Nieuw Nederlandtsch caertboeck
(1616)–A. Goos, Reinier Telle– AuteursrechtvrijA. Goos en Reinier Telle, Nieuw Nederlandtsch caertboeck. Abraham Goos, Amsterdam 1616
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: OTM: O 62-9109, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Nieuw Nederlandtsch caertboeck van A. Goos en Reinier Telle uit 1616.
redactionele ingrepen
Door het gehele werk zijn delen van de tekst moeilijk leesbaar. Die zijn in deze digitale editie steeds tussen vierkante haken aangevuld uit exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: OTM: O 60-1480.
fol. *3v: ghegedaen → ghedaen: ‘voortgangh by my tot noch toe in de selve kunste ghedaen’.
p. 1: Begica → Belgica: ‘niet en verstaet gheheel Gallia Belgica, dewyl hy’.
p. 3: uaem → naem: ‘Immers die den naem afbrengen van de stadt’.
p. 6: het onjuiste paginanummer 8 is verbeterd.
p. 40: onderkenenn → onderkennen: ‘anderen dezer Princen te onderkennen, volgt men’.
p. 65, 66: oorzake, oorzake → oorzake: ‘heeft een ander inzien ende oorzake, ghelijck’.
p. 69: Wat quartien → Wat quartieren: ‘Wat quartieren daer onder resorteren’.
p. 84: krijgs-graten → krijgs-graven: ‘een van de vier krijgs-graven ende beschermer’.
p. 91: Vlaenderen.: → Vlaenderen.: ‘tusschen Artois ende Vlaenderen. Watter van zy’.
p. 99: ende meer → ende meer: ‘e ndemeer andere woningen’.
p. 99: Willen → Willem: ‘gesticht by Graef Willem van Henegouwe’.
p. 113: Holladt → Hollandt: ‘ende in Hollandt selve gesleten’.
p. 116: ververhalen → verhalen: ‘naem wy namaels breeder sullen verhalen’.
p. 123: basschagien → bosschagien: ‘velden ende hoven, schaduwachtighe bosschagien’.
p. 124: ende ende → ende: ‘een man van goeder memorie ende eerweerdigen ouderdom’.
p. 132: Sadt → Stadt: ‘dat die van der Stadt genootzaeckt zijn’.
p. 133: Collgium → Collegium: ‘Collegium Theologae’.
p. 137: Radenburg → Rodenburg: ‘oude brieven ende hantvesten Rodenburg genaemt wort’.
p. 142: Wordens → Woerdens: ‘des zelven van Woerdens schoonzone’.
p. 143: Willen → Willem: ‘die Here Willem van Oosthorne van onzerwegen’.
p. 148: nabner → nabuer: ‘Dat ghy dees nabuer krijcht’.
p. 151: Sadt → Stadt: ‘Raden van der Stadt in den jare 1603 van den’.
p. 151: imkomsten → inkomsten: ‘meest ende jaerlijxsche inkomsten uyt de goederen des’.
p. 157: Sadt → Stadt: ‘aen deze zyde der Stadt van node zijn’.
p. 157: Hallandsche → Hollandsche: ‘zijn boven de twe hondert Hollandsche huysghezinnen’.
p. 160: EE. → E.E.: ‘zo hebben de E.E.Heren Staten des landts daer’.
p. 162: Oost-Indieu → Oost-Indien: ‘andere waren uyt Oost-Indien komende met Lichters’.
p. 162: zels → zelfs: ‘Het gestichte zelfs is lang’.
p. 162: ua → na: ‘veel vreemde ende overzesche gestichten na 'tleven’.
p. 173: Kaden → Raden: ‘Sessendertigh Raden’.
p. 173: vertien → veertien: ‘aldaer te vernieuwen, veertien personen uyt den alrerijchsten’.
p. 183: mem → men: ‘gheobserveert, dat men immeuble goederen’.
p. 202: in het origineel ontbreekt dit paginanummer. Dat is hier ongewijzigd overgenomen.
p. 206: wonachtigh → woonachtigh: ‘de huysluyden in ende ontrent Egmondt woonachtigh’.
p. 211-222: in het origineel loopt de paginanummering als volgt: 210, 211, 222, 223 etc. Dat is hier ongewijzigd overgenomen.
p. 227: Marckt-plaeltsen → Marckt-plaetsen: ‘pleynen tot Marckt-plaetsen op de kruys wegen’.
p. 230: Gucciardijn → Guicciardijn: ‘segghen met den dickmaels aenghetoghen Guicciardijn’.
p. 234: het onjuiste paginanummer 230 is verbeterd.
p. 235: 'tplante → 'tplatte: ‘niet alleen over 'tplatte Landt van Schouwen’.
p. 237: pleyu → pleyn: ‘Munte van Zeelandt, ende een groot besloten pleyn’.
p. 245: bespoeyt → besproeyt: ‘met veel schoone springhende Fonteyn-aderen besproeyt’.
p. 249: grootheyht → grootheydt: ‘weerdich ghenoemt te worden, soo om hare grootheydt’.
p. 255: het onjuiste paginanummer 455 is verbeterd.
p. 264: gherieffeijck → gherieffelijck: ‘wonderlijck ende seer gherieffelijck ding is’.
p. 294: vat → dat: ‘schoon ende wel ghebouwet dat, ghesticht van Keyser’.
p. 302: handen → hadden: ‘dat sy den Hertoghe van Gelre betaelt hadden’.
p. 306: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
p. 307: 82 → 81: ‘f. 82. lin. 8. voor eedt, stelt het woordeken den’.
p. 307: woo;den → woorden: ‘na sevenste, doet uyt de woorden, die noch’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (308) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
Nieuw Nederlands Caertboeck.
[fol. * 2r]
Nieuw Nederlandtsch caertboeck. Waer in volkomentlijcker als oyt te voren vertoont werden de xvii. Nederlanden, soo in't geheel, als elck besonder met grote neerstigheyt ende kosten gesneden ende in 't licht gebracht door Abraham Goos.
Mitsgaders een nieuwe beschryvinge uijt verscheyden Autheuren ordentlyck tsamen gestelt door Reinier Telle: vervatende alles wat in de selve Landen ende hare besondere Steden sonderlings te sien ende te vinden is.
Gedrukckt t'Amsterdam by Abraham Goos Plaetsnyder wonende inde Kalverstraet in't vergulde Caertboeck