecken van justitie, gemeynlijck genoemt wort de Rode Roede. Deze behalven dat hy het Hof dient, mach oock de plaetse bewaren van Prevoost generael over alle de Landen, want hoewel datter in tijd van vrede bynaest in een ijder Landschap zodanige Rode Roeden om rijden tot ontsach ende straffe van de ledige landlopers ende straetschenders, zo ist nochtans alzo, dat daer sy-luyden de palen van hares lands vryheyt niet en mogen te buyten gaen, daer noch dese man na den eysch ende gelegentheyt van de zaken, ende volgens de commissie hem by den Hove gegeven, over al het geheele Land door reysen, om zodanich gespuys op te vangen, te rechte te stellen, ende naer verdienste te straffen. Daer zijn behalven de voorgemelde noch andere Vorstelijcke Raden, die als leden ende aenhangsels zijnGa naar margenoot+ van den Raed van Financien, ende genoemt worden de Reken-kamers. Deze waren voor de dickmaels verhaelde inlandsche oorlogen vier in getale. De principaelste van allen hadde ende heeft noch sijn residentie te Rijssel in Walsch-Vlaenderen. De twede te Brussel in Brabandt. De derde binnen 'sGravenhage in Hollant. Ende de vierde jongst ingestelt tot Aernhem in Gelderland. Hoe verre de jurisdictie van elck deser kamers ghestreckt heeft, ofte noch teghenwoordich streckt, ende offer noch eenige nieuwe naderhant opgherecht zijn, daer van zullen wy ter behoorlijcker plaetse namelijck in de bezondere beschrijvinghe van elck Landschap breder spreken. Voor alsnu sal't genoech zijn te zeggen, dat in elcke Kamer ghemeynlijck is een President met een zeker getal van Auditeurs ofte Rekenmeesters, ende meer andere Officieren: ende dat aen de selve alle Rentmeesters ende Ontfangers, die eenich bewint hebben van des Princen oft gemeynen Lands penninghen, moeten rekeninghe doen van haren ontfang ende uytgheven, quitancie van haer nemen, ende daer mede bewijsen wat sy't over ofte te kort komen. Daer heeft nu de Leser vast alle de Raden ende Officieren, die de Landsheere placht te gebruycken, tot de generale regeringe van de zeventien Nederlanden. Nu komen wy tot de particuliere Regeerders van ijder Landschap in't bezonder. Voor eerst dan warender de particuliere Gouverneurs van de Landen van Overmase, begrijpendeGa naar margenoot+ 'tHertogendom Limburch, Valckenburch, Dalem, ende 'sHertogen-Rode: van Gelderland ende Zutphen: van Vriesland, Over-Yssel en Groeningen: van Holland, Zeeland en Vtrecht: van Vlaenderen ende Artoys: van Rijssel, Douay en Orchies: van Doornijck ende het Doornijxsche: van Henegouwe: van Lutzenburch: van Namen: ende van Mechelen. Deze waren Stadhouders van den Prince elck in sijn bezonder quartier, ende hadden aldaer het volle bewind van alle ghemeyne Lands zaken, zonderling wat den oorloog belangde, maer erkenden nochtans den Gouverneur generael voor haer Overhoofd, ende stonden onder sijne ghehoozaemheyt. Braband, ende 'tMarcgraefschap van den heyligen Rijcke en hadden geene bezondere Gouverneurs, maer wierden alleenlijck gheregeert by den Gouverneur Generael, die ghemeynlijck sijn residentie placht te houden binnen de Princelijcke Stad van Brussel. Daer na isser bynaest in ijder bezonder Landschap (zoo mede elck op sijn behoorlijcke plaetse breder verklaert sal worden) eenen Raed, die men te Mechelen noemt den groten Raed ofte het Parlement: in Brabant,Ga naar margenoot+ | |
[pagina 21]
| |
Gelderland ende elders de Canvellerie, in Hollandt ende ander quartieren het Hof ofte den Raed Provinciael. Deze Raden bestaen na ghelegentheyt van de plaetsen uyt achte, tiene, twaelve, zestien oft achtien Raedsheren, Doctoren oft immers Licentiaten in de rechten, ende een Cancelier oft President, die de eerste stem heeft. Voorts zijnder de Advocaten fiscael ende Procureurs Generael van den Prince, de Greffieren, Secretarisen, ende ander minder Officieren, die meest elck hare wedden trecken van den zelve Prince. Voor deze Hoven gaen ende worden ghehoort alle de appellen van de vonnissen die ghewesen zijn by eenige lager vierschare onder ijder Hof resorterende. Ende moeten aldaer des verzocht zijnde erschijnen ende te rechte staen niet alleen de Officieren ende Heeren des Lands, maer somtijds oock wel de Prince zelfs, in sijnen name den Advocaet Fiscael ende Procureur Generael, zonder dat men hem onrecht hebbende in't alderminste verschoont. Het Parlement van Mechelen, de Cacellerien van Brabandt, Gelderlandt, ende Vriesland, ende de Raden Provinciael van Vtrecht ende Over-Yssel, wijzen altemael diffinitivelijck, zoo datter van hare vonnissen gheen appel meer en valt, doch wortter in civile zaken wel toeghelaten een zeker Ga naar margenoot+maniere van Overzieninge, oft (zo het de Practisinen noemen) Revise van den processe, tot de welcke gedeputeert worden eenige Raedsheren uyt de andere Hoven Provinciael des Lands, die de stucken ende schriftueren ten wederzijde bygebracht overzien, ende dan by overstemminge vonnissen offer in't gestreken vonnis gedoolt is, of niet: maer veeltijts ghebeurt het dat die de Revisie verzocht heeft beyde kost ende moeyte verliest. Men behelpt zich in deze Hoven Provinciael, ende in meest alle de leeghe vierscharen des Lands, met het borgerlijcke recht ende de geschreven wetten der Romeynen, doch alzo dat de bezondere handvestingen ende plaetselijcke recht ende de geschreven costuymen van elcke Stad ende vryheyt in haer volle kracht blijven, ende de privilegien hun vergunt niet ghekrenckt oft ghemengt en mogen worden. Ga naar margenoot+De Prince oft sijnen Stadthouder Generael in ijder Landtschap, schickt oock alle jaers zekere Commissarisen naer de voornaemste steden des Lands, of de zelve steden zenden de hare te Hove, om de Wet te vermaken, dat is in plaets van de afgaende Burgemeesters ende Schepenen nieuwe te verkiezen, oft by de steden alrede verhoren zijnde, te bevestigen. Ende doen alle Gouverneurs, Canceliers, Prezidenten, Raedsheren, Thresorieren, Ontfangers, ende andere Officieren eed van ghetrouwigheyd aen den zelven Prince. Ga naar margenoot+In tijdt van vrede en placht de Prince geen ordinaris Voetvolck te houden in sijnen dienst: maer altijdt hielt hy dry duysent zo sware als lichte Peerden, die-men noemde De Benden van Ordonnantie. Dese waren verdeylt in veertien Campagnien, sommige van 50 andere maer van 30 Ruyters, ende commandeerde over de zelve de principaelste Heren van den Lande, als de Prince van Oranjen, den Hertoghe van Aerschot, de Graven van Egmont, Horen, Arenberge, Mansfeld, etc. die elck haren Lieutenant ende ander Officieren hadden, altesamen eerlijck gheappointeert, ende de Ruyters oock wel betaelt. Ga naar margenoot+Ter Ze en werdt mede geen ordinaris scheeps-armeye ghehouden, want mits dien 'tLand altijdt overvloedelijck verzien is zo van inlandsche als uytheemsche schepen, die men in tijt van node by arrest kan doen dienen, zo ware het verloren kost ende moeyte in vreeds tijden enighe toerustinghe van schepen te onderhouden. Doch heeft den Admirael van der Ze noch altijd onder hem enighe schepen van oorloge, dienende om | |
[pagina 22]
| |
somtijds enighe kleyne tochten te doen. Dit Admiraelschap is een van de voornaemste officien des lands, ende daer beneffens seer profitabel, zonderlinghe in tijden van oorloghe: want dan heeft den Admirael oock sijn part in de confiscatien ende buyten, die op den ghemeynen vyand ghehaelt worden: ende weet wat hy treckt van ijder last goets dat te water onder 'tvry gheley van den Prince naer vyanden landen ghevoert, oft van daer herwaerts over ghebracht wordt. In somma, hy is Gouverneur ende Kapiteyn generael van der Ze, ende van alles wat de Ze enichzins aengaet. Daerom oock de zelve staet altijd placht bedient te worden by een van de grootste Heren des Lands. Van Gheschut ende alderhande munitie van oorloghe zijn alle de voornaemste steden des Landts, maerGa naar margenoot+ in zonderheyt die op de Frontieren liggen, ende de Kastelen ghenoech verzien. Doch heeft de Prince behalven dit sijn Munitie-huys binnen Mechelen, van waer men 'tgheschut ende munitie bequaemelijck kan vervoeren, als wesende een plaetse die bynaest midden int Land leyt, naer alzulcke quartieren als de noodt is vereysschende. Ende te dien eynde isser een Vorstelijck Officier, die de last ende opzicht heeft van de zelve te doen uyt ende in voeren door sijne Commisen ende ander Dienaers, ghenaemt de Groot-meester van d'Attelerie, welcke staet mede bedient wordt by jemand van de voornaemste Heren des Lands, zijnde niet min profitelijck als eerlijck ende van groter autoriteyt. Ga naar margenoot+Over de Iacht, het Vederspel, ende de Visscherye in de Rivieren, ende ander zoete wateren, heeft de Prince in ijder Landtschap sijn Iacht-meesters, Houtvesters, Cruyers, Forestiers, ende dierghelijcke dienaers, zijnde veeltijds luyden van qualiteyte, ja de sommige van de principaelsten Adel des Lands. Want het jagen, vliegen, ende visschen, en staet een jegelijck zonder onderscheyt hier te lande niet vry, uytgenomen alleen in Braband, daer maer vijf bosschen en zijn, welcke eygentlijck bewaert worden voor den Prince, namelijck dat van Sonien, Zaventerlo, Groten-hout, Groten-heyst, ende Meerdale, mogende voorts alle geboren Brabanders heel 'tLand over vryelijck jagen ende vliegen, mits dat het gheschiede met Hondt ende pluym, niet met stricken oft ander practijcken. Ga naar margenoot+Wy hebben hier voren een weynich gheroert van de vergaderinghe der Staten des Lands, zonder welker bewilliginghe de Prince niet en vermach yet nieus voort te stellen: dit zelve zullen wy nu den goetwillighen Leser wat wijdtlopiger voordraghen, ende dat met de eyghen woorden van den dickmaels ghemelten Louys Guicciardin, welcke des te meerder gelove verdient in't gene hy zecht van de grote privilegien ende vryheden deser Landen, om dat hy niet alleen een vreemdeling gheweest is, ende volghens dien onpartijdiger van een vreemde republijcke spreeckt, maer oock om dat hy sijn werck heeft opghedragen ende toegheschreven den grootmachtigen Koning van Spanjen Philippus de twede, voor wien hy zich immers met rechte zoude ghevreest hebben de zelve privilegien breder uyt te meten dan sy in der daet en zijn, vermits hy beyde goed Rooms-catholijck was, ende zeer goed Konings. Dit zijn dan sijn woorden: Wanneer de Prince, oft sijn Stad-houder begeert te vergaderen de Staten van den Lande om haer af te vorderen 'tsy dan geld oft ander behulp: oft oock om yet ghewichtigs voor te dragen, als van nieuwe schattingen ende tollen op te stellen, oft nieuwe wetten af te kundigen: zo zendt hy herwaert en derwaert sijne Brieven, ende | |
[pagina 23]
| |
stelt een zekeren dach ende plaetse, wanneer ende waer de gedeputeerde van de Staten sich moeten laten by een vinden. Ten bestemden dage en laten alle de Staten die geroepen zijn, ende der vergaderinge by wezen moeten, niet te verschijnen, Ende komen voor eerst die van Braband, daer na die van Vlaenderen, van Artoys, van Henegouwe, van Valencijn, van Rijssel, Douay en Orchies, Voorts die van Holland, van Vtrecht, van Zeeland, van Namen, van Doornrijck ende het Doornijxsche, ende eyntelijck die van Mechelen. Want zo veel d'ander Landen aengaet, als Lutzenburch, Gelderland, Vriesland, Over-ijssel en Groeningen, dewijle die zekere vryheden hebben in hare privilegien begrepen, ende verdrach ghemaeckt hebben met den Prince, zo en mogense niet gedachvaert worden daer te verschijnen, 'ten ware dan in heel hooghdingende ende extraordinare zaecken, maer vergaderen elck in haer Land onder d'autoriteyt van hare bezondere Gouverneurs uyt des Princen name. Deze Staten nu bestaen uyt de Geestelijckheyt, uyt den Adel, ende uyt de Hooftsteden van ijder Landschap. Die van Braband, Artoys, Henegouwe, Zeeland, ende Namen zenden Commissarisen voor alle drie deze Leden, te weten Abten voor de geestelijckheyt, Graven, Marquisen, Baenderheeren ende ander grote Meesters voor den Adel, ende een Borgemeester of twe met een Pensionaris voor elcke Stad, meer oft min, na dat men ziet dat de zake vereyscht. Ick zegge datter de Abten verschijnen voor de Geestelijckheyt, 'twelck waer is, dewijle sy mede lidtmaten zijn van dat Lichaem, maer in der daet komenser om haer eyghen belang, want de ander kerckelijcke personen en hebben noch met haer noch met de Staten Generael niet te doen, dewijle sy immers ten meesten deele, ongehouden zijn te verschijnen, ende vry van alle beden ende geldefeesten. Die van Vlaenderen deputeren alleenlijck zekere Commissarisen uyt den name van de vier Leden. De Hollanders zenden maer gedeputeerde voor de Ridderschap ende Steden, ende wat deze besluyten dat wordt van waerde gehouden over 'tgantsche Land. Deze Staten aldus op den Landschap verschenen zijnde, en vergaderen niet al teffens maer gemeynlijck 'teen Landschap naer 'tander, in een grote Zale van des Princen Paleys, alwaer in tegenwoordigheydt van de Gouverneur Generael, de President, oft eenigen Raedsheer van State, uyt den naem van den Prince, proponeert 'tghene hy eyscht ende verzoeckt, daer toe gebruyckende schijnbare redenen ende beleefde woorden, om de herten van de vergaderinge te winnen. Daer op verzoeken de ghedeputeerde dan tijd ende uytstel om zich te beraden ende antwoorden: ende na zekere ceremonien die men ghewoon is te onderhouden, gheeft elck Lidt bezonder, van wegen het Landschap dat haer ghezonden heeft, sijn antwoord over by gheschrifte. Waer mede indien de Prince oft Gouverneur niet te vrede en is, zo tracht hy sijn zake met redenen te rechtveerdighen, ende haer tot sijn voornemen te bewilligen: Want volghens hare privilegien, zo en vermach de Prince met haer te dwingen, noch yet te doen, dan met reden, ende en heeft in dit quartier geen plaetse (ghelijckt 't wel elders doet) dit tyrannisch woord Sic volo, sic jubeo, Dat is:
Dit wil ick dus, dat zo, mijn wille t' allen plecken
Voor reden ende recht allene moet verstrecken.
Zo dat wanneer schoon alle de ghedeputeerde den Prince yet toeghestaen ende inghewillicht hadden, ende | |
[pagina 24]
| |
dat maer een eenighe Stadt, als by exempel die van Antwerpen, zich daer tegen stelde: sy geheel de zelve inwilliginghe zoude te niet maken: want de ghedeputeerde als sy yet inwilligen, zo doen sy het met conditie, dat de andere Staten daer toe mede eenparichlijck zullen verstaen: Ende moeten dien volghens ghemeynlijck niet alleen de Hoofden van de gedeputeerde, maer oock hare leden eendrachtelijck over een stemmen in een zelvighe conclusie: zo dat het somtijds gebeurt, niet tegenstaende wat vertooch datter ghedaen wordt, doordien de verscheydenheyt ende ongelijckheyt van stemmen zulx belet, dat de Prince niet met alle en krijcht van't ghene hy verzoeckt: De welcke voor dat mael moet ghedult nemen, ende niet meer daer van spreken, maer verwachten een beter ghelegentheyt. Dus verre Guicciardin, uyt den welcke wy oock aenwijzen zullen wat verdrach datter in kerckelijckeGa naar margenoot+ zaken is tusschen den Prince van deze Landen, ende den Paus van Romen. Dit verdrach dan gaet mede zeer op den voet van Vranckrijck: zo dat de nominatien ofte benamingen van bequame personen tot de Bisdommen, Abdyen, ende andere diergelijcke Prelaetschappen bestaen by den Prince, maer de confirmatien ofte bevestingen by den Paus. De welcke niet en vermach, 'tzy dan onder wat pretert ofte voorwendinghe dat het zy, enigen persoon, hy zy klerck ofte leeck, te doen dachvaerden buyten de Landen: maer wanneer hy yets te vervolgen heeft, zo moet hy Kommissarisen herwaerts-over schicken, om de zake die in gheschille staet te beslechten. De Paus en vermach oock niet enich kerkelijck beneficie te confereren, noch enighe bullen oft brieven af te vaerdigen, zullen sy anders stant grijpen, ten moet dan den Prince oft sijnen Rade believen. Daerenboven heeft Keyser Caerle de vijfde een zeer wel bedachte voorzichtighe ende nodige ordonnantie ghemaeckt, zegt Guicciardin, namelijck dat de kerckelijcke personen, van wat staet ofte conditie dat sy oock zijn, voortaen niet en vermogen enighe vaste oft onroerende goederen te aenveerden, zonder uytghedruckt consent ende verlof van den Prince: ende dat mitsdien sijne Majesteyt confidereerde dat de zelve Kerckelijcke personen nimmermeer gene goederen mogende verkopen, maer wel altijt kopen, ende haren staet by maniere van spreken eeuwichduerich zijnde, sy mettertijd door hare grote middelen ende rijckdommen zouden gheraken op te kopen bynaest alle de goederen van de Landen. Tot noch toe hebben wy ghehoort den voet ofte forme van regeringhe in de nederlanden ghehouden voor de laetste troubles, resteert nu dat wy kortelijck overlopen de politie tegenwoordelijck in zwanghe gaende, zo in de Provincien staende oner 'tghebiedt van de Serenissime Eertshertogen, als in de Vrye Verenichde Landen, met de welcke de Grootmachtighe Koning van Spanjen Philippus de derde beneffens de hoochgedachte Ertshertogen in het tracktaet van den tegenwoordigen Treves openbaerlijck verklaert heeft te willen handelen als met vrye Landen, op de welcke sijne Catholijcke Majesteyt ende hare doorluchtighe Hoogheden niet en pretenderen: uyt welck verhael de verstandighe Leser by zich zelfs wel zal afnemen wat veranderinghe datter ghevallen is zo in d'een als in d'ander regeringhe. In de Landen dan staende onder d'Ertshertogen, en is sedert hare aenkomste gheschiet met het uytgaenGa naar margenoot+ des jaers 1599. genen Gouverneur generael van node geweest, vermits hare hoogheden personelijck aldaer rezideren. De Raden van State, Secreten, ende van de Financien, de Reken-kamers tot Rijssel en Brussel, | |
[pagina 25]
| |
de groten Raed ofte 'tParlement van Mechelen, daer het uyterste appel valt van meest alle de zelve Landen, de Cancellerien ende Hoven Provinciael, de Kapiteynen vande Benden van ordonnantie, den Admirael van de Zee, Grootmeester van d'artillerie, ende alle andere hier voren verhaelde Dienaers ende Officieren, uytgezondert de particuliere Gouverneurs van ijder Landschap, waer in mogelijck eenige veranderinge ghevallen is door de voorsz tegenwoordigheyt van hare Hoogheden, zijn altezamen in hare vorige autoriteyt ende waerde. Maer staende de inlandsche oorloghe, daer toe hare Hoogheden Spaensch geld van node hadden, zo was daer noch een Spaenschen Raed van Financien, die men noemde el Consejo de la Hazienda, hebbende d'administratie ende dispositie van 'tgeld dat uyt Spaenjen gezonden werdt. Dezen Raed bestondt alleenlijck uyt Spaenjaerts, ende hadde in alle zaecken verre het meeste gezech ende autoriteyt. Daer was oock beneffens den Raed van State noch een Spaensche krijchsraed, welcke meest bestondt uyt de Casteleynen ende Gouverneurs van de voornaemste Steden ende Kastelen. Ga naar margenoot+In de vereenighde Nederlanden is het hooghste gebied ende (zo de Franschen spreken) de souverainiteyt oft opperste macht van alle zaken den ghemenen welstand der zelve Landen in't ghemeyn betreffende , by de Edele Hoog-mogende Heeren Staten Generael, welcker vergaderinge bestaet uyt zulcke ende zo veel Gecommitteerde als ijder Landschap zo uyt sijn Ridderschap ende Edelen, als uyt de Magistraten ende Regeerders van de Steden goet vint van tijt tot tijt te deputeren, de welcke stemmen ende opineren niet capitatim, dat is by zo veel Hoofden alsser ter vergaderinge erschijnen, maer provincialiter, dat is van wegen Ga naar margenoot+ende by representatie van hare respective Landschappen, ende streckt hare commissie niet alleen om op de pointen daer op sy van tijde tot tijde beschreven ende by een gheroepen worden, maer oock op alle andere voorvallende zaken t'adviseren ende resolveren, zulx sy tot 'slands dienste, welvaren ende verzekeringe bevinden te strecken. Ga naar margenoot+ De ordre die sy in't stemmen houden is deze: Gelderland ende 'tGraefschap Zutphen gaet voor, daer na volcht Hollandt ende West-vrieslandt, dan Zeelandt, Vtrecht, Vriesland, Over-ijssel, ende eyntelijck Groeningen ende de Ommelanden. Het presidentschap wordt alle weke van Landschap tot Landschap verandert. De President doet de propositie, vergadert de opninien, ende concludeert by de meeste stemmen, in zaken daer overstemminge plaetse heeft. Ende dit is zo veel belangt de souverainiteyt oft hoge Overigheyt van de vereenighde Nederlanden int gemeyn: maer wat aengaet die van ijder Landschap bezonder (want het een is zoo souverain als't ander, ende 'tminste zoo wel als 'tmeeste) die hebben de zelve Landen elx aen haer zelven behouden, zo in zaken van politie als justitie, met alle hare privilegien, rechten, vryheden ende costuymen, ende hebben daer toe hare ordinarise Officieren ende Dienaers naer ouder ghewoonte, alleenlijck met deze veranderinghe, dat de ghene die op den naem van den Landsheere plachten te dienen, nu dienen op den naem van de Staten van jegelijck Landschap. So wel de Heeren staten Generael, Ga naar margenoot+als die van ijder Landschap in't bezonder (van de welcke te sijner plaetse zal gesproken worden) committeren tot executie van hare genomen resolutien, als oock tot bestieringe van alle voorvallende zaken, den welstand der Landen in't generael beroerende, eenige uyt den Edelen ende Regierders van de Steden, tot Raden, de welcke haer by eede verbonden zijn. Ghelijck sy oock andere hare gecommitteerde stellen tot voor- | |
[pagina 26]
| |
deringe, horinge ende sluytinghe van des gemenen lands rekeningen, ende andere particuliere zaken, alles met gelimiteerde oft bepaelde macht ende instructie. De Landen van Holland ende West-vriesland, van Zeelandt, van Vtrecht, en van Over-ijssel, als oockGa naar margenoot+ de Steden ende Landen in Braband ende Vlaenderen staende onder 'tghebied van de welgemelte Heeren Staten Generael, hebben tot haren Gouverneur den Doorluchtighen Hooch-gheboren Vorst ende Heere, Heere Maurits geboren Prince van Oranje, Grave van Nassou etc. die oock is Generael van den Leger, ofte Veldoverste, ende Admirael van der Zee, van alle de vereenigde Landen in't ghemeyn. Over Vriesland, Groeningen met de Ommelanden, ende de Drente is Stadhouder Grave Wilhelm Lodewijck vanGa naar margenoot+ Nassou, ende over Gelderland met het Graefschap Zutphen Grave Ernst van Nassou, beyde Cousijns van sijn Princelijcke Excellentie. De Raedsheeren van den Raed van State der vereenighde Nederlanden worden by de Heeren StatenGa naar margenoot+ generael op de benaminge van de respective Landschappen ghecommitteert, ontfangende hare commissien ende instructien van de zelve Heeren Staten generael, den welcken sy haer by eede verbinden ghehou ende ghetrou te wesen, ende zich te zullen reguleren na de voorsz instructien. Oock reserveren de welgheachte Heeren Staten hun zelven de vryheyt van zelve te mogen doen al 'tgene syluyden den Rade voorsz by hare instructien belasten, wanneer sy bevinden der Landen dienst zulx te vereysschen, veranderende mede in zulcken ghevalle, ende verminderende oft vermeerderende de zelve instructien, ende die uytleggende, daer sy duysterlijck zouden mogen schijnen te spreken. In den zelven Raed van State compereert mede altijt jemant uyt den name van den Koning van groot Britannien, ende dat uyt kracht van't verbond tusschen sijne Majesteyt ende de vereenighde Landen ghemaeckt, oft (om beter te zeggen) bevesticht ende vernieut. De Secreten Raed ende die van de Financien en hebben in de vereeichde Landen gheen plaetse, maerGa naar margenoot+ wel zijnder een Thresorier ende een Ontfanger Generael met enige Rekenmeesters die 'tbewind ende handelinge hebben van alle de penningen ende middelen der Generaliteyt aengaende. De Rekenkamers zo van Gelderland als van Holland gaen noch op den ouden Bourgoenschen voet, Maer beneffens die isser in den jare 1594 een nieuwe Rekenkamer op gerecht tot Middelburch in Zeeland.Ga naar margenoot+ Tot de beleydinghe van de zaken ter Ze hebben de Heren Staten Generael, beneffens den hoochgedachten Vorst ende Here Mauritz van Nassou, als Admirael generael, ghecommitteert de Raden ter Admiraliteyt, bestaende uyt zekere personen by de respectieve Landen ende Steden daer toe ghenomineert, welcke volgen de lijsten ende instructien haer by de Heren Staten Generael ghegeven. De Collegien ofte vergaderingen van dese Raden zijn vijf in ghetale, reziderende d'ene tot Middelburg, de twede tot Rotterdam, de derde tot Amsterdam, de vierde tot Hoorn oft Enckuysen, ende de vijfde tot Harlingen ofte Dockum, by ghebeurte. De Cancelleryen van Gelderland ende Vriesland, mitsgaders de Hoven ofte Raden Provinciael van Holland, Vtrecht ende Over-ijssel gaen al mede noch op den ouden voedt. Maer in plaetse van den GrotenGa naar margenoot+ Raed ofte 'tParlement van Mechelen, isser in Holland al van den jare 1582 af opgerecht een oppersten Raed | |
[pagina 27]
| |
Ga naar margenoot+van Iustitie, ghenoemt den Hogen-raed, voor den welcken men appelleren mach van de vonnissen by den Hove Provinciael van Hollant, Zelant ende Westvrieslant ghewesen, maer van die van den voorsz Hogenraed en valt geen voorder appel, dan mach van de zelve alleen verzocht worden revizie, ende gheproponeert Ga naar margenoot+Erreur. In welcken ghevalle de Heren Staten van de voorsz Landen neffens den zelven Raed committeren enighe Rechtsgeleerde, die 'tgetermineerde proces ex ijsdem actis revideren, ende by hare sententie verklaren of het Erreur heeft of niet, na welcke verklaringhe een ijder hem moet reguleren, zonder dat verder beklach plaetse heeft, ofte toeghelaten werdt. Desen Hogen-raed wort mede ghemaeckt by benaminghe uyt de voorsz Landen van Holland, Zelandt, ende West-Vrieslandt, ende bestaet gemeynlijck uyt een Prezident ende negen oft tien Raedsheren. Ga naar margenoot+In 'sGravenhage is oock opgherecht een Raedt van Braband, ende tot Middelburg in Zeland een Raed van Vlaenderen, over de quartieren, Steden en Dorpen, mitsgaders de Inghezetenen der zelver van de voorsz Landen van Braband ende Vlaenderen, staende onder 'tghebied van de Heren Staten Generael der verenichde Landen. By welcke Raden ghebesoigneert wort even als die van de Cancelerye in Braband ende Provincialen Raed in Vlaenderen van ouden tijden ghewoon zijn te doen, op dat alzo een jeghelijck by sijn recht ende privilegien ordentelijck mach worden gheregeert ende ghedient. Ga naar margenoot+De regeringhe van de Steden der voorsz Landen wort na hare particuliere rechten ende privilegien beleyt. In elcke Stad is van ouds her een Officier genaemt Drossaert, Bailliu ofte Schout, die by den Heren Staten van ijder Landschap wort gecommitteert. Voort zijnder in de meeste Steden vierentwintich, dertich, zesendertich ofte meer van de notabelste ende vermogenste Borgers, zo van de oude geslachten, als andere van de eerlijckste, vredelijckste ende bequaemste personen, die-men noemt Vroetschappen ofte Raden, ende representeren het gehele Lichaem van elcke Stadt, dienende haer levenlang, oft zo langhe zy Borgers ende Poorters blijven. By dese worden alle ghewichtighe zaken zo wel van den staet van de Landen rakende als die van de Steden gheconsulteert ende ghedelibereert, Ende sy verkiezen oft nomineren jaerlijx uyt haer Collegie twe, drie, ofte vier personen tot Borgemeesters der zelver Steden, ende zeven oft meer tot Schepenen. Het ampt van de Borgermeesters streckt principalijck tot der Steden regeringhe, ende onderhout van goede politie ende enigheyt onder de Burgers ende Inwoonders. Dat van de Schepenen tot bedieninghe van de Iustitie, zo int civijl als int crimineel. By de voorsz Vroetschappen worden mede gekoren twe Ga naar margenoot+oft meer Thresorieren, Fabrijckmeesters, Weeslieren, ende meer andere Officieren, welcker dienst maer ordinaerlijck en is voor een jaer. De quartieren ende Dorpen ten platten lande worden mede geregeert naer hare particuliere rechten ende handtvesten, ende hebben hare Regenten, so generael als particulier, te weten in materie van dijckagie ende 'tgene daer aen kleeft, Dijckgraven ende Heymraden, in crimmele zaken Bailliuwen oft Schouten ende Welboren Mannen ende in borgerlijcke ende civile, hare Ambachtsbewaerders ende Schepenen, welcke mede letten op de politijcke ordre ende administratie van der Ambachten goederen ende inkomen. Daer zijn oock veel Dorpen die haer particuliere Heren hebben met autoriteyt van te exerceeren hoghe middelen ende laghe jurisdictie, maer staen niettemin onder de souverainiteyt der voorsz Landen. | |
[pagina 28]
| |
Nopende d'openbare oeffeninge van de religie oft Godsdienst in de verenigde Nederlanden, die werdt alomme op eenen eenparigen voet zo in de Steden als ten platten Lande gehouden naer uytwijsen der reformatie in de zelfde Landen over veel jaren aengenomen op de belijdenisse des gheloofs in druck uytgegeven.Ga naar margenoot+ Die van de Confessie van Augsburg ende Mennoniten houden mede wel in eenige van de voornaemste Steden hare openbare vergaderinghen, tot de welcke men niemand en verbiedt te gaen, maer en worden nochtans hare Dienaers oft Predicanten niet onderhouden op des ghemeynen lands kosten. Alleen het openbaer exercitie van de Roomsch Catholijcke religie is alhier om ghewichtighe redenen verboden, alzo nochtans dat noch de Roomsghezinde noch jemand anders ghedwongen wort de gereformeerde religie aen te nemen, maer worden altesamen ghehanthaeft ende ghemainteneert onder de bescherminge ende regeringhe van de Landen, zonder in de conscientie oft op haer ghelove onderzocht, ofte meer als de Gereformeerde beswaert te worden. Ia zelve den geestelijcken oft religieusen personen die te voren gheweest, ende in de Landen ghebleven zijn, wort uyt de geestelijcke goederen toegheleyt redelijcke alimentatie ende onderhout, elck na sijnen staet ende ghelegentheyt, het zy dan datse by de Roomsche religie blijven, ofte zich begeven tot de Gereformeerde Kercke. Ende hier mede willen wy de generale beschrijvinghe van de 17 Nederlanden besluyten, ende voort gaen tot die van een ieghelijck Landtschap int bezonder. |
|