Het verbetert en vermeerdert natuurlyk toover-boek. Of 't nieuw speel-toneel der konsten (onder ps. Simon Witgeest)
(1698)–Willem Goeree– AuteursrechtvrijSimon Witgeest, Het verbetert en vermeerdert natuurlyk toover-boek. Of 't nieuw speel-toneel der konsten (onder ps. Simon Witgeest). Jan ten Hoorn, Amsterdam 1698
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar UB Amsterdam, signatuur: OTM: OK 92-59, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het verbetert en vermeerdert natuurlyk toover-boek. Of 't nieuw speel-toneel der konsten (onder ps. Simon Witgeest) van Simon Witgeest in de zesde druk uit 1698. De eerste druk dateert uit 1682. Simon Witgeest is een pseudoniem van Willem Goeree
Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
fol. ***2v: dertiende → veertiende: ‘Het veertiende Boek. Van Stemme en Klank’.
fol. **4r: in het origineel ontbreekt het paginanummer bij hoofdstuk 16. Dit nummer is door de redactie toegevoegd.
p. 12: Meus-doek → Neus-doek: ‘te maaken dat den eenen beyde stukken Gelds in sijnen Neus-doek sal hebben’.
p. 16: ononder → onder: ‘te doen meynen dat zy onder den blaauwen Heemel slaapen’.
p. 53: Fiesse → Flesse: ‘zult gy kunnen den voorschreven Flesse by het Stroo opligten’.
p. 53: sander → sonder: ‘Om een Stok op het uytterste van den Vinger over eynde te doen staan sonder vallen’.
p. 58: by → hy: ‘segt tegens ymand dat hy sijn linker Oorlelletjen met de regterhand vast houde’.
p. 60 maaakte → maakte: ‘en men daar een weynig van dit hout aan vast maakte’.
p. 62: Tafet → Tafel: ‘Wanneer gy een Panne-lekker aan u Tafel hebt’.
p. 71: X → V: ‘V. Om sonder weegen te weeten hoe veel sout in allerley sout waater is’.
p. 73: XII → VII: ‘VII. Een werktuyg om het waater van onderen uyt de Zee te putten’.
p. 86: seven → selven: ‘hem selven na sijn beste vermoogen onder aan sijne beenen omgord ende vast maakt’.
p. 95: bepuame → bequame: ‘Neemt dan een bequame ronde gladde kloot’.
p. 96: sulllen → sullen: ‘De witte dammen sullen de Jong vrouwen hieten’.
p. 101: Kaaate → Kaart: ‘ende als gy de Kaarte gevonden zult hebben’.
p. 109-110: gegelijmt → gelijmt: ‘op welke de bovenste kaart, allenig moet geplakt of gelijmt werden’.
p. 117: de de → de: ‘soo dat de kaarten die hy getrokken heeft’.
p. 122: dordel → dorpel: ‘Want die regt sullen schijnen aan die welke op den dorpel staat, sullen van een andere plaats krom schijnen’.
p. 144: suvyer → suyver: ‘Schrijft dan met dit vogt, met een suyver pen’.
p. 146: bepuaam → bequaam: ‘is bequaam om het suur te breken’.
p. 151: Lettees → Letters: ‘XXXIV. Om op een Servet allerhande Wapens en Letters te verbeelden’.
p. 178: Merius → Metius: ‘Anno 1621 is na den Ouden stijl de Sonne cirkel 1 volgens Metius’.
p. 182: opgeken → opgetrokken: ‘Hesiodes eens aan Homerus vragende hoe veel Griekse Soldaten dat ʼer tegens Troyen opgetrokken waren?’.
p. 196: Weerets → Weerelts: ‘in het geheele begrijp des Weerelts’.
p. 199: eubijke → cubijke: ‘soo veel water als een cubijkse voet’.
p. 201: hondett → hondert: ‘meer dan hondert milioenen golven’.
p. 202: aeh → aen: ‘Een Dienaar seyt aen zijn Heer’.
p. 211: warer → water: ‘moet men haar eerst te degen met regen water wasschen’.
p. 226: spctakel → spectakel: ‘sal het een sonderling spectakel geven’.
p. 231: foutief paginanummer 131 verbeterd.
p. 232: haaar → haar: ‘XXXVI. Om te verhoeden dat de Hennen haar Eyeren niet en eten’.
p. 232: XXVVII → XXXVII: ‘XXXVII. Om de Hennen groote Eyeren te doen leggen’.
p. 235: me → met: ‘Wrijft hem sijn geheele hooft met Olie, ende hy en sal niet kraayen’.
p. 253: eest → eest: ‘sy sullen soo groen ende soo welriekend wesen, of sy maar eerst geplukt waren’.
p. 260: her → het: ‘soo sal het versilverd werden’.
p. 270: Phiosophen → Philosophen: ‘VI. Om den groeyenden Boom der Philosophen te maken’.
p. 273: neeusdoek → neusdoek ‚en de neusdoek sal heel blijven’.
p. 274: bepuaam → bequaam: ‘XVI. Een maniere om Campher te maken, bequaam om in Vuur werk te gebruyken’.
p. 276: watey → water: ‘XXI. Een Vuur dat met geen water te blusschen en is’.
p. 284: Seiegel → Spiegel: ‘VIII. Om een schrift te maken, dat men door middel van een Spiegel aan de wand kan lesen.’.
p. 284: doon → door: ‘hier door laat men het Sonne-ligt in een Spiegel schijnen’.
p. 310: Lucrtia → Lucretia: ‘Susanna, Lucretia: Hippo en andere’.
p. 322: dee en → deelen: ‘daar na neemt twee deelen Quik-silver’.
p. 328: p oef → proef: ‘De proef van den besten Vitriool of Kooper-rood’.
p. 335: foutief paginannummer 135 verbeterd.
p. 335: koookt → kookt: ‘daar men de Eyeren in kookt’.
p. 350: schrijt → schrijft: ‘Plinius schrijft dat de derde soort van Cyclaminos de Visschen doet sterven’.
p. 405: byutenste → buytenste: ‘waar af de buytenste acht ofte tien groen zijn met vermilioen ende meny’.
p. 408: Eritilaria → Fritillaria: ‘Fritillaria maxima Polianthos’.
p. 410: enydigende → eyndigende: ‘de gront is witagtig eyndigende binnen waarts met een gout geel plexken van oker’.
p. 411 Irts → Iris: ‘Iris bulbosa latifolia clusij’.
p. 423: Teucojon → Leucojon: ‘Leucojon secund: Dod:’.
p. 426 Hyacinihus → Hyacinthus: ‘Hyacinthus Polianohos cinerit: flore’.
p. 440: verlooode → verloode: ‘haalt het Water daar van over, in glase oft verloode vaten’.
p. 452: begeeert → begeert: ‘gy de plaatsen wasschen sult, daar gy geen Hair begeert te hebben’.
p. 463: aanname → aangename: ‘dat een seer frisse aangename mond maakt’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (*1v, 134) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
Het Natuurlijk
tover-boeck
of
speel-toneel
der
KONSTEN
[fol. *2r]
Het
Verbetert en vermeerdert
Natuurlyk
Toover-boek,
Of 't Nieuw
Speel-toneel
Der
Konsten,
Verhandelende ontrent sestien-honderd Natuurlijke Tover-konsten, soo uyt den Goochel-tas, als Kaart-speelen, Mathematische Konsten, ook de Verligtteikenkunde en afzetten van Bloemen, en meer andere diergelijke aardigheden, die tot vermaak en tijtkorting verstrekken;
Door
Simon Witgeest.
Den sesden Druk.
t'AMSTELREDAM,
By Jan ten Hoorn, Boekverkooper over het Oude Heere Logement 1698.
[fol. *6r]
Inhout des Werks
1 | Om heymelijk Kik-vorschen in een Kamer te doen komen. | 1 |
2 | Een Weddenschap om een Romer van Glas in drie reysen niet te konnen stukken slaan. | 2 |
3 | Een Pots om yemand op een Solder te Lesen. | 2 |
4 | Om yemant van onder een Mand te singen. | 3 |
5 | Om alle Figuren te vertoonen. | 3 |
6 | Om Pietersely op een Tafel te doen groyen. | 3 |
7 | Om een stuk Gelts van onder een Kan te doen halen, sonder dat gy de Kan selfs sult aanraken. | 4 |
8 | Om yemants Hooft door een Ring te steeken. | 5 |
9 | Op wat wijse de Quak-salvers Fenijn indrinken sonder schade. | 5 |
10 | Om met de Beekers uyt de Goochel-tas te speelen. | 6 |
11 | Om van een Notemuskaat twee of drie te maken uyt den Goochel tas. | 7 |
12 | Om uyt de Gochel-tas met ballen te speelen. | 8 |
13 | Op wat wijse de Koorde-dansers dansen. | 8 |
14 | Om een Ey in de lugt te doen vliegen. | 9 |
15 | Om uyt den Goochel-tas Kooren te malen. | 10 |
16 | Om te maken dat ymant, terwijlen hy danst het sweet uytbreken sal, soo swart als Inkt. | 11 |
17 | Om ymant swarte handen en aansigt te doen hebben niet wetende waar het van daan komt. | 11 |
18 | Om te maken dat ymant meer als twee hondert scheten sal laten uyt den lijve vliegen. | 11 |
19 | Om twe stukken Gelts in een Neusdoek in handen van twe Personen te stellen, en te maken dat den eenen beyde stukken Gelts in sijnen Neusdoek sal hebben. | 12 |
20 | Om met Eyeren uyt den Gochel-tas te spelen. | 13 |
21 | Om uyt de Gochel-tas met penningen te spelen. | 13 |
[fol. *6v]
22 | Om twee hoofden tegen de muur met houtkool te teykenen, dat d' eene een kaars uytblaast, en de andere de kaars ontsteekt. | 14 |
23 | Om met een Pijl, Mes, Degen door sijn lighaam te steken, en een slot aan sijn mont te doen. | 15 |
24 | Om des nagts een groot ligt in een kamer te hangen, sonder dat 'er yets brand, op dat die daar in slapen verschrikken, en te doen meynen dat hy onder den blaauwen Hemel slaapt. | 16 |
25 | Hoe men het ligt dat door drie gaten komt, kan vertoonen als of het door een quam. | 17 |
26 | Om een Lamp te maken, die d' omstanders groen, swart of geel vertoont. | 17 |
27 | Om een geselschap als Moren te doen verschijnen. | 17 |
28 | Om een Appel in een Neusdoek doen, en den Appel door te hakken sonder den Neusdoek te schenden. | 18 |
29 | Een manier om een Koogel uyt een Mosket te schieten dat hy midden door springt. | 18 |
30 | Om een kanne te maken uyt welke men drinkt, sig selven bestort. | 18 |
31 | Om een Water-emmer aan een stok te hangen, die met sijn een eynd los op de Tafel leyt. | 19 |
32 | Om twee Persoonen op een linie te setten die niet langer is als een elle, datse egter malkander niet kunnen raaken. | 20 |
33 | Een buydeltjen of tipel-tasje dat qualijk te openen is. | 20 |
34 | Een Goochel- houtjen dat aardig is, om een tou oogenschijnlijk in twee stukken te breken. | 21 |
35 | Om drie houten Ballen aan twee Linten te krijgen, en alle vier eynden t' saamen te binden, dat de drie ballen daar uyt konnen gedaan werden, sonder de linten los te maken, of de ballen te beschadigen. | 23 |
36 | Hoe men een Lint aan stukken kan snijden en weder heel maken. | 23 |
37 | Hoe men een houten Manneken na Spangien, I- |
[fol. *7r]
talien en andere Gewesten senden sal, en maken dat het datelijk weder koome. | 24 | |
38 | Hoe men alderhande coleuren van lint uyt den mont sal doen komen. | 24 |
39 | Om te maken dat een deel penningen uyt de mond komen. | 25 |
40 | Om te doen schijnen dat een Ey over de Tafel gaat. | 25 |
41 | Om een Ey van een Tafelbord in een glas te brengen sonder aanraken. | 25 |
42 | Om een penning met een sonderlinge behendigheid in een glas te slaan. | 26 |
43 | Een spel met twee ringen aan een touw dat seer aardig is. | 26 |
44 | Om twee Plankjes door een touw soo vast aan een te verstrikken,dat se nauwelijks konnen los gemaakt werden. | 28 |
47 | Om een Mes met fijn spits op een Kan te stellen, en 't selve door het open doen van het deksel in de kan te doen vallen. | 29 |
46 | Om een tafelbord met twee vlakke handen in't midden sterk gehouden, met twee vingers uyt de hand te slaan. | 29 |
47 | Om een Tafelbord door een ander Tafelbord van de Tafel te slaan, daar dog geen van die aangeroerd werd. | 30 |
48 | Om een Ey booven op sijn hoofd te konnen sieden en kooken. | 30 |
49 | Om een Mortier van tien pond, door middel van een Wijn glas op te ligten. | 30 |
50 | Om ymant by nagt te doen schijnen dat 'er spook is. | 31 |
51 | Om den langwerpig gesneden Papier te smijten dat het op sijn kant sta. | 31 |
52 | Om een Ey ten eersten op sijn spits te setten. | 32 |
53 | Om een houten Mantjen op het water te konnen doen gaan. | 32 |
54 | Om een aardige Sterre in een Appel of Raap te snijden. | 33 |
[fol. *7v]
55 | Om een Erwt op een stroo pijp of tabaks-pijp te doen dansen. | 34 |
56 | Om twee Messen die aan een stok steken op een Naald te doen drayen. | 34 |
57 | Om sig onsienlijk te maken. | 35 |
58 | Om een Ring in een schootel waters te smijten die sonder het water daar uyt te gieten, droog daar uyt te krijgen. | 35 |
59 | Om door een stuk broods een Romer met Wijn ledig te maken. | 36 |
60 | Om een Penning in een glas te doen dansen. | 36 |
61 | Om ymand sijn hemd door sijn wambuys mou sonder te schenden uyt te trekken. | 36 |
61 | Om door een Kreeft een Romer met Wijn te ledigen. | 37 |
63 | Een wonderlijk Goochel-boek om verscheyde Figuuren te vertoonen. | 37 |
64 | Een Goochel- boek om in te steeken met een priem, in welk men om eenige prijs steekt. | 38 |
65 | Een aardig spel met twee plankjes. | 39 |
66 | Om een Toover-kootjen te maken. | 40 |
67 | Om te doen schijnen met ses plankjes, dat 'er meer als hondert zijn. | 40 |
68 | Een Leer te maken om steenen uyt de Aarde te halen en op te ligten. | 41 |
69 | Om buyten op het Land alwaar men geen Tooren siet, de Wind te kennen. | 42 |
70 | Een manier om door de Logt te vliegen. | 41 |
71 | Van een Lampe, die niet uytgaat, hoe dat men se in de zak draagt ofte over de aarde rolt. | 47 |
72 | Om drie stokken, Pijpen, Lepels, &c over eynde te setten, dat 'er een Wijn-kan sonder vallen op kan staan. | 48 |
73 | Om een hout of yets anders aan stukken te slaan met de eynde op twee Roemers gelegt, sonder datse storten of breeken. | 48 |
74 | Om drie messen op de punt van een Naalde te doen danssen. | 49 |
75 | Om yemand te vertoonen dat alle dingen met |
[fol. *8r]
hem omdrayen. | 50 | |
76 | Om houte mannetjes te maken die boven van een gespannen tou na beneden af loopen. | 50 |
77 | Met vijfderley gewigten allerley last te wegen van een pond tot 121. toe. | 51 |
79 | Hoe een Kind en een sterk Man aan een stok een groote last dragen kunnen, en dat se beyde na hun sterkte dragen. | 51 |
80 | Een stok of groote merg-beenen op twee stroohalmen stukken te slaan. | 52 |
81 | Om drie of vier hondert pond steens op sijn buyk te konnen slaan. | 52 |
82 | Om een Fles met een stroo-halm op te beuren. | 52 |
83 | Om een stok op het uvterste van de vinger over eynde te doen staan sonder vallen. | 53 |
84 | Om 's avonds in den donker te weten hoe de wind is. | 54 |
85 | Om eenige aardige vertooningen in een duystere kamer te doen. | 54 |
86 | Om ymand in een Spiegel te doen vertoonen dat hy een beesten kop heeft. | 55 |
87 | Om ymand in een Spiegel te doen sien wat voor een Vryer of Vryster hy hebben sal. | 55 |
88 | Latarna Magica, of Toover Lanteeren | 56 |
89 | Om ymand valsch te doen sien, soodanjg dat hy met sijn vinger seker stokjen niet sal aanraaken. | 58 |
90 | Om een Mensch alsoo te disponeren, dat hy een Ducaat op een mes leggende, niet ligtelijk sal afslaan. | 58 |
91 | Om vmand aldus te disponeeren, dat hy met beyde sijn opene oogen niet regt en sie. | 59 |
92 | Een Figuur of af beelding alsoo te stellen, dat alles wat daar in geschildert is, sig mismaakt vertoone. | 59 |
93 | Om door Konst des Nagts een sterre te doen verschijnen. | 60 |
94 | Om alles 't geen buyten een Kamer is van binnen te vertoonen. | 60 |
[fol. *8v]
95 | Om des avonts in een kamer daar één kaars is, eenige Slangen aan de muur te vertoonen. | 61 |
96 | Om ymand een part te speelen sonder schade, dat terwijlen hy aan de Tafel sit, niet en sal konnen eeten, seer belacchelijk om sien. | 62 |
97 | Om ymand die men niet gaarn aan de Tafel siet een pots te speelen. | 62 |
98 | Om te maken dat al wat yemand eet, bitter schijnd. | 62 |
99 | Om te weeten wanneer een Meyd of Knegt wijn gaat tappen, ofte ook Wijn gedronken heeft. | 63 |
100 | Om te weeten wie den Dief stal in uw huys gedaan heeft. | 63 |
101 | Nog een ander wijse, om een dief te kennen. | 64 |
102 | Om een Ey regt over eynde te doen staan. | 64 |
104 | Om een Paard of Kameel door het oog van een naald te steeken. | 64 |
105 | Om Asperges te krijgen sonder saad of planten te hebben. | 65 |
106 | Om Muysen van Tarw te maken. | 65 |
107 | Om Vlooyen te maken. | 66 |
108 | Om Dragon sonder planten of zaad te zayen. | 66 |
109 | Om onsigtbaar schrift te schrijven. | 66 |
1 | Van den Water-drinker, en om verscheyde coleurige Wijnen en Gedisteleerde Wateren uyt te spouwen en te Braken. | 67 |
2 | Om een Beeker van Ys te maken, en Ys in de Somer te vertoonen. | 69 |
3 | Om Sneeuw tot in de Somer te bewaren. | 70 |
4 | Een Sak fonteyn om malkanderen in een Geselschap te bedriegen. | 70 |
5 | Om sonder wegen te weten hoe veel Sout in aller- |
[fol. **1r]
ley Sout water is. Of welk vogt dicker of dunder is. | 71 | |
6 | Om te weten van twee of meer Lighamen, die swaarder sijn als het water, sijnde van verscheyden soort, nogtans even wigtig, of zy in groote over een komen of niet. | 72 |
7 | Een Werk-tuyg om het Water van onder uyt de Zee te putten. | 73 |
8 | Om Bier en Water onderscheyden in een Glas te doen en 't Bier onder en het Water boven, en dan het Bier onder uyt te drinken. | 74 |
9 | Hoe men een Glas Wijn sonder storten kan omkeeren. | 74 |
10 | Om een Lighaam van vier even gelijke driehoeken gemaakt, te werpen, dat het met sijn spits onder en met sijn vlakte boven sta. | 74 |
11 | Een altijd springende Fonteyn. | 75 |
12 | Om de Glasen en Kannen in de Somer soo koel te houden als in de Winter. | 76 |
13 | Een middel om te weten hoe veel Wijn of Water dat 'er in eenige Tonnen nog overig is, sonder het Spons-gat te openen, alleen door het gat waar door men gemeenlijk tapt, | 76 |
14 | Of het waar is dat een en 't selve Vat meer Wijn of Water inhout, in de kelder als op de solder, en meer aan de voet van den Berg als daar bovenop. | 77 |
14 | Om een Swem-riem te maken. | 78 |
15 | Om de diepten van de Zee op alle plaatsen sonder touw te meeten. | 79 |
16 | Om een Glas vol Wijn of Water hebbende soo vol te doen, dat 'er geen druppel meer in kan, daar nog boven dien eenige Dukaten in te laten vallen. | 81 |
17 | Om te maken dat roode en witte Wijn onderscheydentlijk in een glas gesien en gedronken werden. | 81 |
18 | Om een glas met water aan een touw te hangen, tegen welke geslagen zijnde, het Water niet |
[fol. **1v]
neder valt en het Glas niet breeke, en het Water om het Glas vloeyje sonder storten. | 82 | |
19 | Weter in een Glas te doen opklimmen. | 82 |
20 | Een Water- Harnas. | 82 |
21 | Om een ruyme tijt onder Water te kunnen gaan. | 86 |
22 | Om vierderley of meer Drank in een Glas boven malkanderen te doen staan. | 87 |
23 | Om Tabak door het Water te suygen. | 87 |
24 | Hoe men Water in een Zeef kan dragen. | 88 |
25 | Om bevrooren Appelen, Rapen, Wortelen, &c. te ontdoyjen datse niet bederven sullen. | 88 |
26 | Om een Sneeu-bal te doen branden | 89 |
27 | Om te maken dat het Water schijnt te branden. | 89 |
28 | Een Tobbe met hondert pond Water te wegen en gelijk in de schaal te maken, en in de Tobbe met Water nog 25. pond te doen, sonder dat de Schaal over gaat. | 89 |
29 | Om koud en warm Water in een Vat gelijk te hebben. | 90 |
30 | Om in den Soomer het Water tot Ys te maken. | 90 |
31 | Hoe veel waters een Schuyt in 't water leggende weg perst. | 90 |
32 | Om een glas het onderste boven te houden in 't water sonder dat'er yets in loope. | 91 |
33 | Om de logt het water te doen om hooge trekken. | 91 |
34 | Om het water een spanne hoog te doen opklimmen. | 91 |
35 | De manier om een Fonteyn te leyden van onder aan den Berg over den top henen, en vorders te doen dalen aan de andere zijde. | 92 |
36 | Hoe men sig in een schipbreuk kan behoude. | 92 |
37 | Een Kan aan de Mond soo vast te doen kleven, dat se daar niet en is van te halen. | 93 |
38 | Te maken dat de Dronkaarts een tegensin in het drinken krijgen. | 93 |
[fol. **2r]
Het derde Boek. Van Speelen.
1 | Een bedriegelijke Bol om de kegel te schieten. | 94 |
2 | Om negen Kegels in eene smeet om te slaan. | 95 |
3 | Om dertig Dam-schyven met een Mes op te ligten. | 95 |
4 | Om een Schaak- en Dam-spel met levende Persoonen te spelen. | 96 |
5 | Verscheyde Kaarten op een ryje leggende, te weten welke ymand gedagt heeft. | 96 |
6 | Verscheyden Kaarten, in verscheyden ryjen gelegt zijnde, te raden welk ymand gedagt heeft. | 97 |
7 | Om te raden hoe veel punten dat'er zijn op drie Kaarten die ymand gekosen heeft. | 98 |
8 | Uyt verscheyde Kaarten te raden, welke yemand gedagt heeft. | 99 |
9 | Als verscheyden persoonen voorgehouden zijn verscheyden Kaarten, te raden wat kaarte elk van hun gedagt heeft. | 100 |
10 | Een Kaarte-blad in 't lange gerold, sal meerTabak in sig besluyten, als een in 't breede toe gerold. | 101 |
11 | Een Kaart te doen uytnemen, en na dat mense gesien heeft, onder d'andere Kaarten te steken, en wel ondersteekende, hem drie Kaarten te toonen, daar zijn Kaart niet in sal zijn, en dan nog eens siende, sal men zijn Kaart daar onder vinden. | 101 |
12 | Om eenige hoopkens met de Kaarten te maken, daar na siende de Kaart die onder de hoopkens zijn, sullen 't alle geblikken of leege bladeren zijn, te weten, in sulker voegen als gyse sult begeeren. | 102 |
13 | Om ymand een Kaart in handen te geven, de welke hy omkeerende, bevinden sal een ander te wesen. | 103 |
[fol. **2v]
14 | Om ymand in handen te geven een Koning van een verwe, en daar na dien toonende, sal hy vinden eenen anderen te wesen. | 103 |
15 | Een Kaart op een Tafel te doen wandelen. | 104 |
16 | Een Kaart in drie stukken te snyden en die in elkander soo vast te maken, dat mense niet wel kan uyt een krygen. | 104 |
17 | Om Keersen aan een kaartsblad te doen dat seer aardig is. | 105 |
18 | Een aardigheyd om een kaarte-blad van sijn plaats te doen komen, sonder die aan te raken. | 107 |
19 | Een Kaarte blad die ymand uyt het spul genomen heeft, in een Spiegel te wyzen. | 107 |
20 | Een wyze om te maken dat'er een Vogel van een kaarte blad komt vliegen. | 108 |
21 | Malkanderen door kaarte bladen yets geheyms te kennen te geven. | 110 |
22 | Om ymand een kaarte te doen uyt trekken, die daar na onder d' ander kaart te ondersteeken, ende weten te seggen wat het voor een kaarte was, die der uytgetrokken was. | 111 |
23 | Om een kaart yemand uyt te doen nemen, ende die daar naar onder de andere te doen, en naar veel ondersteekens hem vragen in de hoe veelste Kaarte hy begeert dat sig sijn kaarte bevinde, beginnende van onderwaarts te tellen, makende dat sy haar in 't verzogte getal sal vinden. | 112 |
24 | Om vier Koningen te nemen oft drie andere kaarte van gelijken, en steeken d' eene boven d' andere Kaarte, d' andere in 't midden, en de drie onder, en doen daar naar die drie by den anderen bevinden. | 112 |
25 | Om eenige hoopkens met de Kaart te leggen, ende weten te seggen de Kaart die boven de hoopen zijn. | 113 |
26 | Om de drie hoopen te doen leggen met de Kaarte sonder daar by te zijn, en te weten te raden hoe veel ogen dat onder de 2. hopen zijn. | 113 |
[fol. **3r]
27 | Om ses hoopkens met de Kaart te maken, ende hem een Kaart te toonen, ende weten te seggen van wat blad het was. | 114 |
28 | Een seer geestige konst met de Kaart, om vier Asen, of vier Koningen, of andere vier Kaarten van een slag, by malkanderen te toonen, in de tegenwoordigheit van alle die aan Tafel sitten, te weten, die vier gelijke Kaarten versteekende, en de selve wederom, sonder de Kaart te verschieten, by malkander te doen vinden. | 115 |
29 | Een Kaart te doen veranderen in een andere kaarte in tegenwoordigheit van alle 't Volk. | 116 |
30 | Eenige hoopjes met de Kaart te maken, waar onder siende, men bevinden sal onder te wesen of al geschilderde, of simpel Kaarten, soo gy 't hebben wilt. | 116 |
31 | Een Wedspil omtrent de Kaart. | 117 |
32 | Een Kaart te laten trekken, en laten hem de selve Kaart weder in 't Kaartspel steken, dat gy sult alle de Kaarten na de solderinge werpen, soo dat de Kaarten die hy getrokken heeft aan de solderinge kleven sal, de rest wederom leeg vallende. | 117 |
1 | Om de hoogte van een Toorn, Pylaar of yets anders te meten, door middel van twee kleyne stokjes of stroohalmen. | 119 |
2 | Om een Thuyn te planten, welke van seekere plaats gesien zijnde, een begeerde Figuur vertoonde. | 119 |
3 | Om Pylaren in een kerk of huys alsoo te stellen, dat se van verre regt schijnen, maar van na by van een te scheyden en te vallen, makende een ydele schrik voor die de oog bedriegkunde niet verstaan. | 120 |
[fol. **3v]
4 | Om seven stukken gelds op een Geometrise figuur alsoo te verschuyven, dat yder schuyf aan een eynd altijt aanvange, daar geen gelt legt, en altijt op het eynde van een linie neer gelegt werde. | 122 |
5 | Het middel-punt van een Cirkel, die op papier, parkement of leer geschreven is, sonder Instrument te vinden. | 123 |
6 | Door drie gegeven punten in geen regte linien gestelt, in den omtrek van een rond te beschrijven. | 124 |
7 | Van een Cirkel een vierkant te maken. | 125 |
8 | Om te vinden de hoogte van een Toorn, of yets anders door de Sonne-schijn. | 125 |
9 | Te weten als men een Schip van verre siet varen hoe veel voeten dat het verre van u is. | 125 |
10 | Om uyt Hout allerley formen van Beelden te maken. | 126 |
11 | Te raden waar 't midden van de Werelt is. | 127 |
12 | Om by heldere Sonne-schijn de Sterren aan den Hemel te sien. | 127 |
13 | By de Sonne-schijn te weten hoe laat het is. | 127 |
14 | Een Werktuyg tot de Doorsigt-kunde of Perspectief, om alderley saken na het oog af te meten en te vormen. | 128 |
15 | Een Monstreuse gedaante, behoorlijk te sien. | 129 |
16 | Hoedanig men aan de Hand, door de schaduw eens Stroohalms, de uuren des daegs kan leeren kennen. | 130 |
17 | Met een Pen een Cirkel te trekken, sonder Passer. | 132 |
18 | Ses stukken Gelds soodanig neder te leggen, dat yder nederlegging drie getelt werde, en van geen nederleggend stuk zijn aanvang neme. | 132 |
19 | Ymant hebbende een stuk Gout of een stuk Silver, te raden in wat hant hy het Silver of het Gout heeft. | 133 |
[fol. **4r]
Het vijfde Boek. Van Schrijven.
1 | Te Schrijven dat het niet gelesen kan werden ten sy in eenig vogt, by het vuur of ligt. | 135 |
3 | Een verborgen manier van Schrijven. | 136 |
4 | Eenige Letteren op een Roomer of witte Kan te schrijven, die men heymelijk lesen kan. | 137 |
5 | Een wonderlijke manier van Schrijven. | 137 |
6 | Om met vier Letteren allerley yerborgen Schrift te Schrijven. | 137 |
7 | Alleenig met Puncten verborgen te Schrijven. | 138 |
8 | Met een linie een kruys te maken. | 138 |
9 | Een geschrift te Schrijven, dat men in een Spiegel makkelijker kan lesen als anders. | 139 |
10 | Een Brief binnen een Ey te Schrijven. | 139 |
11 | Om malkanderen door een Ey yets te verstaan te geven. | 139 |
12 | Alle geschrift uyt te doen. | 140 |
13 | Een ander wyse. | 140 |
14 | Nog een ander wyse. | 140 |
15 | Om over uytgeschrapt Schrift te Schrijven. | 141 |
16 | Een Brief op Papier van den brand te bevryden. | 141 |
17 | Om Gouden Letters te Schrijven. | 141 |
18 | Ymant in een uur tijts te leeren Schrijven. | 142 |
19 | Letters te Schrijven, die niet geleesen kan werden ten zy het Papier verbrand is. | 142 |
20 | Letters die tegen de kaars gelesen werden. | 142 |
21 | Letters met Azijn of Pis geschreven. | 142 |
22 | Een zwarte Brief met wit Schrift te Schrijven. | 143 |
23 | Een Brief in een Ey te verbergen. | 143 |
24 | Een wonderlijke Symphatische Inkt te maken. | 143 |
26 | Een ander diergelijk Experiment. | 144 |
27 | Het geschrift dat door outheit is uytgegaan te herstellen. | 147 |
[fol. **4v]
28 | Om Goude Letters sonder Gout te maken. | 148 |
29 | Om Silvere Letters te maken sonder Silver. | 148 |
30 | Om een Gulde koleur zonder Gout te maken. | 148 |
31 | Een aardige wijse van Schrijven. | 148 |
31 | Een aardige Inkt van Roosen. | 150 |
32 | Om een geheele dag met een Pen te Schrijven sonder Inkt koker. | 150 |
34 | Om op een Servet allerhande Wapens en Letters te verbeelden. | 151 |
35 | Om een Letter te Schrijven, die seer heymelijk is op Papier, die men niet en zal konnen kennen op Papier daarse op staat, ten sy alleenlijk van de gene die het geheym weet. | 151 |
36 | Een maniere om verscheyde Figuuren in de hand te Schrijven. | 152 |
37 | Om door middel van een Gedrukt Boek een heymelijk Brief te Schrijven. | 152 |
1 | Om seer goeden swarten Inkt te maken. | 153 |
2 | Een ander manier, om metter haast goeden swarten Inkt te maken. | 154 |
3 | Om rooden Vermiljoen Inkt te maken. | 154 |
4 | Om Cinober of Vermiljoen te bereyden, datmen daar mede Schrijven of Schilderen mag. | 155 |
5 | Een goeden manier om Bresilie te bereyden. | 156 |
6 | Nog een ander maniere om heel schoon rood Bresilie te maken. | 156 |
7 | Om Bresilie te bereyden, en 'er vierderhande Verwe af te maken. | 157 |
8 | Om schoone Blauwe Inkt te maken. | 157 |
9 | Om op driederhande maniere geelen Inkt te maken. | 158 |
10 | Van Besie Geel, die men Duyvels Besien noemt, ende om 't selve te gebruyken. | 158 |
[fol. **5r]
11 | Om Groen te maken daar men meede Schrijven en Verwen mag. | 158 |
12 | Nog om Groene Inkt te maken. | 159 |
13 | Nog Groenen Inkt, op twee andere manieren. | 159 |
14. | Groene Letteren te Schrijven. | 159 |
15 | Witte Inkt te maken. | 159 |
16 | Om witten Inkt te maken, waar mede op wit Papier geschreven, gemakkelijk gelesen word. | 160 |
17 | Een goede maniere om Goud te bereyden datmen daar mede Schrijven kan. | 160 |
18 | Fijn Goud te bereyden, daar men mede Schildert ofte Schrijft. | 161 |
19 | Op een andere maniere Goud te bereyden. | 161 |
20 | Met Silver uyt de Pen of Penceel te Schrijven. | 162 |
21 | Om verheeven Letteren van Goud en Silver te maken. | 162 |
22 | Om Letters en Inkt plakken uyt te doen op Papier. | 163 |
23 | Een Water dat de Letters terstond etet van 't Papier. | 163 |
24 | Om een Poeder te maken, daar men de Inktplekken, die op het Papier gevallen zijn, of ook de geschreven Letteren, mede uyt den Papiere doet. | 164 |
25 | Om Linien te maken, dewelke na dat het Geschrift droog zijn sal, alsoo ligteliiken uyt te doen sullen wesen, dat het schijnen sal datmen sonder Linien Geschreven heeft. | 165 |
1 | Om 32. Soldaten in sekere ryen gestelt, agt te nemen en vier in een andere plaats te setten, te doen schijnen dat 'er geen gemist worden. | 165 |
[fol. **5v]
2 | Hoe men op de Hand tellen kan hoe veel dagen yder Maant heeft. | 167 |
3 | Wanneer driederley Persoonen uyt driederley Glasen drinken, te weten uyt welke een yder gedronken heeft. | 168 |
4 | Om 't Gulden-getal te vinden van de Geboorte Christi af tot nu toe, en in toekomende. | 169 |
5 | Om het Gulden-getal op de leden van uw Vinger te tellen. | 170 |
6 | Van het Maan-getal. | 174 |
7 | Om het Maan-getal op de drie leden van den Duym te vinden. | 174 |
8 | Altijt te vinden op wat dag van de Maanden van January en Maart dat het nieuwe Maan is, soo min of meer na den Nieuwen of Ouden Stijl verschelende. | 176 |
9 | Den dag der Nieuwe Mane van January en Maart nog ligter te bekomen. | 176 |
10 | Den Sonnen Cirkel te vinden, op de hand na d' Oude en Nieuwe Sijl. | 178 |
11 | Drie Persoonen, drie verscheyden dingen onder haar verborgen hebbende, te raden wat een yder heeft. | 179 |
12 | Vier persoonen vier verscheyde dingen onder haar verborgen hebbende, te raden wat elk heeft. | 180 |
13 | Te vinden hoe veel Boonen de vier-en-twintigste Knoop zoude mogen bedragen. | 181 |
14 | Vrage. | 182 |
15 | Vrage. | 182 |
16 | Maniere om behendige Brieven te Schrijven door verplaatsinge van Lerters of door Cijfer getal. | 183 |
17 | Om agt Kannen Wijns in twee even deelen te deelen, sonder meer als dese drie ongelijke Flessen te gebruyken, d' een van agt Kan, d' ander van vijf en de laatste van drie Kannen. | 184 |
18 | Om te raden wat getal ymant gedagt heeft. | 184 |
[fol. **6r]
19 | Om te raden hoe veel oogen yemand onder en boven geworpen heeft. | 185 |
20 | Een ander manier. | 185 |
21 | De oogen te raden die met drie, vier of meer Dobbelsteenen geworpen zijn. | 186 |
22 | Om te raden verscheyde getallen die ymand denkt, mits dat het getal minder zy dan tien. | 186 |
23 | Een ander manier. | 187 |
24 | Een ander. | 188 |
25 | Te weten als men verscheyde dobbelsteenen geworpen heeft, hoe veel het getal der oogen uytbrengt. | 189 |
26 | Een Eeuwig duurenden Almanach. | 191 |
27 | Om de getallen op verscheyde manieren in Versen uyt te spreken. | 191 |
28 | Een sonderlinge wensch van een Vogelaar. | 193 |
29 | Het getal eenes Osses voetstappen te rekenen. | 193 |
30 | Waarom dat'er minder Wolven sijn dan Schapen. | 194 |
31 | Hoe een egte Soon zijnde de vierde binnen het Jaar dat zijn Vader trouwde, kan gebooren werden. | 194 |
32 | Een aardige inhoud en uytcijferinge op een Bort by een Meester die de Cijfer-konst leerde, in School opgehangen. | 194 |
33 | Van de Progressien en van de wonderbare menigvuldinge der Dieren, Planten, Vrugten, Goud en Silver, alsmen altijt argumenteert met sekere proportie. | 196 |
34 | Van de Moster Saatjes. | 196 |
35 | Van de Biggens. | 197 |
36 | Van de Graan korentjes. | 198 |
37 | Van de Erweten | 199 |
38 | Van de menigvulding der Menschen. | 200 |
39 | Progressie of voortgang tot 64. toe. | 200 |
40 | Van een dienaar op seekere conditie aangenomen. | 201 |
[fol. **6v]
41 | Hoe veel Silver-draat men van doen heeft om die rontom den gantschen Aard Kloot te doen. | 205 |
1 | Om een papier van allerhande Verwen te maken, welkers uytgedrukte beeld niet kan gesien werden als in den Sonne. | 206 |
2 | Om geel Wasch wit te maken. | 207 |
3 | Om lakken of Verwen te maken uyt allerley Wortels, Bladen en Kruyden. | 207 |
4 | Om allerley Been en Yvoor te koleuren. | 208 |
5 | Beenders Wit te maken. | 208 |
6 | Beenders Groen te maken. | 208 |
7 | Wit Been Swert te verwen. | 209 |
8 | Allerley Been en Hout te verwen. | 209 |
9 | Een Vernis om schilderen uyt te halen. | 209 |
10 | Een ander Vernis, dat eerder droogt. | 210 |
11 | Een gulde Vogt, om Leer, Silver en Glas te vergulden. | 210 |
12 | Om Pluymen van Gevogelte te verwen. | 211 |
13 | Een Chineesche manier van verlakken. | 211 |
14 | Een manier om de Lacca te suyveren. | 212 |
Een manier om Stokjes en ander Huysraad te vernissen | 212 | |
Rood Vernis. | 212 | |
Swart Vernis | 212 | |
De manier om in 't werk te stellen. | 213 | |
15 | Om gesprenkelde gulde Lysten en Kassen te maken | 213 |
16 | Turks ofte gemarmelt Papier maken. | 214 |
17 | Een ander manier om Papier te marmeren. | 215 |
18 | Allerley Hout op verscheyden manieren te verwen, voor de Schrijn-werkers. | 216 |
19 | Om Ebbenhouts te maken, gelijk oft alsoo gewassen ware. | 216 |
[fol. **7r]
Het negende Boek. Van de Dieren.
1 | Om het haar van een Wit Paard met een Oranje koleur te verwen, dat niet af en gaat. | 218 |
2 | Om Eyjeren lang te bewaren. | 219 |
3 | Om een Hoen een gantsche dag stil te doen leggen sonder sig te verroeren. | 219 |
4 | Een manier om Eyndvogels, Gansen en andere gevogelte, en jaren lang sonder bederven te bewaren. | 220 |
5 | Manier om Lichchamen te Balsemen op de wyze van den Heer de Bils. | 220 |
6 | Een hulpmiddel tegens de Muggen. | 222 |
7 | De Weegluyzen te verdrijven. | 222 |
8 | Om Eyjeren soo week te maken dat mense door een ring trekken kan, of in een nauw gehalsde fles steeken. | 222 |
9 | Om een Ey te maken soo groot als men begeert. | 223 |
10 | Een Val om Muysen en Ratten te vangen. | 223 |
11 | Hoorens soo week te maken, dat men 'er Beeldwerk in kan drukken. | 224 |
12 | Hoorens in vormen te gieten als Lood. | 225 |
13 | Allerley soorten van Vogelen te vangen. | 225 |
14 | Dat het gekookte Vleys bloedig en wormagtig Schijnd. | 225 |
15 | Levende Kreeften soodanig rood te maken of se gekookt waren. | 225 |
16 | Hoe men een leuyje Maagd wakker maakt, of dat sig ymand moet krouwen als of hy 't heele Lijf vol Luysen hadde. | 226 |
17 | Te maken dat ymand al de honden sullen bepissen die op straat loopen. | 226 |
18 | Om de Vogels van de Vrugtboomen te houden. | 226 |
19 | Een Wonderlijke ervaring met een Henne die door de kop gestooken is. | 227 |
[fol. **7v]
20 | Om twee Hennen des nagts op sijn vingeren te dragen. | 227 |
21 | Een Manier om levendige Kreeften voort te brengen. | 227 |
22 | Om een Hoen of ander gevogelt te dooden, dat het lekker sal smaken. | 228 |
23 | Om voor het Hooft der Paarden een witte Sterre te doen wassen. | 228 |
24 | Om Vogels en Visschen met de hand te vangen. | 228 |
25 | Om Visschen te vangen. | 229 |
26 | Om Vliegen te vangen. | 229 |
27 | Om Vliegen te dooden. | 229 |
28 | Op dat de Vliegen de Beesten niet en qullen. | 230 |
29 | Om de verdronken Vliegen ofte Byjen, wederom levendig te maken. | 230 |
30 | Om de Kalanders, die het Koorn op de Solder op eeten te verdrijven. | 230 |
31 | Nog op een ander wijse. | 230 |
32 | Hoe dat men de Vogels kan leeren spreken. | 231 |
33 | Een hulp-middel tegen de Luysen der Vogelen. | 231 |
34 | Om Hoenders vet te maken. | 231 |
35 | Een ander manier om Hoenders te mesten. | 232 |
36 | Te verhoeden dat de Henne haar Eyjeren niet eeten. | 232 |
37 | De Henne groote Eyjeren te doen leggen | 232 |
38 | De Hoenders van de Vlooyjen te bevryden. | 232 |
39 | De Hennen van de Vossen te bevryden. | 233 |
40 | Dat de Henne niet siek en werde van de Sprou. | 233 |
41 | Op dat de Henne geen Wind-eyjers en legge. | 233 |
42 | Een hulp-middel tegens de gebreken der oogen van de Hoenders. | 233 |
43 | Een hulp-middel tegen den buykloop der Hoenders. | 234 |
44 | Hanen ofte de Capoenen van Sprouw te bevijden. | 234 |
[fol. **8r]
45 | Dat den Haan op de Henne niet en springt. | 235 |
46 | Om de Haan sijn krayen te benemen. | 235 |
47 | Om Eyjers uit te broeden sonder Henne. | 235 |
48 | Hoe men sal weten, uyt welke Eyjers Hanekens ofte Hennekens komen sullen. | 236 |
49 | Dat de Duyven haar Jongen niet verlaten. | 236 |
50 | Te beletten dat de Duyven niet weg en vliegen. | 236 |
51 | De Duyven te doen vermenigvuldigen. | 237 |
52 | Om de Duyven tot het Duyf-huys te trekken. | 237 |
53 | Dat de Katten de Duyven niet en quellen. | 237 |
54 | Om Witte Pauwen te genereren. | 238 |
55 | Phasanten vet te maken. | 238 |
56 | Patrijsen te vangen. | 239 |
57 | Hoe dat men de Exters verdrijven kan. | 239 |
58 | Hoe dat men de Gansen sal mesten. | 239 |
59 | Een ander manier om de Gansen te mesten. | 240 |
60 | Van de Byjen. | 240 |
61 | Hoe dat men aan Byjen geraken sal. | 242 |
62 | Hoe dat men de Byjen vervoeren sal. | 242 |
63 | Te beletten dat de Byjen niet weg en vliegen. | 242 |
64 | Wat tijt dat men den Honing vergaderen sal. | 243 |
65 | Remedie om van de Byjen niet gestoken te worden, als men den Honing daar uyt halen wil. | 244 |
1 | Om alderley vrugten van Was te maken. | 245 |
2 | Een roode Roos terstont wit te maken. | 246 |
3 | Om allerley Vrugten die in de Somer groeyjen, des Winters te vertoonen. | 246 |
4 | Van sestien Mingelen Edik al sijn leven in sijn huyshoudinge genoeg te hebben. | 246 |
5 | Een versch geplant Kruyd altijt te bevogtigen sonder dat men daar by is. | 247 |
[fol. **8v]
6 | Om eenige geboomten door het disteleren te vertoonen. | 247 |
7 | Eenige Regelen die men in het planten en sayjen omtrent de Aarde waar te nemen heeft. | 248 |
8 | Om een gesonde blanke Tabak te maken. | 250 |
9 | Om goede Aspergies te doen wassen. | 251 |
10 | Om een Damast Roos schoon rood te maken. | 252 |
11 | Om gemeen vlas als zyde te maken. | 252 |
12 | Wyse om Plumi te bereyden om se te konnen spinnen. | 252 |
13 | De Vrugten het geheel jaar door goed te houden. | 252 |
14 | Om de Roosen altijt groen te bewaren. | 253 |
15 | Om de Roosen een gantsch jaar lang groen te behouden. | 253 |
16 | Allerley Appelen te bewaren. | 254 |
1 | Om Metalen te vergulden. | 256 |
2 | Het koper een goude koleur te geven. | 257 |
3 | Om koper wit te maken. | 257 |
4 | Het koper soo soet te maken als silver. | 257 |
5 | Om yser te vergulden. | 258 |
6 | Alle gescheurde en gebroken vaten aan malkander te maken. | 258 |
7 | Het koper te doen schijnen als goud, waar van men allerley water kan maken. | 258 |
8 | Om 't yser heel week te maken. | 259 |
9 | Om te beletten dat het yser niet roest. | 259 |
10 | Om yser tot koper te maken. | 260 |
11 | Poeder om te versilveren. | 260 |
12 | Een manier om de Marmersteenen te koleuren en te schilderen. | 260 |
13 | Een Poeder te maken, dat alle Metalen oogenschijnlijk doet smelten. | 261 |
[fol. ***1r]
14 | Lood in Koper te veranderen. | 262 |
15 | Hoe de Swaard-vegers maken dat de degens haast uyt de schede gaan. | 262 |
16 | De Wyse om op rood koper te etsen. | 263 |
17 | Valse koralen te maken. | 265 |
18 | De sterkte des Magneets te wegen. | 265 |
19 | Te maken dat een kleyn Scheepjen op het Water vare daar men het gebiet. | 265 |
20 | Eenige Naalden in een glas te doen dansen en huppelen. | 266 |
21 | Om eenige Naalden, die boven op een tafel leggen te doen bewegen. | 266 |
1 | Een manier hoe men het vuyr kan handelen sonder sig te branden. | 267 |
2 | Om yemand een Olykoek of een Brood uyt de hand te blasen. | 268 |
3 | Om Rook, Vuyr en Vlam uyt den Mond te blasen. | 269 |
4 | Vuyr te eeten, en brandend Lood en Olie over sijn Tong te doen, en een gloeyend Yser over sijn Tonge te strijken. | 270 |
5 | Om yets in sijn hand te doen branden sonder beseeren. | 270 |
6 | Om den groeyenden Boom der Philosophen te maken. | 270 |
7 | Om Donder Goud te maken. | 271 |
8 | Hoe men op een doek een kool vuyrs kan leggen sonder die te branden. | 271 |
9 | Om sonder Weegtuyg te weten hoe veel rook van yder verbrand lighaam vervlogen is. | 272 |
10 | Glaasjes welke in 't vuyr gesmeten zijnde een slag geven als een Musquet. | 272 |
11 | Om een Neusdoek in de brand te steeken, son- |
[fol. ***1v]
der die te verbranden. | 272 | |
12 | Om een uytgeblasen kaars aan eenig beeld t' ontsteeken. | 273 |
13 | Om te maken dat een Pot niet over kookt. | 273 |
14 | Om door een brandende Lonte te weten wat uur het is. | 273 |
15 | Een brandende kaars omgekeerd in sijn hand te konnen houden sonder sig te branden. | 274 |
16 | Een manier om Campher te maken, bequaam om in Vuyr-werken te gebruyken. | 274 |
17 | Een aardige wekker om des nagts wakker te werden en een kaars aan te steken. | 274 |
18 | Om een Ey al blasende in sijn handen gaar te maken. | 275 |
19 | Om drie Schyven in een ryje gesteld, van een Kanon-schoot gelijklijk konnen geraakt werden. | 276 |
20 | Om te maken een kaarse die niet uyt te blasen en is. | 276 |
21 | Een vuyr dat met geen water uyt te blusschen en is. | 276 |
22 | Fakkelen die door den wint niet uytgewaayt en worden. | 277 |
23 | Vuyr uyt den water te doen branden. | 277 |
24 | Een kaarsse die in water brand. | 277 |
25 | Een vuyr dat onder het water brand. | 278 |
26 | Een vuyr dat niet uytgeblust kan worden. | 278 |
27 | Om te maken een koperen Appel die wind van hem geeft. | 279 |
28 | Om Ys te doen branden. | 279 |
1 | Om ymand sijn aangesigt verkeert te doen sien sonder Spiegel. | 280 |
2 | Om drie of meer Manen te vertoonen. | 281 |
3 | De hoogte van een Tooren of yets anders door een Spiegel te vinden. | 281 |
[fol. ***2r]
4 | Een Glas stukken te roepen. | 282 |
5 | Een manier om Vergroot glasen te maken. | 283 |
6 | Een Spiegel in welke men zijn aansigt soo groot als een Reusen aansigt siet. | 283 |
7 | Een Cylinder Spiegel te maken, om verscheyde dingen mismaakt te sien. | 284 |
8 | Om een Schrift te maken, dat men door middel van een Spiegel aan de Wand kan leesen. | 284 |
9 | Om door een vlakke Spiegel boskruyt aan brant te steeken. | 284 |
10 | Om de Vyand te verspieden door middel van een Spiegel, als hy half of heel uyr van uw is. | 285 |
11 | Een Glas, door welke een Soldaat gesien sijnde, een gantsche Compagnie schijnd uyt te maken. | 285 |
12 | Een vierkant kasjen te maken van Spiegels, dat soo grooten glans van sig geeft, dat een Arend daar niet op sal kunnen sien. | 285 |
13 | Door een Glas met Water en ligt, in een geschrift van verre te lesen. | 286 |
14 | De Eygenschappen van een goede Spiegel. | 286 |
15 | Een Glas aardig van een te scheyden. | 287 |
16 | Kraak Glaasjes, waar op men slaan kan sonder te breken. | 287 |
17 | Om Pluymen van Glas te maken. | 288 |
18 | Door een Cylinder Spiegel, eenige gedaante seer Monstreus te vertoonen. | 289 |
19 | Eenige Beelden schielijk te vertoonen, en schielijk te doen verdwynen. | 291 |
20 | Om een Roemer soodanig te snyden, dat hy uyt malkander hangt, en egter om uyt te drinken bequaam is. | 292 |
21 | Om Glas te maken. | 293 |
22 | Om witte Barn-steen te maken, schoonder als de opregte. | 293 |
[fol. ***2v]
Het dertiende Boek. Van Stemme en Klank.
1 | Om een Spreek-Trompet te maken. | 295 |
2 | Om te doen schynen dat een geschilderde kik-vorsch aan 't quaken raakt. | 295 |
3 | Een Snaar op een Viool sonder aanroeren te bewegen. | 294 |
4 | Hoe men met een Stemme of Muzicaal instrument twee of drie stemmen met een Muzicaal accoort kan maken. | 226 |
5 | Om ymand door de klank van Roemers, klokken, Schellen of andere Instrumenten sijn meening te doen verstaan. | 296 |
6 | Om van verre een te hooren spreeken die men van na by niet kan hooren. | 298 |
7 | Om ymand het geluyd van een klok te doen horen door middel van een Schaar. | 298 |
8 | Een geluyd te doen hooren door middel van Roemers even of de klokken speelden. | 299 |
9 | Om te maken dat ymand door het geluyd van eenige May Torren niet slapen kan. | 299 |
10 | Een Glas met Water, daar een penning in legt, geluyd te doen geven, dien penning te doen bewegen, en het Water te doen sieden. | 300 |
11 | Een aardige Echo. | 300 |
12 | Om op het Land een Stem te doen hooren, even of die uyt den Hemel quam. | 301 |
13 | Een half vel papier te doen slaan als een musket. | 301 |
14 | Erweten of iets anders op een Klave-Cimbel te doen dansen. | 301 |
15 | Een Doods-hooft te doen spreeken. | 302 |
16 | Te maken dat een Kalfs-hooft dat gebraden is 10. ofte 12. maal roepen sal, of het levendig ware. | 303 |
17 | Heymelijk te doen beven de Snaar van een Fiool, ofte yets dat daar op leyt, sonder de selve van ymand aangeraak word. | 303 |
[fol. ***3r]
18 | Een doove Fiool of een Lier te doen hooren speelen. | 305 |
20 | Een Instrument te maken dat van verre doet hooren gelijk de Verkijkende Brillen van verre doe sien. | 305 |
21 | Een manier om te Verlakken. | 306 |
1 | Om Wormtjes te maken door het smeeren van een Booterham. | 308 |
2 | Door een diepe plas Waters te komen door middel van een Mes. | 309 |
3 | Om een Vrouw-mensch te beproeven of se maagd is of niet. | 310 |
4 | Een Lees-slotje op te leesen sonder het woord te weten. | 314 |
5 | Een Peper-huys uyt een kring te blasen op een vloer. | 316 |
6 | Een Taart of Pan-koek door drie sneden in agt stukken te snyden. | 317 |
7 | Een Ey of Eyrond met een Passer te maken. | 318 |
8 | Goud te leggen op een swarten grond. | 319 |
9 | Het Goud te leggen op een slegten grond. | 319 |
10 | Het Goud nog op een ander manier te leggen. | 319 |
11 | Om Goud op Marmersteen, of op een Tafel of bord te leggen. | 320 |
12 | Een grond te leggen daar op men Goud leyt, dat men bruyneeren mag. | 320 |
13 | Letteren te schryven, die men met Goud, Silver, &c. bestryken mag. | 320 |
14 | Een Goud grond op Syden stof of Linnen te leggen. | 321 |
15 | Een Bytenden Goud grond, of Koper op Yser te leggen. | 321 |
[fol. ***3v]
16 | Een Goud verwe te maken sonder Goud. | 322 |
17 | Een Goud Verwe te maken daar men mede schryven en Vergulden kan, op Yser, Hout, Glas en Been. | 322 |
18 | Een schoone Goud verf te maken met kleyne kosten en moeyten. | 323 |
19 | Verheven Letteren van Goud en Silver te maken. | 323 |
20 | Van de kruyden die Liefde verwekken. | 324 |
21 | Swarten Inkt te maken die niet veel en kost. | 325 |
22 | Een aardige Inkt pulver te maken, die men droog by sig kan dragen, die men met een weynig Wijn-azijn, of ander vogt kan mengen om daar mede te Schryven. Met dit Pulver kan men alle slegten swakken Inkt verbeteren, hoe slegt die ook is. | 326 |
23 | Een bequaam swarten Inkt te maken. | 327 |
24 | Om Rooden en Blauwen Inkt van Brasilienhout te maken. | 329 |
25 | Om Witte Letters op Swart te hebben. | 329 |
26 | Een Wapen op een Bloem, als een Roose of Violette te maken, door Goud of Silver-bladen. | 330 |
27 | Blauw te Verwen. | 330 |
28 | Geel te Verwen. | 331 |
29 | Groen te Verwen. | 232 |
30 | Paars te Verwen. | 333 |
31 | Swart te Verwen. | 333 |
33 | Rood te Verwen. | 334 |
34 | Eyjeren te Verwen. | 335 |
35 | Van welke stoffe men besemen maken kan. | 335 |
36 | Glasen, Beekers, glinsterend te maken. | 336 |
37 | Een Aas te maken waar door men wilde Vogels, als Eynd-vogels kan vangen. | 337 |
38 | De Muggen te verdryven en te dooden. | 337 |
39 | De Floyjen te verjagen. | 338 |
40 | De Mieren te verdryven. | 338 |
41 | De Mollen te verdryven en te doen sterven. | 338 |
[fol. ***4r]
42 | De Motten of Schieters te verdryven en te dooden. | 339 |
43 | Hagedissen te verjagen en te dooden. | 342 |
44 | Om Kalanders te verdryven. | 342 |
45 | Om de Muysen te verjagen of te dooden. | 342 |
46 | Hoedanig men aan de hand, door de schaduw eens stroohalms, de uuren des daags kan leeren kennen. | 334 |
47 | Muysen te vergaderen. | 346 |
48 | De Aardmuysen te dooden. | 347 |
49 | Vleermuysen te verjagen. | 347 |
50 | Eyndvogels te voeden. | 347 |
51 | Eykhoorntjes te voeden. | 348 |
52 | Gansen vet te maken. | 348 |
53 | Hasen te voeden. | 348 |
54 | Quakkelen vet te maken. | 348 |
55 | Vogels te vangen. | 349 |
56 | Meerlen, Lysters, en andere Vogels te vangen. | 349 |
57 | Eynden en Duyven te vangen. | 349 |
58 | De Kikvorssen te dooden. | 349 |
59 | Visschen te dooden. | 350 |
60 | De Visschen te genesen. | 350 |
61 | De grondige smaak de Visschen te benemen. | |
62 | De Visschen te vangen. | 350 |
63 | De Pierwormen uyt de aarde te doen kruypen. | 351 |
1 | Hoe men Planeren moet. | 352 |
2 | Van het aanleggen, diepen en verhoogen. | 353 |
3 | Van de Gallen die men tot de Verwen moet gebruyken. | 355 |
[fol. ***4v]
4 | Van het Temperen der Verwen. | 356 |
5 | Wat voor plaatsen, Verwen en Coleuren in een Werk eerst of laast moeten aangeleyd worden. | 356 |
6 | Van het wryven en temperen der Verwen. | 358 |
7 | Van Bresilien, wat verwen uyt haar spruyten, en hoe men die sal gebruyken, kooken en bereyden. | 360 |
8 | Van Purperen en Violetten verwen. | 361 |
9 | Van de Ascus ofte Hemels-blauw. | 362 |
10 | Van de Smalte ofte bruyn Hemels-blauw. | 363 |
11 | Van de Lakmoes en hoe men die temperen en aanleggen sal. | 364 |
12 | Van de Indië-blau en hare temperantie. | 364 |
13 | Van Besië-geel, die men Duyvels Besiën noemt, en om 't selve te gebruyken. | 365 |
14 | 't Gebruyk des Saffraans, en zijn temperantie. | 365 |
15 | Hoe men de Operement moet gebruyken. | 366 |
16 | Handel van de roode Operement, en desselfs operatie. | 367 |
17 | Van het gebruyk des Masticots, en hare temperantie. | 367 |
18 | Van het Schijtgeel. | 368 |
19 | Van het Spaans groen, hoe men dat temperen, aanleggen, diepen en hoogen sal. | 368 |
20 | Van meer andere Groenen, en haar gebruyk. | 369 |
21 | Van 't Sapgroen. | 369 |
22 | Van Fermilioen, hoe men die temperen, aanleggen, diepen en hoogen sal. | 370 |
23 | Van de Menie en desselfs werkinge. | 370 |
24 | Van het bruyn-rood. | 371 |
25 | Van 't Lak en desselfs operatie. | 371 |
26 | Van de Roo Krijt. | 372 |
27 | De Witte verwen en haar temperantien. | 372 |
28 | Waar toe het bruyn Ooker geoeffent werd. | 373 |
29 | Van den ligten Ooker. | 374 |
30 | Van 't Roet uyt de Schoorsteen. | 374 |
[fol. ***5r]
31 | Van alle verwen en hare temperantien. | 374 |
32 | Van Swart en zijn kragt. | 375 |
33 | Van de Goude en Silvere verf. | 375 |
34 | Van de Luchten, Wolken, Schijnselen, Stralen, Gesichten, &c. | 376 |
35 | Van alle Gronden die men leggen mag, &c. | 379 |
36 | Van alle naakte menschen, Oude en Jonge, Mannen en Vrouwen, Kinderen, Satyrs, Duyvelen, en van Sieke en doode Menschen. | 380 |
37 | Van hayr der Mannen en Vrouwen, van distelen der Bomen, en hout-werk, en van Boerenhuysen. | 380 |
38 | Van alle Steden, Kastelen, Slooten en Huysen, de welke na by, wat voorder en geheel verre leggen, ook van de vervallen Ruwijnen en de gebrooken Huysen. | 385 |
39 | Van de Klippen, Steenrotzen, Marmer Pylaren, of Ruwijnen, de welke verre ofte na by geleegen zijn. | 386 |
40 | Van de Bergen, Landschappen, Boomen en andere Groenigheden, die ver en ook na by geleegen zijn. | 388 |
41 | Van alle Dieren in 't gemeyn, hoe men haar Coleuren aanleggen, diepen en hoogen sal. | 390 |
42 | Van sommige Vogelen en vliegende Dieren. | 394 |
43 | Van de Kruypende en Fenynige Dieren. | 396 |
44 | Van de Wateren en Visschen. | 398 |
45 | Van alle Silver, Goud, Koper en Metaal werk, ook van Yser en Glas. | 399 |
1 | Waar in verhandelt werd: Hoe men alderley Bloemen sal aanleggen en Coleuren. | 401 |
[fol. ***5v]
Het seventiende Boek. Waar in gehandelt werd van de Vrugten.
1 | Van de vrugten der Boomen. | 433 |
2 | Van de vrugten der Aarde. | 435 |
3 | Om allerley gemarmelt Papier te maken. | 436 |
4 | Om alle Groene bladeren te Conterfeyten, dat zy sullen schijnen natuurlijk te wesen. | 437 |
1 | Tegens de Sproeten in het Aansigt. | 438 |
2 | Om sagte en witte Handen te krijgen. | 438 |
3 | Ruykende Handschoenen, om de Handen sagt te maken. | 439 |
4 | Een Water, om de vlekken uyt het aangesigt te verdryven. | 439 |
5 | Een zeldsaam Water, om schoone Handen en een schoon Aansigt te krijgen. | 440 |
6 | Een ander Water, om het Aangesigt schoon te houden. | 440 |
7 | Een Water, om het Aangesigt helder en blinkend te maken. | 440 |
8 | Een Water om roode Wangen te maken. | 440 |
9 | Een Blanketsel om het Aansigt en andere deelen des Lichchaam te reyningen. | 441 |
10 | Om het Aansigt te doen Glimmen. | 441 |
11 | Water van witte Meloenen, om een suyvere huyd te maken. | 442 |
12 | Een Water om een blank Aangesigt te krygen. | 442 |
13 | Een wonderlijk Water, dat seer ligt te maken |
[fol. ***6r]
is, om het Aangesigt schoon te houden, maar kan op seekere tijd van 't Jaar alleen gemaakt werden. | 443 | |
14 | Een Blanketsel, om het Aangesigt wit te maken en te verçieren. | 443 |
15 | Een Wijn om het Aansigt te Blanketten. | 443 |
16 | Een voortreffelijk en sonderling Blanketsel dat seer goed is. | 444 |
17 | Een ander Blanketsel. | 444 |
18 | Een ander beproeft middel, om het Aangesigt schoon te maken. | 444 |
19 | Een ander sonderling Blanketsel, wonderlijk om het Aansigt schoon te maken, 't welk beproeft is. | 445 |
20 | Om roode Wangen en Lippen te maken. | 445 |
21 | Een ander manier. | 445 |
22 | Nog een ander. | 445 |
23 | Nog op een ander manier. | 446 |
24 | Om een Huyd seer sagt en wit te maken. | 446 |
25 | Een ander. | 446 |
26 | Nog een ander Blanketsel. | 446 |
27 | Een Blanket-water, om de vuyrigheyt uyt het Aangesigt weg te nemen. | 447 |
28 | Een gedistilleert Blanket-water. | 447 |
29 | Een ander. | 447 |
30 | Een ander tegens de vuyrigheyt. | 448 |
31 | Een bedrieglijk Blanketsel, om ymand swart te maken, in plaats van wit. | 448 |
32 | Om nette swarte Wijnbrauwen te maken. | 448 |
33 | Om Moesjes in het Aansigt te maken. | 449 |
34 | Om het Hayr te Krullen. | 449 |
35 | Een ander manier om het Hayr te doen Krullen. | 449 |
36 | Nog een andere wyse om het Hayr te doen Krullen. | 450 |
37 | Nog een manier om het Hayr te Krullen. | 450 |
38 | Om Blond Hayr te maken. | 450 |
39 | Om het Hayr swart te verwen. | 450 |
40 | Om swarte Tanden wit te maken. | 451 |
[fol. ***6v]
41 | Om Rood en Wit Hayr Swart te maken. | 451 |
42 | Om het Hayr te doen Wasschen. | 451 |
43 | Een ander. | 452 |
44 | Om het Hayr op allerley plaatsen weg te doen gaan. | 452 |
45 | Een Zeep te maken, om de handen te wasschen. | 452 |
46 | Een welkiekende Zeep-bal te maken. | 453 |
47 | Een ander manier om welrijkende Zeep-balletjes te maken. | 453 |
48 | Een Pomade om de Baard en Knevels op te setten. | 453 |
49 | Een ander. | 453 |
50 | Manier om de Knevels op te setten. | 454 |
51 | Een Water om de Tanden wit te maken. | 454 |
52 | Andere verscheyde middelen om de Tanden wit te maken. | 454 |
53 | Manier om Stokjes voor de Tanden te maken. | 455 |
54 | Middel om de Tanden schoon te maken. | 455 |
55 | Een middel van Parijs om de Tanden wit te maken. | 456 |
56 | Een ander. | 456 |
57 | Pleysters tegen de Tand pijn ofte Hooft-pijn, om aan de slaap van het Hooft te leggen. | 456 |
58 | Een ander manier. | 457 |
59 | Om welriekende Zeep te maken. | 457 |
60 | Ireas ofte Violette Poeder, om tusschen het Lijnwaat in de Kasse te leggen. | 458 |
61 | Een ander. | 458 |
62 | Ruykend-water ofte Damast-water. | 458 |
63 | Een ander Riekend water. | 459 |
64 | Poeder om de Tanden wit te maken. | 459 |
65 | Om ruykende Kralen te maken, die men om de Handen en den Hals draagt. | 459 |
66 | Een aangenaam Oranje-water, om te ruyken. | 460 |
67 | Roode ruykende Kralen om den Hals. | 460 |
68 | Om Geele Ruykende Kralen te maken. | 460 |
[fol. ***7r]
69 | Om Ruykende Kralen te maken van verscheyden koleuren. | 461 |
70 | Om een aangename Ruyk-bal te maken. | 461 |
71 | Een Zivet Bal. | 461 |
72 | Om riekende Kaarsen te maken, om alle stank uyt het huys te jagen. | 462 |
73 | Een aangename Snuyf-Tabak. | 462 |
74 | Een ander ruykend Snuyf Poeder. | 463 |
75 | Maniere om Caschou toe te maken, om een aangename Mond te maken. | 463 |
76 | Ruykend Hayr Poeder, om de Pruyken te poederen. | 463 |
77 | Een welriekende Balsum te maken. | 463 |
78 | Om de Rimpelen van den Ouderdom uyt het Voorhooft te doen verdwijnen, en weder jong te gelijken. | 464 |
79 | Een welriekende Balsum te maken. | 464 |
80 | Voor alle Exteroogen der Voeten. | 464 |
81 | Om het Hayr des lichchaams swart te verwen. | 465 |
82 | Om te beletten het grijs worden des Hayrs. | 465 |
83 | Om het haastig te doen wassen. | 465 |
84 | Om een Hayrige plaatse kaal te maken. | 465 |
85 | Om het Aangesigt te verçieren met blosentheid. | 466 |
86 | Om een blosende Aangesigt te maken. | 466 |
87 | Om de Roodigheyd des Aangesigts te benemen. | 466 |
88 | Om een lieflijk Aangesigt te maken. | 466 |
89 | Om een effen schoone Huyd te maken. | 467 |
90 | Om een blosende blank Aangesigt te maken. | 467 |
91 | Een Water om het Aangesigt jong te maken. | |
92 | Om alle Plekken en Puysten uyt het Aangesigt te weren. | 468 |
93 | Om de Handen wit te maken. | 468 |
94 | Tegens de stank der Oxzelen. | 468 |
95 | Een gedisteleert Water, om het Gesigte lange tijt te behouden, ende tegens de Vlekken der |
[fol. ***7v]
Oogen. | 469 | |
96 | Een ander kostelijk Water, tot allerley duyster Gesigt, ende tegens alle Vlekken der Oogen. | 469 |
97 | Een welriekend Water, dat schier sonder smaak is. | 469 |
98 | Een Water om het Aangesigt wit te krijgen. | 470 |
99 | Een Oog-water. | 470 |
100 | Een Water om de Tanden schoon te maken. | 470 |
101 | Een Water om Geel Hayr te maken. | 470 |
102 | Om alderley Plekken uyt de kleederen te doen. | 471 |
103 | Om alle Plekken uyt allerley Zijde-werk te krijgen. | 471 |
104 | Een Zepe, om alle Plekken uyt de Klederen te doen. | 471 |
105 | Hoe dat men in elk Laken zijn verlooren verwe zal brengen. | 472 |
106 | Hoe dat men alle Vlekken uyt het wolle laken zal brengen | 472 |
107 | Een Water om alle Plekken uyt wit Laken te krijgen. | 472 |
EYNDE.
[fol. ***7v]
Historien van Saken van Staat en Oorlog, voorgevallen in de Vereenigde Nederlanden, en andere Gewesten des Werelds, beginnende met het Jaar 1669. daar het de Hr L van Aytzema heeft gelaten, en eindigende met 't Jaar 1697. Vervolg van Saken van Staat en Oorlog, in en omtrent de Vereenigde Nederlanden, en geheel Europa voorgevallen, beginnende met het Jaar 1679. en eindigende met het 't Jaar 1686.
[fol. ***8r]
Alle de Philosophisch, Medicinale en Chimische Werken van C. Bontekoe. 2. voll. Leven en Daden der Doorl. Zee-Helden. Burnet Hist. der Reformatie van de Kerke in Engeland, met fig. 2. voll. D. de Toict Hollands Heyl en Rampen. Naukeurige Beschrijving van het nieugevonden Land, genaamt Louis land, in West-Indien. Hist. van Barbaryen, en desselfs Zee-Rovers. S. de Vries Wonderen op en in de Zeen, Rivieren, &c. De volmaakte Koopman. d'Amerikaanse Zee-Rover. Beroerten in Engeland onder de Regeering van Jakobus II. tot de kroning van de Prins van Orangie, tot Koning van Engeland. Beschrijving van Oud en Nieuw Groenland. Jakob Spon Reys door Italien, Dalmatien, Griekenland, en de Levant. Manier der Papier-sny-konst. Leven van den konink van Polen, en Turkse Oorlog. Beschrijving hoe soet water binnen Amsterdam sal konnen gebragt werden. Historie van Lapland, Finland en der selver Toveryen.
Alle de Werken van F. Rabelais. 2 voll. J. Barklay d'Argenis. met fig. -- 't Vervolg, of continuatie. -- Satyricon of Heekel-schriften. Het Nauwkeurige Reys-boek door de 17. Provintien, en door Duytsland, Vrankrijk, Engeland, neffens een korte beschrijving van alle de Steden, en voornaamste Herbergen in de selve.
F. Heermans Gulde Annotatien. S. van Rustings Volgeestige Werken. P. Rabens en S. Hoogstratens Rijm-oeffeningen. Fokkenburgs Afrikaansch Thalia. Overbeeks Geestige Rijm-werken. L. Smids Roomsche Keysers. -- Roomsche Keyserinnen. -- Postularia of Debusiant.
S. Blankart Nieu-Lichtende Practijk der Medicinen. -- Konstkamer der Chirurgie ofte Heel-konst. -- De Nieuw hervormde Antomie. -- Lexicon Medicum. -- Collectanea, of Holl. Jaar-Register, 3. stukken. -- Institutie der Medicynen. Idea Praxeos Medicae. -- Verhandeling van de Scheurbuyk en
[fol. ***8v]
Jigt. -- Verhandeling van het Podegra. -- Kinder siekten. -- Van de Rupsen, Wormen, Maaden, en vliegende Dierkens. H. Overkamp, Nieuwe beginsel tot de Genees- en heel-konst. -- Nieuw Opbouw der Chirurgie. -- Over 't tweede Boek der beginselen van Cartesius. Halma noodige aanmerking over de hedendaagse Apotheek. Joh. Verbrugge Zee- en Land Chirurgie. Guilmeau CXIII. Gebreken der Oogen. L. Lemery Chimiste Stook-huys. Lansilot Brandende Salmander. P. Barbette Medicinale Werken met de Praxis. Vienus Twaalf Handgreepen der Genees- en Heel-konst. Horns Ontleed- en Heel-konst. Salpert 100. Aanmerkingen der Genees en Heel-konst. Nieuw Licht des Apothekers en Distilleer-konst. C. Bontekoe Algemeene Twyfeling. -- Verscheyde Tractaten. Stokhoven Bereysde Oosten. Van Dijks Geraamt-beschrijving. Th. Willis van de Koorts en Wateren. Het natuurlijk Toverboek, of Speel-toneel der Konsten. S. de Vries Vrankrijks Kerkelijke en Wereldlijke staat. -- Goudene Spreuken der Martelaren. A. Weile Noachs Profetie. A. van Wenigem Rijke en Salige Erfenisse De Franse Tyrany, gepleegt in Nederland. K. Verloven Gesangen des O. en Nieuwen Verbonds. -- Stefanus eerste Christen bloed getuygen Treursp. W. Deurhof Beginselen van Waarheid en Deugd. -- Voorleering van de H. Godgeleertheid. - Tegen Dukeri overtuygende kragt. -- Grondvesten van de Christelijke Godsdienst. -- Bespiegeling van de H. Godgeleerdheid. -- Verhandelinge van des Menschen Verlossinge, &c. -- Wederlegginge tegens J. Koelmans en J. Schuts. Plinius van de Dieren. Lusthof der Goddelijke Historien. Geslagt Register der Princen van Orangie. Het Nieuw Toneel der Vuurwerken. Het afgerukte Momaangesigt der Jesuiten.
Cleopatra 6. voll. Satyrische Wondergesigten. Magirus Almanaks Heyligen. Laurenb. 600 Historien. En meer ander historische, &c.