| |
| |
| |
Het Verbeetert en Vermeerdert Natuurlyk Tover-boek, of Speel-toneel der Konsten. Het Elfde Boek. Behelsende verscheyde konsten, aangaande de Metalen
| |
I. Om Metaal te vergulden.
Neemt Salarmoniak, en wit Culcantum van elks vier gelijke deelen, Salpeter en Spaans-groen van elkx drie delen, stoot se te samen in een poeder, neemt dan 't geene gy vergulden wilt, en bedekt het met dit poeder in een smelt-kroes, en houd het een uur lang in gloeyend vuur, smijt het daar na t' samen in goede pis, en wascht het | |
| |
wel af. Of neemt Vernijs een pond, Terpentijn, Lijn-olie van elks een once, mengt het wel onder een bewaart het tot 't gebruyk.
| |
II. Om het Koper een Goude koleur te geven.
Neemd rood Koper en Kalamijn steen, elks een half once, Tutia twee dragmen, laat het Koper gloeyend werden, blust het twee maal achter malkander, en doet ook alsoo met de Kalaminsteen en Tutia, neemt van het gesmolten Koper een half once, doet daar by een once Honing, laat het te samen sieden, tot dat den Honing swart en droog werd, dat hy kan stukken gestooten werden, laat het daar na met de Honing, Kalamijn steen en Tutia t' samen gestooten, op zieden, tot dat het koper smelt.
| |
III. Om Kooper wit te maken.
Neemt Salarmoniak en Suplimaat van elks even veel, laat het t' samen in Asijn sieden, blust dan daar het gloeyede Kooper in.
| |
IV. Om het koper soo soet te maken als Silver.
Neemt gebrand Kooper, smelt het in een smelt-kroes met Borax, blust het daar na in Lijn-oly en legt het op een aanbeeld, slaat het allengskens plat, smelt het weder en blust het weder in Lijn-olye en doet alsoo vier of vijf malen achter een, so sal dit fijn Koper zijn, bequaam om by Goud en Silver te voegen.
| |
| |
| |
V. Om Yser te vergulden.
Neemt ander half pint water, Aluin vier loot, Vitriool twe-loot, Spaans-groen een vierendeel lood, Sal Gemmae ses lood, Auripigement 2 loot, mengt het t' samen onder een, en laat het op koken, als het begint op te koken, soo doet'er Wijnsteen van den Wijn moer by, gemeen Sout een lood; na dat het gekookt heeft, so neemt het van 't vuur, bestrijkt hier mede het yser, maekt het daar na heet, en vrijft het wel.
| |
VI. Om alle gescheurde en gebroken vaten aan malkander te maken.
Neemt een Karne-melk, laat sie sagjes op het vuur staan runnen, schept dat runsel af en doet het in een vijsel, roerd daar by levende Kalk so lange dat het een dik papjen blijft, bestrijkt dan daar de gescheurde Vaten mede, en droogtse tegen het vuur, soo mogen sy weder sonder schroomen gebruykt werden.
| |
VII. Om het koper te doen schijnen als gout, waar van men allerleije vaten kan maken.
Neemt Quik-silver twee oncen |
Spaans groen, drie oncen. |
Tutia. |
Curcuma elks twee oncen. |
Borax een dragma. |
Wijn Asijn een mingele. |
De Quiksilver en Spaans groen, werd in een ysere pot of panne te samen geroert, en voort den | |
| |
Asin daar by gedaan, roerende het om tot een Massa, dan snijd men het kleyn, daar na mengt daar by de Tutia en Curcuma onder malkanderen in een smelt-kroes, te weten, dan een lage van de Massa, en dan een lange van het andere; digt toe gedaan zijnde, laat het drie uuren langh in het vuur staan gloeyen, gewreven zijnde met de hand, werd het als hagel, dan snijd men daar de Borax by om te smelten, soo hebt gy een metaal als gout, van welke men allerley soorten van vaten kan laten gieten, die men begeert.
| |
VIII. Om yser heel week te maken.
Maakt een water van Berg-Aluyn, blust het gloeyende yser daar seven maal in, soo werd het soo week, dat men het tot poeder kan brengen, of dempt het yser eenige reysen in het poeder van Euphorbium, soo werd het soo week als loot. Sy blussen het ook wel in Ossen-mist met Honing gemengt.
Wanneer men menschen hayr soo lange in water kookt, tot het water rood zy, soo werd het yser het koper gelijk.
Wanneer men nu het yser harden wil, neemt men menschen hair, mostert-saat en aard wormen, dit laat men in 't water kooken, in welk het yser seer hard werd. Niet beter is 'er als het gloeyend yser, in geraspte hoorn der Ossen te dempen.
| |
IX. Om te beletten dat het yser niet roest.
Neemt kleyn gevijlt Loot, giet daar soo veel Olie van Olieven op, tot dat het te degen bedekt is, laat het soo negen of tien dagen staan. | |
| |
Maakt dan uw yser schoon met schuuren en vylen, en smeert dan met die Olie, soo sal het niet Roesten.
| |
X. Om Yser tot Kooper te maken.
Neemt Roomsche Vitriool, kookt se in schoon Regen water, laat een quartier uurs, daar een stuks yser in leggen, trekt het yser daar uyt, soo sal daar gelijk als op het koper het Spaans groen groeyen, welke men met een mes afschrapt: doet het yser daar wederom in soo sal het wederom soo werden, soo dat het yser koper is, het welk gy so lange in dit water kondt steeken, als 'er Vitriool in is: steekt nu uw ooren op die 'er profijt mede doen kan.
| |
XI. Poeder om te versilveren.
Smelt een stuk Silver of twee in sterk water, gesmolten zijnde, doet daar poeder van sout en Wijnsteen by, tot het sterk water tot een poder kan gebragt werden: wrijft dan met dit gedrongde poeder yser, kooper of eenige andere metaal, soo sal het versilverd werden.
| |
XII. Een manier om de Marmersteenen te koleuren en te schilderen.
Dit geheym heeft P, Baldigiana aan de Heer Abt Nazari bekend gemaakt, en is veel makkelijker en ligter om te doen, dan Pater Kircherus in sijn Mundus Subterraneus gedaan heeft.
1. De koleuren die hy daar toe neemt sijn Gommen: tot rood neemt hy Sanguis draconis in guttis. 2. Tot geel gebruykt hy Gutta Gamba. 3. En | |
| |
om swart te maaken diend hy sig van de Gommeuse substantie, van welke de Mumien vol zijn.
De maniere om de koleuren te bereyden is deese: Hy maakt van de gommen een fijn poeder, dat weekt hy op een Marmer-steen met goede Brandewijn, en als hy de koleuren daar op leydt, laat hy de Marmer dien hy beschilderen wil, eerst warm werden, op dat de koleren des te dieper mogten indringen.
Door dit middel kan men op Marmer schilderen het geene men begeert, en de saaken staan daar soo natuurlijk op als of se daar in gegroeyd waren.
P. segt sulks beproeft te hebben met goed succes, Kircherus op Marmer van Carara; maar hy durft niet verseekeren of het ook op ander souw gaan dat harder is, want daar is tusschen de Marmersteenen groot onderscheyd.
| |
XIII. Een Poeder te maken, dat alle Metalen oogenschijnlijk doet smelten.
't Volgende poeder wert na den vinder het Teophrastische Poeder genoemd, en is aldus bestaande: Neemt
Salpeter, acht lood. |
Swavel, vier lood. |
Wijnsteen, een lood. |
Alles onder malkanderen gestooten zijnde, sift het door een teems, legt uw Metaal dan in dit poeder, en bedekt het daar te degen meede, steekt het dan met de lonte aan, soo versmelt het terstont.
| |
| |
| |
XIV. Om Loot in Koper te veranderen.
Neemt dunne looden platen, gecalcineerden Vitriool of Crocis Martis, legt dit by lagen in uw kroes, laat dit te samen smelten, soo veranderd het loot in kooper, waar by men rijk kan werden.
| |
XV. Hoe de Swaartvegers maaken dat de degens haast uyt de schede gaan.
't Gebeurd menigmaal, dat de degens in de schede soo verroesten, dat men se daar niet uyt trekken kan, dit weten de swaartvegers voor te komen, met de punt alleen met wat ongel te bestrijken, want men siet gemeenlijk dat de punt van een degen eerst sal roesten.
| |
XVI. De Wijse om op roodt Koper te etsen.
Wanneer men sijn platen wel geslepen heeft, soo bestrijkt men die met een mengsel als volgt: Men neemt tien loot Griex pek, of Bourgoendies pek, en soo veel Tyrische hars, anders gemeene hars gesmolten zijnde, doet 'er by agt loot Noot-olie, roerd het op 't vuur een half uur lang om, kookt het tot de dikte van een Syroop, en koel geworden zijnde, sig laat spinnen met draden, sijgt het dan door een doek en bewaart het.
Neemt dan u wel geslepen plaat, legt die op een konfoor met vuur, warm zijnde, neemt se af en bestrijkt met uw vernis over al seer dun.
Dit gedaan zijnde, laat de plaat dan over een kaars of lamp over al swart werden.
Dan soo legt gy uw plaat op de twee brandysers | |
| |
en steekt daar rondom vuur, soo sal de plaat hard op droogen.
Tekend dan hier op 't zy met krijd of roodaarde 't gene gy begeert te etsen, 't welk gy dan met de naalden gelijk hier de Figuur volgd moet uytsteken.
Welke meest alle driekantig zijn, d' een grof en d' ander fijn, na verscheyde gebruyken: men doet het ook wel maar met gemeene naalden die men daar toe slijpt.
In de navolgende figuren siet gy den breeden geslepen ets-naald, wiens ovael ABCD is, als een snede der penne, en dat deel by C, het eynde waar mede men schrijft. De manier om door strepen meede te maaken, is als EF vertoond, welke al willens grooter afgebeeld zijn, als sy behooren.
Voor eerst siet gy dat ABCD een ovaal vertoont soo wanneer gy nu met het eynde van u brede ets-naald in het koper tot de letters BD 't welk het breedste van de ovaal is, in dringt, soo hebt gy een streep gemaakt soo breed als de linie BD van een is, en in 't midden soo diep als AC lang is, en soo gy uw naald soo diep niet en drijft, soo maakt gy een streek soo breed en diep als de Figuur F aanwijst, met de letters GHI. | |
| |
Soo gy uw naald niet diep en drukt, sal u trek niet diep zijn, maar smalder, maar dieper in stekende, sal se dieper en breder zijn, gelijk als K in 't midden gemaakt heeft, het welk afgetekent is met de letters LMN, alwaar ghy siet dat sagt begonnen zijnde by L, en daar na allengskens dieper tot aan M, ende van M de hand verligtende tot aan N, soo suld gy een trek maken als de streek getekent L M N, en so voorts.
Uw plaat nu wel uyt gegraveert, giet men daar het sterk-water over, gemaakt aldus:
Neemt een half pint sterke Wijn-asijn, twaalf loot sal armoniac: Item, twaalf loot gemeen Sout, en agt loot gesuyvert Spaans-groen, Alles wel gestoten zijnde, doet het by malkander, en giet se in een groote verglaasde pot, toegedekt zijnde, laat se eenige reysen op kooken, somtijds eens om roerende: indien het te sterk is, kund gy het altijd met water temperen.
| |
| |
| |
XVII Om valsche Koralen te maken.
Op de selfde wijse als boven van de Paarlen gesegd is kan men ook valsche koralen maken.
Men neemd dan Cinnaber of vermilioen, daar maakt men een deeg van met wit van een Ey, maakt dan daar ronde pilletjes van soo groot, gelijk de kralen sijn, die men gemeenlijk om den hals draagt, en doorboort se met een verkens-borstel, Of maakt 'er boompjes van gelijk als de koraal groeyt, als se nu ter degen gedroogt sijn, soo bestrijkt se van buyten met wit van een Ey, en laat se drogen, soo hebd gy een schoone rode koraal, welke wel bereyd sijnde de natuurlijke in schoonheyt niet en hoeft te wijken.
| |
XVIII. Om de sterkte des Magneets te wegen.
Neemt een Waag-schaal die even gelijk hangd doed in d' eene schaal den Magneet, en doed in d'ander schaal soo veel gewigts als de Magneet weegd. Dit gedaan zijnde, soo houd de schaal daar het gewigt in is, over eenige yser, soo sal die schaal neer trekken. Doed dan in d' andere schaal die na om hoog gaat soo veel sands tot hy met de andere gelijk hangt. Dit gedaan zijnde, weegd het sand, soo suld gy tot u voornemen kunnen geraken.
| |
XIX. Te maken dat een kleyn Scheepjen op het water vare daar men het gebiedt.
Neemt dan een klein Scheepjen een halve voet omtrent lang, snijd daar toe een houte Mannetjen aan 't Roer, slaat dan aan het Roer verscheyde | |
| |
ysere spijkertjes, die men just niet en behoeft te sien. Laat het Scheepjen dan varen, hebd dan een stok welke aan het eynde een stuk yser heeft, aan welke de Magneet gestreken is. Gebied dan uw Schipken te varen soo hier als daar na toe, soo suld gy met uw stok daar omtrent komende het Roer doen bewegen, en het Mannetjen sal schijnen dese beweginge te maken: 't welk aardig om sien is.
| |
XX. Om eenige Naalden in een glas te doen dansen en huppelen.
Neemt eenige Naalden van staal, doet se in een Bierglas, neemt dan een goede Magneet-steen, en houd die daar omtrent, soo sullen de naalden bewogen werden en op en neder huppelen.
Sulks kan men ook op een tafel doen die dun is, houdende daar de Magneetsteen onder, soo sullen sy om en wederom loopen.
| |
XXI. Om eenige Naalden, die boven op een tafel leggen te doen bewegen.
Legt op een tafel die Matig dun is, so veel naalden als u belijft, houd dan onder de tafel behendiglijk een goede Magneet of Seylsteen: als gy die verwemelt, soo sullen tot verwonderens toe al de Naalden sig van de eene plaats in de andere bewegen en verplaatsen.
|
|