Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen
(1858)–J.J.A. Goeverneur– AuteursrechtvrijEene wonderbaarlijke en kluchtige historie
J.J.A. Goeverneur, Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen. Erven C.M. van Bolhuis Hoitsema, Groningen z.j. [1858].
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: BJ 01955
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen van J.J.A. Goeverneur uit 1858. De illustraties zijn gemaakt naar tekeningen van Rudolph Töpffer.
redactionele ingrepen
De koptekst is aan het begin van elk hoofdstuk toegevoegd als kop.
De twee illustraties op pagina 66 zijn van kopie gescand, omdat het origineel hiervoor niet beschikbaar was.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. II) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
Reizen en Avonturen
van
Mijnheer Prikkebeen.
Eene wonderbaarlijke en kluchtige historie.
Naar Teekeningen van Rudolph Töpffer
voor de Nederlandsche jeugd berijmd
door
J.J.A. Goeverneur.
Groningen.
Erven C.M. van Bolhuis Hoitsema.
[pagina ongenummerd (p. III)]
Inhoud.
Blz. | ||
I. | Hoe mijnheer Prikkebeen zich met de kapellevangst verlustigt | 2. |
II. | Hoe mijnheer Prikkebeen aan zijne zuster een afscheidsbrief schrijft | 4. |
III. | Hoe mijnheer Prikkebeen op reis gaat en per schip Europa verlaat | 8. |
IV. | Hoe mijnheer Prikkebeen in 't water springt en wat daarop volgt | 12. |
V. | Hoe mijnheer Prikkebeen in den walvisch gezelschap vindt en wat verder gebeurt | 16. |
VI. | Hoe mijnheer Prikkebeen bitter bedroefd is, maar eindelijk toch uit den visch verlost wordt | 20. |
VII. | Hoe mijnheer Prikkebeen aan de Noordpool komt en wat daar verder met hem gebeurd is | 24. |
VIII. | Hoe mijnheer Prikkebeen door de zorg van zus Ursula toch nog ontdooid raakt. | 28. |
IX. | Hoe mijnheer Prikkebeen en zijn dikke vriend gered worden en onder de Turken gaan | 32. |
X. | Hoe mijnheer Prikkebeen Ursula andermaal verlaten wil, en hoe dat afloopt | 36. |
XI. | Hoe mijnheer Prikkebeen met al het scheepsvolk krijgertje speelt | 40. |
[pagina ongenummerd (p. IV)]
XII. | Hoe de wijzen van den Dei van Algiers het draaijende schip voor een comeet houden | 44. |
XIII. | Hoe mijnheer Prikkebeen en de dikke in de slavernij komen | 48. |
XIV. | Hoe het waardige drietal uit de slavernij ontvlugt | 52. |
XV. | Hoe bij de vlugt al de bewoners van het land om het leven komen | 56. |
XVI. | Hoe de reis op het blok voorspoedig afloopt | 60. |
XVII. | Hoe mijnheer Prikkebeen nogmaals de vlugt neemt | 64. |
XVIII. | Hoe Ursula uit kwaadaardigheid jammerlijk aan haar einde komt | 68. |
XIX. | Hoe alles in 't eind nog wonderbaarlijk goed afloopt | 72. |