Een Kriek, dat is een Boomgaart-Kersse, sal men aanleggen met Fermilioen, gemengd met schoone Bresilie, ende diepense met Lak, ende hoogense met schoon Fermilioen.
Men leydse ook aan met Lak, ende dieptse met een sterker Lak, en met Lak en wit gehoogd.
Een Spaansche Kers word wit zijnde, in 't midden beleyd met Lak en Wit onder een, ende dat soetkens verdreven, dat de kanten tot den witte blijven, de welke men met witte hoogen mag, ende wat met lak bloseren.
Een swarte Kriek, ofte Morelle, sal men aanleggen met vette Bresilie ende wat swarts te samen, dat sal men diepen met swart ende met Fermilioen hoogen, ende dat onder malkanderen verdrijven, dat men niet en merkt dat gehoogd is.
Een Moerbesie sal men aanleggen met louter bresilie die geheel sterk is, ende daar naar de selve met swart overgaan, dat het tusschen de tacxkens ende de hollekens wat roodagtig schijnen, naar den aart der Konsten.
Aardbesien, de grond Rubrik wit, of Rubrik ende Menie, vertrokken met Rubrikke daar Lak in is: verhoogt met Menie daar Masticot in is, ende in de midden met wit, stiptse met Lak alleen, en ter sijden aan de stipkens van 't Lak witte stipkens of Goud.
Een roode Wijn-druyve sal men aanleggen met purpur, ende diepen met Asch-blauw, ende hoogend met wit.
De witte Wijn-druyven sal men aanleggen met een geheel dun Spaans-groen, met een weynig Masticot daar onder, ende gediept met een dun Sap-groenken, ende gehoogd met Masticot ende wit t' samen gemengd.
Een Perse sal men aanleggen met Masticot, ende diepent met bruyn-ooker, ende gebloseert met Lak ende wit gehoogd.