Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen(1858)–J.J.A. Goeverneur– AuteursrechtvrijEene wonderbaarlijke en kluchtige historie Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] V. Hoe mijnheer Prikkebeen in den walvisch gezelschap vindt en wat verder gebeurt. Toen nu Prikkebeen omlaag Neerkomt in de walvischmaag, Vindt hij tot zijn blijdschap daar Al een heerschap, kort en zwaar, Die, hoog boven nat en slib, Stijf zich vasthoudt aan een rib. En die kleine dikbuik zeit: ‘Ik begrijp niet, waar 't aan leit, Dat ik nog mijn pruik niet vang. 'k Hengel al drie maanden lang En nog krijg ik haar niet beet; - 't Is, zoo waar, een kruis en leed.’ ‘Broertje-lief,’ zeit Prikkebeen, ‘Twee zijn knapper vaak as één, 'k Wil zien, of 'k je helpen kan.’ - ‘Doe dat!’ zeit de dikke man; ‘Als je 't pruikje wedervindt, Ben ik je allerdikste vrind.’ [pagina 17] [p. 17] Op een goeden morgen, dat 't Paar zoo in de ribben zat, Slokte 't hongerige dier Nog weer op een mensch of vier. 't Was aandoenlijk, de arme liên Daar zoo spartelend te zien. 't Was een speelman, zooals bleek, En een boer met grooten steek, Met zijn knecht en Peternel, Zijne dochter, die heel fel Schreeuwde en haren zwarten mop Stevig vasthield bij den kop. Wat bekomen van den schrik, Kuijert Nel eens rond met Prik, Die verliefd raakt op en top; Speleman strijkt vrolijk op, Terwijl Dikkie breed vertelt, Hoe 't is met zijn pruik gesteld. [pagina 18] [p. 18] Prikkebeen, die thans bedenkt, Wat geluk het huwlijk schenkt, Vraagt den boer te goeder trouw Peternel tot echtevrouw. - ‘Ik mag 't lijen,’ zeit de man; ‘Als ze je aanstaat, trouw haar dan.’ Bal is 't in den walvischbuik, Alles danst naar oud gebruik; Zóó vol gratie, kunst en zwier Walsen Prik en Nelle hier, Dat men wis op 't wereldrond Zelden huus gelijken vond. [pagina 19] [p. 19] Doch helaas! door al 't gestamp Krijgt de wallevisch een kramp, Die hem ziek en mislijk maakt; 't Is, of hij aan 't braken raakt. - Dikkie, Dikkie - opgepast! Hou de rib toch stevig vast! Peternel, in dat gevaar, Dacht nu aan haar mopshond maar; Zij laat los.... daar vliegt terstond Speelman, boer, knecht, Nel en hond Met een vreeselijk gerucht 's Walvisch keel uit in de lucht! Vorige Volgende