| |
| |
| |
Het Toneel der Konsten. Achtiende Boek. Waar in gehandelt wert, van alderhande Blanket-werk, tot vercieringe des aangesigts en Hande, en al wat tot een cierlijk Lighaam behoort.
| |
I. Tegens de Sproeten in het Aansigt.
Neemt rosewater drie oncen, doet daar in drie grein sublimaat, ende wascht uw daar dagelijks mede.
Of men neemt Verkens-melk, met welke men het aansigt dagelijks wast, soo sal het t' eenemaal vervellen, en suyvere huyd maken.
| |
II. Om sagte en witte Handen te krijgen.
Neemt Amandel Koeken, die by de Apothekers te vinden sijn, of in plaats van die, heele Amandelen, stoot die aan stukken, en wascht daar | |
| |
dagelijks uw handen mede, soo sullen sy wit en sagt werden.
Men kan ook wel een weynig Olie van Wijn-steen daar onder mengen, soo sullen de handen des te witter werden.
| |
III. Ruykende Hand-schoenen, om de Handen sagt te maken.
Neemt een half pond Wit Wasch, Walschot en Sperma Ceti, Veneetse Terpentijn, Olie van groote Cataputia, van Jasmyn, van Soete Amandelen, elx een once, Aluyn en Campher, van elx een drachmen. Laat dit te saamen smelten, en doopt daar het Leer in, dat gy met uw handen wel vryven sult, laat de selve dan een tijd lang hangen, en wast se daar na met Roose-water, soo kont gy daar handschoenen van bereyden.
Ist dat gy se nu nog op een andere wyse begeert ruykend te maken, soo druyt daar eenige droppelen Balsem van Peru onder, oft Olie van Rhodushout, wat Civet, Amber oft Muscus. Soo kond gyse soo aangenaam van Reuk maken, als gy zelfs begeert.
| |
IV. Een Water, om de Vlekken uyt het aansicht te verdryven.
Plukt de Bloem van Vlier, |
Venkel, |
Wijnkruyt, van elx even veel. |
Haalt het Water daar van over den helm, wast uw daar mede, en gy sult daar wonderlijke uytwerking van zien.
| |
| |
| |
V. Een zeldsaam Water, om schoone handen en een schoon Aansicht te krijgen.
Neemt Bladen van Witte Lis, haalt het Water daar van over, in glase oft verloode vaten, op een sagt vuurtjen, neemt dan Wit Sandel Hout, wast het wel, laat die in 't voorseyde Water weiken, tot dat die wel geswollen is, doet dan by yder once van dat water, een half once ofte dry vierendeel-loots Mastix, die wel gewassen en gedroogt is, haalt dat in het bad over, leggende in de mond van den Helm, een weinig Muscus, soo gy het wel riekend wilt hebben, sult gy een diftig water krygen, van weinige tot nog toe bekend.
| |
VI. Een ander water, om het aansicht schoon te houden.
Neemt wit van Eyeren, haalt het over, om een Water daer uyt te distilleeren, wast daer soo dickwils uw aensicht mede als het uw belieft.
| |
VII. Een Water om het aansicht helder en blinkent te maken.
Neemt Ezelinne Melk, en schalen van Eyeren, laat daar een Water van disteleeren, en wast het aansicht daar meede, soo sult gy blank, schoon en wit werden.
| |
VIII. Een Water om Roode Wangen te maken.
Neemt een Schenkel van een Koe ofte Os, dat is onder de knye, doet daar het vel af met de tengels, breekt dan het knye in stukken, te weten | |
| |
het been, zenuwen en merg distilleert daar een Water af, en wast daar 's ogtens mede.
| |
IX. Een Blanketsel om het aansigt en andere deelen des Lichaams te reyningen.
Neemt Witte Borax, twee oncen, |
Aluyn, een once. |
Camper, twee drachmen. |
Pluym Aluyn, |
Gemeene Aluyn, van elx een once. |
Elk besonder gestooten zijnde, menget met elkander, doet het dan in een groot vat, met Fonteynwater, die gy toe dekken sult, doende die met een doek digt toe, laat het dan twee uuren lang op het vuur staan, set het dan af, en koud geworden sijnde, doet het in een ander vat.
Neemt dan het wit van twee wigtige Eyeren, die op de selfde dag geleyt zijn, en slaat het met verjuys: doet het dan in 't vat met water, en laat het twintig dagen in de Sonne staan soo hebt gy een goed water.
| |
X. Om het aansicht te doen Glimmen.
Neemt een Limoen, doet daar een gat in, soo groot dat men 'er een Noot in steeken kan, vult het met Kandy-Suyker, en mengt daar onder vijf of ses blaadjes Gout, en maakt het weder toe met dat stuk, welke gy daar uyt gesneden hebt, nayende dat met een naalde toe, om wel te doen sluyten, laat deese Limoen dan op de kolen braden, met de naad boven, als se begint te braden, moet gyse sommige reysen om wenden, tot dat sy eenige tijd sweet, doet hem dan van het vuur om daar van te gebruyken, steekt dan uw vinger in het gat, dat | |
| |
gy toe gebonden had, en strijkt daar het aansicht mede, soo hebt gy het na uw wensch.
| |
XI. Water van witte Meloenen, om een suyvere huyd te maken.
Neemt witte Meloenen, die van haar schorsen wel gesuyvert zijn, en snijdse in stukken, soo dik als een vinger, weg doende het middelste.
Neemt dan het volgende. |
Aluyn, vier oncen. |
Quick-silver, die gedood is. |
Aluyn Roche, gebrand, elx een once. |
Verkens Reusel, twee oncen. |
Terpentijn, een pond. |
12 Eyeren met haar schalen gestampt |
Limoen sop, soo veel gy wilt. |
Suyker, 40. oncen. |
Geyte-Melk, |
Witte Wijn, elx een pint. |
Doet alles gesamentlijk in een glase kolf, en haalt hier een water uyt, op een sagt vuurtjen, 't welk deftig is om te wassen.
Alsoo maakt men ook een water van Kalebassen, als ook van de topjes en bloeysels van bomen en kaasjes bladen, Wilde Wijngaart en andere dingen.
| |
XII. Een Water om een blank aansigt te krijgen.
Neemt Silver-glit oft Lithargirium argenti een once, stoot het seer fijn, en doet het in een potjen, giet daar over goede witte Wijn-Edik, laat het soo lange verkoken, dat het drie vinger lang gesakt is, laat het koud werden, doet het door een teems oft doek, en bewaart het. | |
| |
Nog is goed Melk, en sap van orangie, met Olie en Wijn-steen gemengt.
| |
XIII. Een wonderlijk water, dat seer ligt te maken is, om het aansigt schoon te houden, maar kan op zeekere tijd van 't Jaar alleen gemaakt werden.
Plukt de Gerst, wanneer die nog melkagtig is, en nog niet tot een vaste groy geworden, als gy deese in een Mortier gestoten hebt, giet daar Ezelinne Melk by, en distilleert het in 't Water bad, wast dan het aansigt met dit water, dit is beproeft: dog dit water kan maar eenmaal in 't jaar gemaakt werden.
| |
XIV. Een Blanketsel, om het aangesigt wit te maken en te vercieren.
Neemt Glit, |
Mastix, |
Wierook, |
Spiegel hars, van elks even veel. |
Vrijft het alles kleyn op een marmer-steen, met goede welriekende Wijn vervogtigende, laat het door een glase Kolf distilleren, tot dat de vuyligheyd droog is, ontfangt het water in een glasen phiool, wast daar het aansigt meede als gy slapen gaat, soo zal het blank werden, 't welk met geen ander heeft konnen geschieden.
| |
XV. Een Wijn om het aansicht te Blanketten.
De Wijn die men voor het aansicht maakt, is een Verciersel voor de Vrouwen, 't welk aldus gemaakt werd. | |
| |
Neemt Brasili-Hout. |
Aluyn. |
Stootse en doetse in Roode wijn, laatse te samen koken, tot dat ses deelen van de Wijn tot een geworden sijn: als het koud is, laat de Vrouw daar een stuk Katoen in nat maken, en laatse wassen op die plaatsen daar het haar belieft.
| |
XVI Een voordeftig en sonderling blanketsel dat seer goed is.
Neemt versche Limoenen, parst daar het sop uyt, en distilleert het door een glasen Helm, 't welk een sonderling middel is om het aansigt te vercieren.
| |
XVII. Een ander Blanketsel.
Distileert het water uyt groene Pijn-Appels, 't welk de rimpels uyt het aansigt doet gaan, en maakt dat ymand weder jong werd.
| |
XVIII. Een ander beproeft middel, om het aansigt schoon te maken.
Snijd een Meloen in stukjes. |
Wortels van Arum, een hand vol. |
Limoen Sop, agt oncen. |
Geyte Melk, Sestien oncen. |
Laat alles door een glasen Kolf in het water-bad distilleeren. Dit water is treffelijk en wonderbaar.
| |
| |
| |
XIX. Een ander sonderling Blanketsel, wonderlijk om het aansicht schoon te maken, 't welk beproeft is.
Neemt een half dosijn Limoenen, haktse aan stukken, laatse in een pintje Soete Melk weiken, met een once witte Suyker, en soo veel Aluyn, distilleert het in 't bad, en wast uw daar des avonts mede.
| |
XX. Om roode wangen en lippen te maken.
Neemt Concenilie, laat die in Rose-water weiken, de tinctuur daar uyt getrokken sijnde, doopt daar eenige stukjes witte wolle in, en laat die lapjes drogen, en doopse dan daar weder in, en laat weder drogen, doet dit soo lange tot de lapjes rood genoeg sijn.
Als gy uw dan rood wilt maken, soo maakt de lapjes een weynig met speeksel, en vrijft daar mede op uw koonen, soo sullen sy aangenaam rood werden.
| |
XXI. Een ander manier.
Neemt Alcanet wortel, weikt die in water, tot al de tinctuur uyt getrokken is, dit vogt dampt men sagjes uyt, tot het dik geworden is, dan bestrijkt men daar eenige witte papieren mede, op welke gy het sult laten drogen.
Wanneer gy het dan gebruyken wilt, so maakt een weynig nat met spog en strijkt daar meede over uw wangen.
| |
XXII. Een ander.
Sommige vergaderen, de Sneeuw, die in de Maand van Maart gevallen is, welke sy het gansche jaar door bewaren, en sig daar mede wasschen.
| |
| |
| |
XXIII. Nog een ander.
Neemt een pint Regen-water, druypt daar hondert droppelen Olie van Wijn-steen in, en giet 'er een weynig Rose-water by, soo hebt gy een deftig blanket-water.
| |
XXIV. Om een huyd seer sagt en wit te maken.
Neemt loog van Wijnsteen-sout, die niet al te sterk is, vier oncen Olie van bittere Amandelen, die door uytpersinge gemaakt is, soo veel het uw belieft, laat 'er soo veel onder malkanderen gemengt werden, dat het vogt terstond wit werde, en alsoo blijve, laat dan hier de huyd des ogtens en des avonds mede gevreven werden.
| |
XXV. Een ander.
Neemt Levende Swavel gestooten, een once, en twee oncen Swarte Seep, bindt het in een doekje te samen, hangt het neegen dagen lang in een pond Asijn, gebruykt dit vogt dan, twee maals daags de huyd daar mede vryvende.
| |
XXVI. Een ander Blanketsels.
Neemt Lithargirie, oft Goud-glit een once, giet daar een pond Azijn over, laat dit een nagt staan weiken, giet dan daar twee oncen loog van Wijnsteen sout by, soo hebt gy een vogt soo wit als melk, met welke gy wasschen kont.
| |
| |
| |
XXVII. Een blanket water, om de vuurigheyt uyt het Aangesicht weg te nemen.
Neemt twee dragmen Campher, snijd die in kleyne stukjes, vrijft dat in een steenen Mortier, daar allenxkens het sop van eene Limoen by druypende, doet dan daar by een pond witte Wijn, giet het dan door een doek, en laat de overige Kampher in een doekje gebonden, in de fles hangen; hier mag men dagelijks eenige reysen mede wassen.
| |
XXVIII. Een gedistilleert Blanket-water.
Neemt Spaans groen, vier oncen, giet daar over twee pond Wijn-asijn, doet het te samen in een Kolf, en distilleert 't op het sand, met een sagte warmte, bewaart dan het eerst uytkoomende Phlegma, met welke men het Aansigt twee maals des daags sal wasschen, dit is seer goed tegens de vuurigheyt.
| |
XXIX. Een ander.
Neemt Sublimaat, een once, stootse fijn, en doet het in een Tinne Kom, giet daar over dry pond Fonteyn-water, laat dit soo vier-en-twintig uuren staan, somwijls met een houte spatel omroerende, welk vogt swart sal werden, filtreert dit door een Grauw papier, soo werd het helder en klaar; hier mede mag men het aansigs eens daags wasschen.
| |
| |
| |
XXX. Een ander tegens de Vuurigheyt.
Neemt Sout van Loot, ses greyn. |
Campher, een dragme. |
Rosewater, drie oncen. |
Mengt dit onder een, wast hier alle dage meede.
| |
XXXI. Een bedrieglijk Blanketsel, om ymand swart te maken, in plaats van wit.
Neemt soo veel Silver als gy begeert, smelt dat in sterk-water, dampt dan het sterk-water uyt tot het droog is, giet dan op dese kalk schoon regen-water, en dampt het weder uyt, dit tot drymaal herhalende, en als de groenagtige coleur, die men gemeenlijk in de krystallen van Silver siet, 't eene maal verdwijnt.
Laat dan de Persoon die gy bedriegen wilt, sijn aansigt met sijn eygen spog nat maken, en bestrijken het selve met een weynig van dit poeder, soo sal de huyd ongemeen wit werden, en na dat het sal gedroogt wesen, sal de koleur veel swarter sijn dan inkt.
| |
XXXII. Om nette swarte wijnbrauwen te maken.
Laat uw Wijn-brauwen eerst nettjes scheeren neemt dan een kruyd-nagel, en brand die aan de Kaars, maakt die dan een weynig nat met spog, en bestrijkt daar de wijn-brauwen mede, soo verre als het hayr is, met een swarte linie, soo sult gy aanlokkige wijn-brauwen hebben.
| |
| |
| |
XXXIII. Om Moesjes en het aansigt te maken.
Neemt Wit Was, een loot, doet hier by een vierendeel loots Terpentijn, smelt dit onder malkanderen, en smeert daar mede op sijne swarte sijde, soo kont gy daar sulke moesjes van gedaante, grooten figuur van snijden als het uw belieft.
| |
XXXIV. Om het Hayr te krullen.
Sommige hebben haar Hair regt neder hangende als een Pond Kaarsen, en souden wel veel willen geven, datse goed gekrult Hair hebben, derhalven heb ik deese practijk uytgevonden.
Bind uw hair op, en neemt dan een Comfoor met vuur, op welke een Pot met water staat te koken, laat dan de eene opgebonden lok hairs daar twee uuren lang in koken, het Hooft rontom met servetten bindende op dat de heete wasem daar geen schade aan en doet. Dit kont gy op uw gemak doen, settende het Comfoor met de siedende pot op een lage Tafel, alwaar gy met een stoeltjes kont by gaan sitten, dit gedaan sijnde soo kont gy de andere op geknoopte lok daar ook soo lang in houden als de andere, laat dan uw Hair droogen, soo sal het soo lange gekrult blijven, tot dat het verwassen is, 't welk gy dan alweder op de selve wijse kont doen.
| |
XXXV. Een ander manier om het Hair te doen krullen.
Nog heb ik een kunsje, om die Hair hebben als een die uyt Brasyl gekoomen is, te doen krullen.
Laat uw een Kam maken van Yser, maakt dese kam geduurig heel warm, als gy daar meede sult | |
| |
kammen, soo sal uw hair gekrult werden, maar men moet het al verscheyde reysen op een Dach doen.
| |
XXXVI. Noch een andere wijse om het Hayr te doen krullen.
Neemt Arabische-Gom, een once, laat dat in dry oncen water smelten, bestrijkt daar des Avonds als gy slapen gaat uw hair mede, dat het nat is, wind uw hair-lokken dan op tobaks pijpjes oft papiertjes, en steekt het onder uw muts, soo sal het 's ogtens droog zijn, kamt het dan uyt en poeyert het, soo sult gy de heele dag schoon gekrult hair hebben.
| |
XXXVII. Nog een manier om het Hayr te krullen.
Neemt tobaks-pijpen ofte ysertjes, welke soo dik zijn als tobax-pijpen, maakt die heet, en laat uw Hair daar van een ander voorzigtig, dat hy uw niet brand, opwinden, soo sal uw hair mede gekrult zijn.
| |
XXXVIII. Om Blond Hayr te maken.
Men ziet veele Waterlandsche Boerinnen, die met het Hoofd blood gaan, blond hair hebben, welk kunsjen zy weeten te doen, met het selve alle weeken in Seep-sop te wasschen, met loog daar in, 't welk het hair wit bijt.
| |
XXXIX. Om het Hayr swart te verwen.
Neemt basten van eyke Boomen, kookt die in water, en wast uw hair daar somtijds meede, en gedroogt zijnde, sal het swart werden. | |
| |
Of men smelt Silver in sterk-water, en men bevogtigt de Kam met dit water, 't welk het hair seer swart maakt, dit wil ik niemand raden, alsoo dat het Hair te veel stukken gegeten werd.
| |
XL. Om swarte Tanden wit te maken.
Neemt puym-steen stoot die fijn, drupt daar eenige druppelen geest van koper-root in, (dat by d' Apotheekers wel te krijgen is,) laat het drogen, soo zullen uw tanden daar seer wit mede werden.
Of neemt alleen de Tartarus Vitriolatus, De Chymisten en Apothekers wel bekent, vrijft daar uw tanden meede, en sullen terstond wit werden.
| |
XLI. Om Rood en wit Hayr swart te maken.
Sommige hebben een aansienlijk hayr, en wilden het liever swart hebben als van een andere koleur. Soo neemt men alleen twee oncen sterk water, dissolveert daar alleen een half once fijn gecopelleert Silver in: neemt dan nog een once sterk-water, doet daar in een half loot quik-silver, mengt beide stoffen onder malkanderen, schud het om in een Glas met welke men het hayr kemt en vrijft, soo sal het soo lange swart blijven tot het uytvalt. Maar men moet wagten dat de huyd van het hayr niet geraakt werde, anders sou het door-eeten.
| |
XLII. Om het Hayr te doen wasschen.
Neemt drie Lepels Honing, en drie Handen vol Wijngaart-rankjes, daar de Wijngaart sig mede vast hout en opklatert, stamt se te degen, en drukt | |
| |
'er het sop uyt, 't welk gy onder de Honing sult mengen, wast dan daar de kaale plaatsen meede, daar gy wilt hebben dat het Hayr dik en lang wast.
| |
XLIII. Een ander.
Wast alleenig de kaale plaatsen maar met Honing-water, of neemt Franse-wijn, een half pint, vangt dan hondert Honing Byen, en laat die in de Wijn weiken.
Of neemt Honing Byen, soo veel als gy begeert, verbrand se tot assche, maakt daar een loog uyt met Franse Wijn, en wast daar mede.
| |
XLIV. Om het Hayr op allerley plaatsen weg te doen gaan.
Neemt vijftig of sestig eyer schalen, stoot se fijn tot een poeder, haalt daar een water van over, met welke gy de plaatsen wasschen sult, daar gy geen Hair begeert te hebben.
| |
XLV. Een Zeep te maken, om de handen te wasschen.
Neemt Veneetse Zeep, 1 pond. |
Roode Suyker, drie oncen. |
Gom dragant, een half once. |
Laat de Gom eenige tijd in water leggen, om die week te maken, neemt dan de geschrabde zeep, en doetse in een Ketel met het andere, mengt het met een houte Spatel wel romtom, tot se werd als een Lijm, wast dan daar uw handen mede, soo sult gy daar goede effecten van gewaar werden.
| |
| |
| |
XLVI. Een welriekende Zeep-bal te maken.
Neemt Spaanse Zeep, twe oncen. |
Ireas Poeder, |
Sandel Hout, elx een scrupel, |
Olie van Rhoodus Hout, |
Nagelen, elkx ses droppelen. |
Kneed alles te degen onder een, en maakt daar Zeepballetjes van.
| |
XLVII. Een ander manier, om welrijkende Zeepballetjes te maken.
Neemt Spaanse Zeep, twee oncen. |
Witte Suyker, twee drachmen. |
Olie van Jasmyn, soo veel als genoeg is om daar onder te konnen kneden. |
Dit alles onder een gemengt zijnde, maakt daar balletjes af, om meede te wassen.
| |
XLVIII. Een Pomade om de Baard en Knevels op te setten.
Neemt een once Roos-salf, smelt daar by een half loot Wit Was, doch in den Somer daar vvat meer by, druypt daar dan ses of seven droppelen Olie van Rhodus Hout by, hier kont gy langvverpige Rolletjes van maken, en daar meede ter gelegener tijd de knevels op strijken.
| |
XLIX. Een ander.
Neemt Rose-salf, als voren gesegt is, met vvat Was stijf gemaakt, druypt daar eenige droppelen Olie van Jasmyn in, die hier uyt Italien gebrogt | |
| |
vverd, alles te degen onder een gesmolten sijnde, maakt daar mede Rolletjes af, soo hebt gy een bequame Pomade. Maar om de selve vvitter te hebben, kan men daar eenige droppelen Olie van Wijnsteen by doen.
| |
L. Manier om de Knevels op te setten.
Sommige hebben geern lange Knevels, en zijn nochtans neervvaarts vvassende, om dit dan voor te komen, en se na om hoog te doen vvassen, soo laat men een Schaar maken, vvelkers Scharen niet snijdende maar rond sijn, als Priemtjes, dese laat men op het vuur heet vvorden, hier mede vat men de Knevels, en men draaytse naar om hoog, soo blijven sy over eynde staan.
| |
LI. Een water om de Tanden wit te maken.
Men neemt eenige Limoenen, daar haalt men een vvater van over, vvast dan daar de Tanden mede, soo sullen zy seer suyver en vvit vverden.
Maar als gy daar geen vvater van maakt, soo gebruykt het sap dat heel goed is, maar het vvater is beter, en veel aangenamer, vvant het verliest zijn kragt niet in 't overhalen.
| |
LII. Andere verscheyde middelen om de Tanden wit te maken.
Doet Wijn-steen in een Marmer Vat, stopt dat digt toe, graaft het onder d' Aard, en laat het daar blijven, tot het in vvater verandert is, graaft het dan vveder uyt de Aard, en vrijft daar de Tanden mede, soo sullen zy seer schoon vverden.
Men neemt ook vvater van Aluyn en Salpeter, 't vvelk in 't begin van het overhalen afdruypt, vrijft daar ook de Tanden mede. | |
| |
Of neemt kaasjes bladen Wortel, vrijft daar dagelijks de tanden mede, soo werden sy blinkend en schoon, sonder het Tand-vleys te bederven.
Of neemt een korst Terven Brood, laat sulks op de kolen leggen, tot het so swart word als een kool, stoot dit tot een poeder, en schuurt daar de Tanden mede, die men met schoon water na wassende, 't zy een Put of Fonteyn, dan eens in Wijn, dit is seer goed en dikwils goed bevonden.
| |
LIII. Manier om Stokjes voor de tanden te maken.
Neemt Malve-wortel, van de buytenste schorse gesuyvert, snijd se so lang als een vinger, soo veel als 't uw belieft, doet die in een nieuwe aarde Pot en giet daar over. |
Roode-wijn, een pond. |
Grana Kermes, drie dragmen. |
Aluyn, |
Drake bloed, van elx een half once. |
Mengelt dit alles onder een, en stelt de Pot op warme assche, dikmaals omroerende, tot dat de wortelen de roode koleur hebben ingedronken, wilt gy daer twee of dry greynen Muscus by doen, soo sullen sy aengenaem rieken: droogt de wortels dan op, en suyvertse van alle veselen, en bewaertse tot het gebruyk.
| |
LIV. Middel om de Tanden schoon te maken.
Neemt Roode Koral, twee oncen. |
Puym-steen, |
Zee schuym, |
Drake Bloed, elx een once. |
Kaneel, |
Iris, |
Aluyn, |
| |
| |
|
Grana kermes, elx twe dragmen. |
Nagelen, een dragme. |
Muscus, ses greyn. |
Geschuymde Hening, ander half pond. |
Mengt het onder malkanderen: met een weynig kan men de Tanden schuuren en wit maken.
| |
LV. Een middel van Parijs, om de Tanden wit te maken.
Neemt Roode en witte Koral, |
Cristal, elx een half once. |
Drake bloed, ander half once. |
Puym-steen, ses dragmen. |
Nagelen, |
Roode, witte en geele Santels, elx drie dragmen. |
Muscus, drie greyn. |
Roode Wijn vier oncen. |
Geschuymde Honing, vijftien oncen. |
Mengt alles behoorlijk onder malkanderen, en gebruykt het als het vorige.
| |
LVI. Een ander.
Neemt Gebrande Aluyn, |
Puym-steen, elx een once. |
Maakt daar een Poeder af, en vrijft daar de Tanden mede.
| |
LVII. Pleystertjes tegen de Tand-pijn ofte Hooft-pijn, om aan de slaap van het Hooft te leggen.
Neemt swarte Hermozijn, legt daar sommige stukjes suyvere Mastix op, duwt op den Mastix een ysere Stamper, soo heet gemaakt, dat door de | |
| |
hitte en Mastix kan smelten, en aan de Hermosijn hangen, en aanplakken: smeert de Mastix dunnetjes pleysterwijs, en koud geworden sijnde, snyd daer ronde Pleysterkens af, ende wat warm gemaekt sijnde, legt die op de slaep van 't Hooft, sommige nemen hier toe wel Gummi Tacamahaca oft Gummi elemni, en is mede seer goed.
't En is mede niet vreemt dat men een dropjen Olie van Nagelen, oft van Campher, op de Pleyster laet droppen, eer men se appliceert.
| |
LVIII. Een ander manier.
Neemt Gom Elemni, een once. |
Veneetse Terpentijn, |
Wit Was, |
Mastix, |
Drake-bloed, elx een half once. |
Neemt t' eenemaal suyvere Gummi Elemni, smelt het selve met Was en Terpentijn, op een kleyn Vuurtjen, lauw geworden sijnde, mengelt daar onder de Mastix en Drake-bloed, fijne gepoedert, en maakt van deese mengelinge roode Pleystertjes.
| |
LIX. Om wel riekende Zeep te maken.
Als men Gebarbiert werd, hebben de Barbiers een gemeene Spaanse Zeep, die onder de Neus vry wat stinkt, derhalven, in plaats van die, heb ik een beter en welriekenden gepractizeert, soo
Neemt Veneetse Zeep, twee pond. |
Nagel-poeder, |
Witte Sandel, elx een once. |
Benzoin, een half once. |
Muscus, tien greyn. |
stamt het met Roose-water tot een deeg. | |
| |
Neemt Veneetse ofte Spaanse Zeep, breekt die in den Mortier met Roose-water, en mengelt dan daar onder de voorschreven Poederen, en maakt daar Zeep-balletjes af, soo groot als het uw belieft.
Sommige doen hier anders geen poederen by, dan van Ireas wortel, sommige doender eenige droppelen van Nagel-olie en Kaneel-olie in.
| |
LX. Ireas oft Violette Poeder, om tusschen het Lijnwaat in de Kasse te leggen.
Neemt Iris van Florencen, |
Styrax Calamita, elx vier oncen. |
Rosen, ses oncen. |
Majoleyn, |
Lavendel-Bloemen, elx twee oncen. |
Calmus-wortel, anderhalf once. |
Wortels van Cyperus, |
Nagelen, elx een once. |
Stoot het alles tot een grof Poeder, en doet het in een sakjen, legt het dan soo in de Kas.
| |
LXI. Een ander.
Neemt Labdanum, |
Styrax, |
Benzoin, elx een once. |
Muscus, |
Zivet, elx drie grein. |
Olie van Rosen Hout, 20 druppels. |
Nagelen, 30 drupelen. |
mengt het onder malkanderen.
| |
LXII. Kuykend water oft damast water.
Neemt Rose-water, IV pond. |
Lavendel-water, VIII pond. |
| |
| |
Laat daar het volgende in weiken, in een zakjen gedaan,
Neemt Rosen, |
Majoleyn, elx twee dragmen. |
Styrax Calamita, een half once. |
Muscus, ses greyn. |
| |
LXIII. Een ander Riekend water.
Neemt Angelica wortel, twee oncen. |
Majolein, |
Lavendel, |
Ireos, |
Rhodus Hout, |
Aloës Hout, |
Sandel Hout, elx een once. |
Rose-water, |
Lavendel water, |
Water van Lelytjes van den Dale, elx twee pond. |
distilleert dit te samen in een Water-bad, maar laat een weynig Muscus in den helm leggen.
| |
LXIV. Poeder om de tanden wit te maken.
Neemt Wijnsteen, |
Gemeen Sout, elx een half once. |
vryft hier alle ogtens uw tanden mede, zoo sullen zy soo wit werden als yvoor.
| |
LXV. Om ruykende Kralen te maken, die men om de Handen en den Hals draagt.
Neemt Labdanum, twee oncen. |
Styrax, een half once. |
Bensoin, dry drachmen. |
Muscus, een scrupel. |
Zivit, een half scrupel. |
| |
| |
laet dit alles onder malkanderen gestampt werden, een uur lang, met een warme stamper, met Roose-water en Gom dragant, hoe langer gy 't stampt, hoe tayer dat het werd, formeert dan daer Kralen af, soo groot als gy begeert, en rygt die aen een draed, gedroogt zijnde, kond gy die aen een lintje rygen.
| |
LXVI. Een aangenaem Oranje water, om te ruyken.
Neemt Oranje-bloesem, soo veel gy begeert, doet daer eenige stukjes Oranje-schillen by, giet hier over soo veel water van lelytjes van den Dale, dat het bedoken legge, distilleert dan dit sagjes in 't water-bad, soo hebt gy een seer liefelijk riekend water.
| |
LXVII. Roode Ruykende Kralen om den Hals.
Neemt heel fijn gemalen rood Sandel-hout, en Drake-bloed, elx een once, Vermilioen, twee dragmen, doet daer by Muscus, Zivit, elx een half dragme, Ambergrys, een scrupel, mengt dit alles te degen onder een, maekt daer een masse van, die met Gom Dragant en Rose-water moet gekneed en wel gestampt werden, formeert dan daer Kralen af; of laet de masse droogen, en doet daer Kralen van drayen, en gaetjes in drillen, soo zullen zy soo schoon rood zijn als Koral.
| |
LXVIII. Om Geele Ruykende Kralen te maken.
Neemt Florentynse Iris, een once. |
Olie van Kaneel, tien drop. |
Nagelen, 20 drop. |
Khodus-hout, 30 drop. |
laet de Iris seer fijn gestooten zijn, en drupt daer de Olien onder, maekt dan een slym met Roose-wa- | |
| |
ter en Gom Dragant, en stoot het tot een masse, uyt welke gy Kralen als voren kond maken, indien men se geelder wil hebben, kan men daer een weynig droppen Tinctuur van Saffraan, oft van Curcuma onder roeren, maer in het dragen werden zy geelder.
| |
LXIX. Om Ruykende kralen te maken van verscheyden koleuren.
Neemt Labdanum, |
Styrax, elx een half once. |
Muscus, een schrupel. |
laet dit heel fijn stooten, doet daer by grof gestoten Iris, een half once. |
Spaans-groen, |
Vermilioen, elx een half dragmen. |
Gom Dragant, een once. |
Rose-water, soo veel genoeg is. |
laet dit alles tot een masse stooten, en gedroogt sijnde, moet gy daer Kralen van laten drayen, en gaetjes in drillen, soo sal het gene grof is, gesien werden, en een swarte, groene, witte en roode steen gelyken, aldus konnen se op verscheyden wijsen gekoleurt maken.
| |
LXX. Om een aangename Ruyk-bal te maken.
Neemt gemalen Poeder, van Florentynse Iris, een once, Gom Dragant, een half loot, Olie van Rhodus Hout, een schrupel, Olie van Nagelen een half dragme, laat alles met Rosewater, wel samen gestooten werden, en tot een Bal gemaakt.
| |
| |
| |
|
Benzoin, van elx een half once. |
Muscus, |
Zivet, elx een scrupel. |
Olie van Kaneel, ses drupp. |
Nagelen, tien drupp. |
laat alles tot een klomp gestooten werden, met Rose-water: dan kond gy daar groote of kleyne Balletjes van maken na uw believen, en om de vastigheit kan men daar wat Gom Dragant in doen.
| |
LXXII. Om riekende Kaarsen te maken, om alle stank uyt het huys te jagen.
Neemt Styrax, |
Koolen van Linde Boomen, elx vier oncen. |
Styrax Liquida, een once. |
Benzoin, ses dragmen. |
Neemt de Linde Kolen, want dat zijn de beste, of anders gemeene Houts-kolen, stampt die en zift se, de Benzoin van gelijken, daar na zult gy de Mortier en stamper t' eenemaal heet maken, en de Styrax, met de Styrax Liquida, onder een kneden en sagt maken, dan sult gy de gestoote Kolen met de Benzoin daar onder mengen, en met de Tragacant en Rose water een masse maken, hier van maakt gy kleine Keersjes, die gy in de schaduw laat droogen. Als 'er dan vuyle stank is so ontsteekt soo een kaarsjen, soo zal alle vuyle stank verdreven worden.
| |
LXXIII. Een aangename Snuyf Tabak.
Neemt Witte Nies wortel, |
Tabak, van elx een half once. |
Majolein, |
Rosemareyn, van elx een dragme. |
laat dit alles onder een tot een poeder gestooten werden, dat niet al te fijn is.
| |
| |
| |
LXXIV. Een ander ruykend Snuyf Poeder.
Neemt Witte Peper, |
Witte Nies-wortel, |
Galega, elx een half loot. |
Olie van Nagelen, tien drup. |
Kaneel, ses drup. |
laat alles wel onder een gestooten werden.
| |
LXXV. Maniere om Caschou toe te maken, om een aangename Mond te maken.
Neemt een once Caschouw, stampt se en zift se fijn, mengt onder het Poeder een scrupel Muscus, en half soo veel Amber Grys, maakt met Rose-water daar een masse van. Uyt dese masse maakt men kleyne langwerpige Korreltjes, van welke men een seffens in de mond steekt, dat een seer frisse aangename mond maakt.
| |
LXXVI. Ruykend hair Poeder, om de Pruyken te poederen.
Neemt een pond drooge styfsel, vervogtigt die met Brandewijn, laat dan de selve op een Oven droogen, gedroogt sijnde, stamt die fijn, roert daar dan onder Olie van Rhodes-Hout, tien droppelen, Olie van Nagelen, twintig droppelen, Zivet, ses greyn. Laat dan alles onder een geroert werden.
| |
LXXVII. Een wel-riekende Balsem te maken.
Neemt Roos Salf, |
Wit was, elks een half once. |
smelt het onder malkanderen, mengt daar by gedistilleerde Olie, van Notemuscaat, een schrupel,
| |
| |
Muscus een half scrupel, Amber Grys, ses greyn, dit is mede een goede Balsem.
Of neemt Roos Salf, een weynig met wit was hard gemaakt, drupt daar onder Jenuviaanse Balsem, en wat Olie van Rhodes Hout, of Olie van Nagelen, kaneel, en diergelijke, soo hebt gy een deftige Balsem.
| |
LXXVIII. Om de Rimpelen van den Ouderdom uyt het Voor-Hooft te doen verdwynen, en weder Jong te gelijken.
Men smelt Wit Was, met een weynig Olie, op dat het een weynig dik werde, als een Pleyster, neemt dan Linnen dat out is, doopt het daar in, en daar uyt nemende sal men het uytrekken, hier van kan men slepjes snyden, die men des nagts op het Voor-hooft bind, soo sullen alle de rimpelen weg gaan. Hier onder dese Salf kan men wel een weynig Sperma Ceti mengen, met eenige wel-riekende Olien, anders ruykt het niet aangenaam.
| |
LXXIX. Een wel-riekende Balsem te maken.
Neemt wit was, een dragme. |
Roos Salf, een once. |
smelt het onder een, drupt en mengt'er onder Olie van Jasmijn, of Olie van Rhodus-Hout, of Kaneel Olie, of Olie van Nagelen, soo kunt gy verscheyden Balsems hebben.
| |
LXXX. Voor alle Extroogen der Voeten.
Neemt gestooten Look, bind dat daar op, alle dagen eens ververschende, ende wasschet uwe Voeten om den anderen dag in looge, tot datse van selfs afvallen. het gat sult gy voorts genesen met eenige heelende Salve.
| |
| |
| |
LXXXI. Om het hair des lighaams swart te verwen.
Neemt soo veel Loog, als gy wilt, doet daar by Beete-bladers, Savie ende Laurier-bladers, Mirrha, ende groene bladeren van Okkernoten, siedet alle dese dingen te samen, ende wasschet hier mede het hair, ofte den Baardt.
| |
LXXXII. Om te beletten het grijs worden des Hayrs.
Bestryk dagelyks u hair met Geyten melk. Het is menigmaal beproeft.
| |
LXXXIII. Om het haastig te doen wassen.
Neemt Byen tot asschen gebrand, Lyn-zaed gebrant, ende kleyn gewreven, Olie van groene Aketissen, mengt die te samen, ende bestrykt hier mede des avonds, ende des morgens de kale plaatsen, daar gy begeert hair te doen wassen, dan men moet de plaatse ofte het hooft, om hayr te doen wassen, voor eerst wassen met dese navolgende Looge, neemt gemeynee Looge Steen-ruyte, Agrymonie, Boomveyle, elks vyf hand vol, siedet te samen, ende met deese Looge wasschet u hooft alle weeken tweemaals. De Olie van Aketissen word aldus gemaakt: neemt een flessche met Olie van Olive, doet daar in soo veel levende groene Aketissen als'er in mogen, stelt dese flessche in de heete Sonne:
| |
LXXXIV. Om een hayrige plaatse kaal te maken.
Neemt gedroogden Katten drek, stoot ende menget hem met sterken Azijn, tot een Papken, bestrijkt hier mede dikmaals des daags, de hayrige plaatse sterk wryvende, en sy sal kaal worden.
| |
| |
| |
LXXXV. Om het Aangezigt te vercieren met blosentheydt.
Neemt Greyn, Cubeben, Nagelen, Bresili-hout, ende gerectificeerde Brandewijn, stelt dit al t' samen te weyke, eenige dagen op een warme stede, ende bestrykt hier mede het Aangesicht dikmaals.
| |
LXXXVI. Om een blosende Aangesicht te maken.
Neemt den wortel van Salomons Zegel, bestrijkt ende wryft hier mede u Aangesigt, ende het sal blosende worden.
| |
LXXXVII. Om de roodigheyd des Aangesichts te benemen.
Neemt vier oncen Persekornen, uytgedaan Zaad van Cauwoorden, twee oncen, stootse, en perst daar uyt een olyachtigheydt, ende hier mede bestrykt alle morgens ende avonden de roodigheydt des Aangesichts.
| |
LXXXVIII. Om een lieflyk Aangesicht te maken.
Neemt het witte van herde Eyeren, distilleert daar uyt een Water, menget hier by Water van Rosemarijn, van Boone bloemen, ende Sap van Limoenen, neemt daar na Talcum, seer kleyne gepoedert, ende eenen goeden deel Cocleas, doet die t' samen in eenen pot, stopt hem digt toe, soo sullen zy den Talcum op eeten, daar na sult gy daar op stellen een Helme, ende distilleren daar uyt een water, ende bewaart dit water.
| |
| |
| |
LXXXIX. Om een effen schoone Huydt te maken.
Neemt witte Wijnsteen, een pond, Talcum, Sout, elx een half pond, menget dit onder een, ende stellet te Calcineren in eenen Potbakkers Oven, daar naer soo stoot de materie, doetse in een sakxken, hangt dat in eenen kelder, en daar sal een olie uyt druypen, die gy als wat kostelijks bewaren zult. Als gy nu daar van gebruyken wilt, soo wasschet eerst de plaatse met een Looge, ende wrijft daar na de voorsz. plaatse met de voorsz. Olie.
| |
XC. Om een blosende blank Aangesigt te maken.
Neemt rooden Sandel, en scherpen gedistileerden Azyn, elx soo veel als 't u belieft, laat te samen zieden met een kleen viertje, doet 'er een weynig Aluyns by, ende dit is een bysondere Konste, om een bleek-bloosende aangesigt te maken.
| |
XCI. Een Water om het aangesigt jong te maken.
Neemt Solfer, een once, witten Wierook, twee oncen, Mirrha, twee oncen, Ambregrys, ses dragmen, stootet al t' samen wel kleyn, doet daar by een pond Roose-waters, en distileert dit in Balneo-marie, dit water sult gy wel digte bewaren. Als gy daar van gebruyken wilt, soo maakt een doexken nat, wasschet daar mede u aangesigt eer gy te bedde gaat, en des morgens, met Gerste-water, en u aangesigte sal soo klaar worden, en soo lieflijk, dat men hem daar in verwonderen sal.
| |
| |
| |
XCII. Om alle Plekken ende Puysten uyt het Aangesigte te weren.
Neemt gestooten Mirrha soo veel gy wilt, 't witte van Eyers, Brandewijn een weynig, distileert hier uyt een water, doet hier by soo veel Lak Virginis, en bewaart dit in een Glas. Het Lak Virginis wort aldus gemaakt: neemt Gout-gelid, ziedet in Azijn, klaart hem door eenen doek, doet daar by een weynig Olie van Wijnsteen, en het sal een water worden als Melk. Als gy nu hier van wilt gebruyken, soo wasschet u aangesigt voor eerst met Semelwater, wel styf met eenen doek, ende droget af met eenen reynen doek, ende bestrijkt daar na met de voorsz. Salve, des morgens, en des avonds, en laat het alsoo droogen, en gy sult u verwonderen.
| |
XCIII. Om de handen wit te maken.
Neemt Sap van Limoenen, soo veel als 't u belieft, en een weynig Souts, menget onder een, en bestrijkt hier mede uwe handen, laatse van selfs droogen, en wasschet die daar na met regen water.
| |
XCIV. Tegens de stank der Okzelen.
Neemt den wortel van Scolimus, ofte van Cinara, stootet hem tot sap, ende legt hem onder op de bloote Okzelen, gelijk sulkx ook den voorsz. Wortel, in Wijn gesooden en gedronken doet. Want hy doet soo geweldig wateren, dat hy alle stinkende humeuren uyt den lyve drijft, is daarom ook seer goet voor den Druypert.
| |
| |
| |
XCV. Een gedisteleert Water, om het gesichtte lange tijt te behouden, ende tegens de vlekken der Oogen.
Neemt goede, rijpe, Witte Wijn, ses potten, vier pond Terwen-broodts, Gomme, Vinkel, Squillen, van elx ses oncen, Nagelen vier dragmen, mengt altesamen, ende distileret in Balneo Marie, en trekt 'er vijf pond Waters uyt, ende bewaart dat alleene: dit water is goed (gelijk geseyt is) tot alle gebreken der oogen, als men daar van dagelijks, in den drank gebruykt des morgens vroeg, een maent lang: Het bevrijd ook het Lighaam van veelderley siekten.
| |
XCVI. Een ander kostelijk water, tot allerley duyster gesicht, ende tegens alle vlekken der Oogen.
Neemt twee pinten Rijnsche Wijn, Sap van Venkel, dat gesoden ende geclarificeert is, een kroes, Campher, een dragme, Tutie, een dragme, Cynober, een half once, Honing, vier oncen, stoot al watter te stooten is, stellet in een bekken negen dagen onder den blauwen Hemel, daar nog Dau, nog Sonne schijnt, distileert daar naar door een Vilt, bewaart in een glas, en doet des morgens ende des avonds daar van een droppelken in u Oogen.
| |
XCVII. Een welriekend Water, dat schier sonder smaak is.
Neemt Asses Dulcis, Storacis, Calamite, van elx een once, Ligna, Aloës, een half once, Nagelen, geelen Sandel, Citer-schillen, van elx drie dragman, stootet al onder een, ende stellet te weyen, 24. oncen Roo waters, acht dagen lang, distileret in Balneo marie, bewaret in een glas, ende hangt daar in | |
| |
Muscus, Ambregrijs, van elx een half dragme, ende gebruykt dit tot een soet gereuk.
| |
XCVIII. Een water om het Aangesigt wit te krygen.
Neemt levende Kalk, menget hem met Eyjer wit, op eenen Marmer-steen, set den Steen op d' eene zyde hoger als op d' ander zyde, op datter het dunste mag aflekken, giet dat daar weder op, menget wederom te samen, en distileer een water daar uyt.
| |
XCX. Een Oog-water.
Neemt een hard gesoden Ey, pellet, snydet dwars door, neemt den doyr daar uyt, ende in zijne plaatse, legt soo veel witte Vitriol, als een Eruwt groot, ende het sal in water veranderen, drukket door eenen doek in een glas, bewaret voor de oogen, want het is seer goed.
| |
C. Een Water om de tanden schoon te maken.
Neemt Sal Armoniak, Sal Gemme, van elx een half pond, Aluminus, Saccarini, vier oncen, stootet al wel kleyn, en distileert een water daar uyt, wrijft hier mede de Tanden, met een scharlaken lapken.
| |
CI. Een Water om geel Hayr te maken.
Neemt scherpe Asschen, een pond, gemeyn water, ses pond, siedet lange te samen, en doetter by twee oncen Aluyns, settet drie dagen onder den blauwen Hemel, en gebruyket.
| |
| |
| |
CII. Om alderley plekken uyt de klederen te doen.
Neemt kleyn gewreven Zout, swarte Zeep, elx soo veel als gy wilt, menget wel te samen, besmeert hier mede de plekken, als zy nu droog zijn, soo wasschet die uyt met looge, en daar naar met warm water.
| |
CIII. Om alle plekken uyt alderley Zijdewerk te krijgen.
Braad de voorste Schaaps-voeten tot asschen, maakt daar na de plekken met water nat, bestroytse daar naar met desen asschen, droogtse daar naar in de Sonne, maakt daar na wederom nat, bestroytse wederom met de voorige asschen, het welke, als gy dat alsoo eenige reysen achter een gedaan hebt, soo wasschet dat poeder wel met water af, ende de plekken sullen daar uyt gaan.
| |
CIV. Een Zepe, om alle plekken uyt de klederen te doen.
Neemt een halve Ossen-gallen, Eyjer-wit van twee Eyjeren, menget wel onder een, ende doet'er by een pond gebranden Aluyn, poeder van Yreas ses oncen, een weynig gestooten Zouts. Dit alsoo gedaan wesende, sal men daar by doen geschaafde Spaansche Zeepe, soo veel als alle de reste, ofte soo veel dat men daar van Ballen maken kan, ende laatse droogen in de schaduwe, mits de Sonne daar op schadelijk is, en als gy die wilt verkopen, so maaktse op een gewigte. Als men nu die gebruyken wil, zoo sal men het Laken voor eerst met water nat maken, ende wel ter degen wryven met de voorsz. Zeepe, ende wasschet daar na met schoon water af. En indien daar de plekken nog worden ingesien, so laat het Laken droogen, en wasschet wederom als vooren, en de plekken sullen t' eenemaal uytgaan.
| |
| |
| |
CV. Hoe dat men in elk Laken zijn verlooren verwe zal brengen.
Neemt een pond gestooten Wee-asschen, giet daar op drie potten waters, latet een nagt staan, giet daar na de Looge af, en neemt twee Osse gallen, en een hand vol wel gedroogde Berken loof, doetet al t' samen in de Looge, ende latet een half uyr te samen sieden, of soo lange de Loof te gronde gaat, latet dan kout worden: sulke verwe als gy dan in 't Laken brengen wilt, soo sult gy sulke vlokken nemen, siedetse wederom met Looge, laatse so 14. dagen of nog langer daar in staan, op dat de Looge de verwe daar uyt trekken mag, sijgt daar naar de Loog van de Wolle, en wasschet het Laken dat gy vernieuwen wilt, daar in, soo sal 't zijn eerste verwe wederom krijgen.
| |
CVI. Hoe dat men alle vlekken uyt het wolle Laken zal brengen.
Neemt kout gegooten Looge van Beuken asschen, doet daar in een weynig Wijnmoers, ook gebranden Leem, uyt een Bak-oven, legt het Laken daar in soo verre als de vlekken gaan, ende het zal alle plekken uyttrekken, wasschet daar na in klaar water, ende latet in de Sonne droogen.
| |
CVII. Een water om alle plekken uyt wit Laken te krijgen.
Neemt vier oncen Aluyns, twee potten waters, laat het vierendeel in zieden, neemt dan geschaafde Spaansche Zeep, doetet al t' samen in water, latet daar naar twee dagen staan, ende gebruyket daar naar in wit laken, gelijk boven geseyd is.
EYNDE.
|
|