| |
| |
| |
Het Verbetert en vermeerdert Natuurlyk Toover-boek, of Speel-toneel der Konsten. Het Negende Boek. Behelsende verscheyde Konsten, aangande de Dieren.
| |
I. Om het hair van een wit Paart met een Oranie koleur te verwen, dat niet af en gaat.
Men segt dat men het hair van een wit Paart met Orangie vlakken kan doen werden dat het noyt sal af gaan, ten zy het hair uyt-valt, Wanneer men het hair van een Paard kamt, soo maakt men dat heir, 't welk gy op de kam hebt, met Sterkwater nat, 't welk ghy terstond met gemene loogh | |
| |
moet wasschen, en sal een Orangie koleeur geven, Konnen hier de Liefhebbers van Paarden eenig voordeel by doen, 't is haar gegunt, 't geeft nogtans een voet om de Paarden met een cierlijke koleur te doen pronken, ik geloof dat men 't yser wel sou konnen uitwerken. Want de Katone-winkels hebben een Katoen dat kastanie bruyn gespikkeld is, 't welk geschied wanneer de witte-katoenen eerst door een vergalt water getrokken werden, en daar na met een Water verf gemaakt uyt yser roest besprenkelt werden, zijnde een vaste koleur, die door 't wassen niet af en gaat: door dit middel geloof ik dat men fraaye bruyne Paarden soude kunnen maaken.
| |
II. Om Eyeren lang te bewaren.
Wanneer het Soomers heet is, en men veel eyeren van sijn Hoenderkens krijgt, kan men die niet beeter bewaren, dan die in droog Sout te leggen: sulks doet men gemeenlijck in Oost-Indien.
| |
III. Om een Hoen een gantsche dag stil te doen leggen sonder sigh te verroeren.
Legd dan een Hoen dat met sijn pooten gebonden is op de vloer; welke voelende gebonden te zijn, sal sijn best doen met sijn vleugels en met spartelen om daar van verlost te sijn, dogh alles vergeefs, ten laasten wanhopende; sal hy stil blijven leggen, als het Hoen dan stil blijft leggen, haalt dan met kryt een linie op de vloer en laat het oog des Hoens daarop leggen, ontbind dan de banden van sijn pooten, soo sal het Hoen soo stil blijven | |
| |
leggen, en niet weg vliegen, alhoewel je het Hoen daar toe aanporde.
| |
IV. Een manier om Eynd-Vogels, Gansen en andere gevoogelten jaaren lang sonder bederven te bewaaren.
Het gebeurt dikwils dat sommige schilders verlegen zijn om eenig gevogelt na het leven te schîlderen, by gebrek van de selve te hebben, foo heeft men een manier uytgevonden om die ettelijke jaaren agter een sonder bederven met haar pluymen goet te houden.
Deese manier geschied aldus: men neemt sulke vogels als men wil, die men van haar ingewanden eerst ontweyd. Dese hangt men met de pooten om hoog in een wijde glase fles, dan soo neemt men een Pijp Tabak, en men berookt de selve louter. Dit gedaan sijnde bind men een blaas digt rondom de fles, maar men moet maaken, dat men in 't toesluyten een volle mond met rook binnen blaast, hier door sullen sy lange jaren konnen bewaart werden.
| |
V. Manier om Lichamen te balsemen op de wijse van den Heer de Bils.
Leesende in de Collectana van den Heer Doctor Blankaart, vind ik de manier van balsemen, die den Heer Louis de Bil pleeg in 't werk te stellen, welke aldus is.
Hy ontbloote dan eerst de holligheden, te weten het hooft, borst, en onderbuyk, van haare ligt-bedervende deelen, sijnde het vel van de spie- | |
| |
ren los gemaakt, en goot dagelijks vier of vijf maalen brandewijn en pekel daar tusschen, waar toe hy een bequame houten mout had, om het lichaam daar in te leggen. Het vel hield hy gedurig met water door een spongie slap: op dat het door de sterke soutigheydt en hitte van de Brandewijn niet uyt sijn ploy sou raken.
Dit agt dagen geduurt bebbende, scheyde hy de groote spieren ten deele met een beene mesje seer subtijl, en strooyde daar tusschen een seer t' samen trekkende poeder van Aluyn, wilde Granaat bloemen, Granaat-schillen, Aloë, Myrrhe, Mastrix, Olibanum, gemeene Roomsche Alsem, Averuyt, Majoleyn, Munt, Hysop en diergelijke meer: dit stroyde hy ook tusschen het vel, voornamelijk in de holligheden.
Wanneer hy nu oordeelde dat de spieren en het vel door deese middelen van haar bedervinge bevryd waren, nam hy fijne gedisteleerde Olien, als Oleum Spicae, Lavendulae, Menthae, Majoranae, &c. En smeerde daar meede tusschen alle deelen in, welke hy daar in liet droogen, om van alle bedervingen vry te zijn, de lichamen dus bereyd zijnde kunnen vijftig en meer jaren sonder bederven gehouden werden.
Het vel koleurde hy met Alkonet-wortel, die in Lavendel-olie geweekt was: Hier moet in 't begin somtijds na gesien werden, om het uytslaan te benemen.
Het ingewand, als Hert, Lever Long, Darmen wat diergelijken meer is, leyde hy drie dagen in pekel, om alle bloe en rottende vuyligheeden daar uyt te trekken, deese droogde hy dan hart tegen een vuur sonder rook, dan heeft hy daar Spiritus vini rectificati, waar in Gum Laccae, Copal en diergelijke in gesmolten was, overgestreeken, dit wel tien of twaalf malen hervattende.
| |
| |
| |
VI. Een hulp-middel tegen de Muggen.
Wanneer de Muggen iemand des nachts quellen, soo hangt men in de bedstede alleen een sakje met komijn-saad, of een bosjen alsem, Sint Jans kruyt, kennipsaads-bladen, &c. en gy sult geen Muggen vernemen.
| |
VII. Om de Weegluysen te verdryven.
Weeg-luysen of Wand-luysen in sijn huys of bedsteeden te hebben, is een groote plaag, soo neemt dan Brasilische Peper, kookt die in water en schuurt daar uw bedstede meede. Item, rookt deselve louter alle daagen met swavel, soo sullen sy door de stank haar adem niet konnen krijgen by gevolg moeten sterven.
| |
VIII. Om Eyeren soo week te maaken dat mense door een ring trekken kan, of in een naauw gehalsde fles steeken.
Legt de Eyeren eenige daagen in seer sterke Wijn Azijn, soo sullen de Eyers soo week werden als deeg, rold se dan sagjes langwerpig uyt met u hand, soo sult gy de selve door een ring moogen steeken; of soo gy 't selfde in een flesse wilt doen, soo sal de eyerschale, die te vooren door den Azijn week geworden was, weder hard worden als te vooren.
| |
| |
| |
IX. Om een Ey te maken soo groot als men begeerd.
Neemt soo veel Eyeren als gy wilt, neemt daar al de doyeren uyt, en slaatse onder een, bind se dan in een blaas te samen als een ronde bal, steek dese bal in kookend water, en laat de doyeren stremmen; neemt daar na al het wit, doetse van gelijken in een blaas, en legt daar de gestremde doyeren midden in, bind hem dan weder als een ronde bolle stijf toe, laat hem van gelijken stremmen, dit gedaan zijnde, zoo hebt gy een volkomen ey sonder doyer. Neemt dan al de eyerschalen, en na dat gyse afgewasschen, gedroogd en fijn gestampt hebt, soo laat se eenige dage in scherpe Azijn leggen, en maakt 'er also een papjen af; dan sullen zy heel week werden, bestrijkt dan u ey hier mede met een quasje, en smijt het ey in 't koud water, soo sal het een volkomen harde schaal krijgen.
| |
X. Een valle om Muysen en Rotten te vangen.
Neemt drie houties als A B C, snijd in A een krappe D, op dat het houtjen C daar in mach passen. Snijd in 't selfde houtie noch een ander krappe E om het houtjen B daar in te voegen. Snijt 'er nu noch een in het houtjen C in E om het houtjen B daar in te voegen; steld dan de selve als in de Figuur word aangeweesen. Maak ook het houtjen A aan het eynd G een weynig scherp om daar een stukjen Spek of Kaas aan te steken. Legt dan op dit gestel een plank of deur H, met een sware steen of hout L. Wanneer nu de Rat of Muys aan het | |
| |
aas K begint te treken, so valt de planke met sijn op hebbende swarte, den Muys of Rat boven op het lijf en verplettert hem. Dese vondt schijnt sijn oorspronk uyt de Mathematische Konsten te nemen, en is een middel om sig in korten tijdt van sulke gedierten te suyveren, want men kan 'er vijf of ses tegelijke setten.
| |
XI. Om Hoorens soo Week te maaken, dat men 'er Beeldwerk in kan druken.
Neemt twee pond Pot-as, half soo veel levende kalk, twee mingelen water, laat het twee derden-deel versieden, steekt 'er dan een pluym in, soo ver als sich de pluyme stroopen laat, soo is 't genoeg; soo niet so laat het noch langer sieden; na dat het een weynig gestaan heeft, so giet er het klaar af, in welke ghy u schaafsel van hoorn twee dagen sult laten weeken; bestrijkt daarna de handen met Olie, en kneed het tusschen de vingers als een deeg, en drukt 'er daar na in dat ghy begeerd.
| |
| |
| |
XII. Om Hoorens in vormen te gieten als Loot.
Neemt Pot-as en levende Kalk, maakt daar een sterke loogh af, sied dan uw schaafsel of vijlsel van Hoorens in dese loog, so sal 't werden als pap, en wilt gy dat hebben dat de selve eenige Verwe aanneemt, soo mengt de selve daar onder.
| |
XIII. Om alderley soorten van Vogels te vangen,
Soo gy vogelen met de hand wilt vangen, soo neemt sulk zaad, als de Vogelen die gy wilt vangen, eeten, weekt het selve in Brandewijn, en smijt het selve voor de Vogelen soo sullen sy dronken werden en sich lichtelijk laten vangen.
| |
XIV. Dat het gekookt vleys bloedigh en wormachtigh schijndt.
Om sommige een walg in het eeten te doen krijgen, soo bestrooyt het gekookte vleys met bokken-bloed dat gedroogd en fijn gestoten is, daar onder wat knipsel van dunne snaren mengende, so sal alles schijnen vol wormen en bloedig te zijn.
| |
XV. Om levende Kreeften soodanig rood te maken of se gekookt waren.
Bestrijkt de Kreeften rondom met Brandewijn, soo werden sy so schoon rood, even of sy gesoden waren: Indien dese dan op een Tafel | |
| |
gesteld werden onder gekookten, sal het een sonderling spectakel geven.
| |
XVI. Hoe men een leuye Maagd wakker maakt, of dat sich yemaed moet krouwen als of hy 't heele lyf vol Luysen hadde.
Koopt in den Apotheek Pluym Aluyn, stoot het kleyn, strooyd dat yemant in de nek, of in 't bed, sy konnen niet rusten, of sy moeten altijd krouwen.
| |
XVII. Om te maaken dat yemand al de honden sullen bepissen die op straat loopen.
Bestrijkt den geenen die gy wilt bedriegen, de schoenen met een Bokkings of met een Haringshoofd, so sullen alle honden die daar aan ruyken haar bepissen, dat seer belachelijk is om te sien.
| |
XVIII. Om deVogels van de Vruchtboomen te houden.
Wanneer de Boomen vrugten dragen, hebben zy veel nood van de Vogels. Hier toe nemen sommige een stok, aan welk sy een oud hemd met een hoed, &c. steken, en binden hem aan den boom; maar om die niet te doen, moet men Knoflook nemen en binden ettelijke bossen aan de Bomen, soo sullen de Vogelen door de sterke reuk daar niet aan komen.
| |
| |
| |
XlX. Een Wonderlijke ervareng met een Henne, die door de kop gestoken is.
Soo men een Henne neemt en het hoofd op een Tafel legt, en een mes door het hoofd steekt van boven dat het onder weder uit komt en het mes in de tafel blijft steken, sal het de henne niet schadelijk zijn, wanneer men het mes daar dadelijk weder uyt hale, en de hen haar bek opene, stekende daar een brokjen brood in.
| |
XX. Om twee Hennen des 'nachts op sijn vingeren te dragen.
Gaat dan des nachts in het hoenders kot, wanneer de hoenders slapen, soo houd uw vingers aan de spooren, soo sitten sy daar op, en lijden dat men haar drage waar men begeerde. Maar met de Hanen wil het soo wel niet gelucken.
| |
XXI. Een maniere om levendige Kreeften voort te brengen.
Neemt wel gewassen Kreeften, laat se ten minsten twee of drie uren in een goedt deel Rivier-waater koken: bewaart dit kooksel, en laat de Kreeften in een kolf of 't Matras kooken, en haalt al het vogt over, dat gy kond krijgen, en bewaart het alleen.
Brand dan de kreeften in een Weerstuyt oven, en haalt daar het sout uyt door het eerste kooksel; giet het door een klad papier, en laat de vogtigheydt uyt koken tot 'er een sout overblijft. Giet het overgehaalde water daar over, zet het op een vogtige plaats om te doen rotten, en na weinigh | |
| |
dagen sult ghy daar kleyne diertjes in sien bewegen, die men met Osse bloed moet voeden, tot se groot sijn als een erwetjen, doet se dan in een Emmer met Rivier-water en Osse Bloed, en verandert het Water en Osse Bloed alle drye dagen: soo sullen sy groeyen en groot werden, tot se de grote hebben van de vorige.
| |
XXII. Om een Hoen of ander gevogelt te dooden, dat het lekker sal smaken.
Laat het Hoen of gevogelt, dat gy doden wilt, een lepel Asijn door swelgen, houd hem dan de bek een weynig tijdt toe, dood hem dan, so sal hy seer lekker en delicaat wesen.
| |
XXIII. Om voor het Hooft der Paarden een witte Sterre te doen wassen.
T en staat niet onaardig dat twee of meer Paarden voor een Karos, elk een Witte sterre voor haar hooft hebben. De wetenschap is kleyn, want op die plaats daar men begeert dat een sterre sal groeyen, behoeft men maar 't hayr uyt te plukken, soo sal na dat dit dikwils gedaan is, aldaar Wit hair komen te groeyen.
| |
XXIV. Om Vogels en Visschen met de hand te vangen.
't Is vermakelijk dat men Voogels en Visschen soo dronken kan maken, dat men se met de hand vangen kan. Neemt kraan-oogen, stampt se grof en laatse onder brood bakken, werpt se de vogels voor, als sy dat dan sullen eten, werden sy | |
| |
soo tam, dat mense met de hand kan vangen. Als men nu dit meede in het waater smijt sullen alle de visschen boven komen drijven, die gy met de hand daar uyt kond halen, en eten se.
| |
XXV. Om visschen te vangen.
Neemt Coccules die men van Oosten brengt, Comijn, Kaase die oud is, ende Terwen-bloeme, maakt hier van met Wijn een Massa en daar van kleyne pillekens, als Erweten, smijt die ergens in een stil water daar Visschen zijn, ende alle de visschen die daar van sullen eeten, ofte proeven, sullen straks na den kant der water komen, of sy dronken waren, soo dat men se met de handen sal konnen grijpen, gelijk men sulks meenigmaals versogt heeft.
| |
XXVI. Om vliegen te vangen.
Neemt een flesje met een korte naauwe hals, doet daar wat honing in met wat bier en bestrijkt daar de rand meede, soo sullen alle de vliegen daar in komen.
| |
XXVII. Om de Vliegen te dooden.
Neemt swarte Nies-wortel, en Orpigment legt dat te weyke in Soete-melk, besproeyt hier mede de Plaatse daar de Vliegen zijn, ende sy sullen al t' samen sterven: En indien gy deese Melk met Aluyn, ende met Origanum gestooten, mengt | |
| |
en daar mede smeert, soo en sullen sy daar op niet sitten.
| |
XXVIII. Op dat de Vliegen de Beesten niet en quellen.
Soo verre als gy de Paarden of de Muylen besmeert met het Sap van Kauwoerden-bladers, in 't midden van de Somer, soo en salder niet een Vliege op sitten konnen.
| |
XXIX. Om de verdronken Vliegen ofte Byen, wederom levendig te maaken.
Legt de verdronken Vliegen in Laauwe asch, en de verdronken Byen in sap van Nipto, en sy sullen wederom levendig worden.
| |
XXX. Om de Kalanders, die het Koorn op de Solder op eeten te verdrijven.
Neemt Pekel en Look, elk soo veel genoeg is, siedet te samen, en besproeyt hier meede de solder ende den Muur.
| |
XXXI. Noch op een ander wijse.
Neemt Sagapenum, Moer van Olie, Bevergeyl, Savelboom, Solfier, Hertshoon Vette Galbanum, elks soo veel noodig is, ende berookt hier meede de Solder.
| |
| |
| |
XXXII. Hoe dat men de Vogels kan leeren spreeken.
Men moet de Vogels, die men wil leeren spreken ofte singen, voor eerst in 't duyster houden, dan sal men een Kaarsse omtrent haar huysken houden, ook somtijds honger laten lijden. De jonge en die de breedste tongen hebben, die sijn tot leeren alderbequaamst. Onder de Papagaayen, zijn de geene de alderbequaamste, die vijf vingers aan haar pooten hebben. Dan door honger worden sy alderbest geleert. Ende door de duysterheyt, soo houden sy beter in haar memorie, het geene dat haar voor word geklapt, mits sy als dan nergens op anders en hebben te denken. Een kaarse of Lantaarne, is goed in de selve Kamer te hangen overmids dat se in al te groote duysterheyd niet en doen als slaapen, dan het en mach maar een kleyne Kaarse, ofte Lantaarnken wesen.
| |
XXXIII. Een hulpe-middel tegen de Luysen der Vogelen.
Hier tegens en sult gy anders niet gebruyken als Olie van Lijnzaat, daar meede dat men se wel ter deegen besmeeren sal.
| |
XXXIV. Om Hoenders vet te maken.
Als men de Hoenders wil vet maken, soo sal men se opsluyten in een Renne, ende men sal se alle uuren eeten geven, elke reyse een weynig, maar weynig te drinken, het beste dat sy eten rnogen, dat is geweykte Tarruw, ofte Gerst. Dan men mach se over de drie weken niet mesten, want | |
| |
sy souden door groote vettigheyd wel komen te sterven.
| |
XXXV. Een ander manier om Hoenders te mesten.
Als men de Hoenders vet maken wil, soo sal men se op een warme plaatse in 't duyster houden, men sal se de slachveeren uyt trekken en haar t' eten geven deeg van Gerste-meel, ofte gerstemeel, ende gemalen Lijn-zaad onder malkanderen gemengt; Sommige die mengen daar onder ook wel Terwen bloeme, ja ook wel Wijn. Sommige die geeven se ook Terwen-broodt, in Bier geweykt.
| |
XXXVI. Om te verhoeden dat de Hennen haar Eyeren niet en eten.
Blaast het witte des Eys daar uyt, ende tot den doir, soo giet een weynig Gips, met water gemengt, op dat 'et soo hard word als de Schale, want als sy die wederom meynen te eten, end anders niet daar in en vinden, soo sullen sy daar of wennen, ende geen Eyeren meer eten.
| |
XXXVII. Om de Hennen groote Eyeren te doen leggen.
Neemt rooden Bolus, meng die onder haar eeten, en sy sullen groote Eyeren leggen.
| |
XXXVIII. Om de Hoenders van Vlooyen te bevrijden.
Als de Hoenders gekipt hebben, soo sal men haar uyt den nest het oude stroo benemen, en ander | |
| |
versch stroo daar onder leggen: op dat 'er noch Vlooyen, noch eenig ander Gewormte in genereere, die de Hennen haar rust benemen mogen.
| |
XXXIX. Om de Hennen van de Vosschen te bevrijden.
Neemt eenen gesooden Vos, kapt hem in kleyne stukjens, ende geeft dat de Hennen t' eten, ende sy sullen daar door twee maanden lang vry van den Vos wesen. Het selve mag men ook doen in de Gansen, en in de Enden, gelijk dat menigmaals is besocht geweest.
| |
XL. Dat de Hennen niet siek en werde van de Sprou.
Maakt Origanum in water nat, en geeft haar daar van met Gersten-water te drinken, ofte wrijft haar den bek met Look: ofte geeft haar water te drinken, daar in dat Look geweykt heeft.
| |
XLII. Op dat de Hennen geen Wind-eyers en leggen.
Neemt Eyer-wit hard gebraden, Rozijnen ook een weynig gebraden, ende onder een gestooten, ende geeft haar daar van t' eeten, des morgens nuchteren.
| |
XLII. Een Hulp-middel tegens de gebreken der oogen van de Hoenders.
Neemt Vrouwen melk, ofte Sap van Porceleyne, ende bestrijkt haar daar meede de oogen. | |
| |
Ofte neem Salarmoniac, Comijn, ende Hooningh, elks even veel, te samen gestooten, ende bestrijkt haar hier mede de oogen, ende laat se uyt de Sonne blijven.
| |
XLIII. Een hulpmiddel tegens den Buyk loop der Hoenders.
Neemt een hand vol Terwen-bloeme, ende ontrent soo veel Was, menget dit met Wijn tot een masse, ende geeft haar daar van nuchteren t' eten. Ofte geeft haar te drinken het sop, daar in dat Queen gesoden hebben, ende ook de gebraden Queen.
| |
XLIV. Om Hanen ofte Capoenen van sprauw te bevrijden.
Neem Look, snijt het kleyne, ende doet het in ziedende Olie, ende bestrijkt haar met dese Olie inwendig den Bek, als die kout geworden is: Ende soo verre als ghy haar ook Look in geeft, so sullen sy noch sekerder genesen. Item, soo is haar ook daar toe goedt het Lus-kruyt, als men haar dat met erwten t' eten geeft. Item, soo neemt een gesuyverde Squille, laatse in water weyken, ende geeft haar daar van met Bloeme te eten. So verre als den sprou komt de overhant te nemen, soo steekt haar in de benen onder de knyen, met den punt van een Mes, ende drukt haar rondom de oogen, ende wrijft haar de wondekens van steeken met een weynigh Zouts. Sommige die berooken haar het hoofd met Hysoppe, met Origano, ende met Timo, en sy wrijven haar den bek met Look. Sommige die sieden Look ín Menschen- | |
| |
pisse, ende hier mede wrijven sy den bek wel hard, sonder de oogen te geraken.
| |
XLV. Dat den Haan op de Henne niet en springt.
Neemt gemeyne Olie, ende wrijft hier mede den Aarts van den Haan, soo en sal hy niet op de Henne komen.
| |
XLVI. Om den Haan syn kraayen te benemen.
Wrijft hem sijn geheele hooft met Olie, ende hy en sal niet kraayen.
| |
XLVII. Om Eyers uyt te broeden sonder Henne.
Neemt twee Oor-kussens, ende volt die met Hoenders drek, seer kleyn gestooten, naayt daarop dicht by een, Hoender pluymen, neemt daar naar de Eyeren, ende legt se met het scherpste eynde op het eene kussen, daar naar soo legter het ander kussen boven op, in een warme plaatse, ende laat se also twee dagen liggen, sonder die te aan roeren, daar naar soo keert se en wend se stadig om twintig dagen lang, op dat se van alle kanten even wel mogen gebroed worden, ende als gy de jonge kiekens omtrent den een en twintigsten dag sult horen piepen, soo sult ghy se uyt de schillen helpen: Het welke soo grooten wonder niet en is, want Aristoteles verhaalt dat men de Hoenders in Egipten wel onder der aarden kan uytbroeden. Men heeft ook by onse tijden geweten, dat men de jonge Hoenders in Paarde mist sonder Henne heeft uytgebroedt. | |
| |
Of
Neemt de Eyers, en legt se in warme Paardemist, ende geeft haar alle tien dage versche Paardemist, op dat se niet en komen te verkouden, maar altijdt warm mogen gehouden worden, dan men sal de Eyeren somtijdts omkeeren, tot datter de Kiekens uyt komen.
| |
XLVIII. Hoe men sal weeten, uyt welke Eyers Hanekens ofte Hennekens komen sullen.
Hier van sult gy weten, dat uyt de ronde Eyers altijt Haankans gebroet worden, ende uyt de langwerpige Hennekens.
| |
XLIX. Op dat de Duyven haar Jongen niet en verlaten.
Bestrijkt de deure, de vensters, ende alle de hoeken van de Duyf-huzsjes, met Olie van Sesamijn, en sy sullen blijven. Item, soo neemt Komijn, ende Linsen in Meede geweikt, smijt haar die voor, ende sy en sullen niet wech vliegen. Item, soo geeft haar voor een drank Honing-water, ofte Linsen, in soete Mede gesoden.
| |
L. Om te beletten dat de Duyven niet wech en vliegen.
Neemt Gersten-meel, gedroogde en gestampte Vijgen, mengt het al wel onder een met Honig, ende smijt dit voor de Duyven. Sommige smijten se ook wel Komijn voor. Item, soo neemt het hoofd van eenVleer-muys steekt dat boven op | |
| |
het Duyf-huys. Item, neemt takken, met de Bloemen van den wilden Wïjngaart, ende hangt dit rondom van binnen in 't Duyf-huys.
| |
LI. Om de Duyven te doen vermenigvuldigen.
Neemt een Bekkeneel van een oud Man, hangt dat in 't Duyf-huys, ende sy sullen vermenigvuldigen, ende in rust leeven. Dit doet ook de Melk van een Vrouwe, die een Dochterken suygt, als men dat in een Flesken in 't Duyvekot hangt.
| |
LII. Om de Duyven tot het Duif-huys te trekken.
Neemt Sorgum veertig pondt, Komijn ses pont, Honig tien pondt, Costum, een pondt, ziedet al te samen met water kort in, doet daar naa by goeden Wijn, soo veel nodig is, met vijftien pond oude Leem, ende legt dit al 't samen op een hoop, in 't midden van het Duyf-huys, soo sullen alle vreemde Duyven na u Duyf-huys rasen, soo haast als sy den reuk gewaar worden, die uw Duyven altijdt by haar hebben sullen, ende sullen haar alsoo op den reuk volgen, ende in u Duyf-huys gekomen wesende, ende sullen sy dat niet meer verlaten door den goeden smaak ende reuk die sy aldaar vinden sullen.
| |
LIII. Op dat de Katten de Duyven niet en quellen.
Neemt Taxkens van Ruyte, hangt die overal in de gaten ende in-gangen van het Duyf-huys, ende de Katten en sullen daar niet komen, mits sy dit Kruyt haten.
| |
| |
| |
LIV. Om witte Pauwen te genereren.
Men sal het Paauwen-kot over al sneeu wit maken, en met witte kalk bestrijken, ofte met witte lynwaat bekleeden, en daar in houden soo veel mogelijk is, ja men sal ook de Solderinge sneeu wit maken, op dat se anders niet en konnen sien dan wat sneeu wit is als sy kakelen: of op haar Eyeren sitten te broeden, ende sy en sullen niet dan witte jongen voort-brengen, ende van gelijken sal men ook doen met alle andere Gevogelte. Voorts soo en sal men de jonge gekipte Paaukens in twee dagen geen eten geven, dan den derden dag sal men haar maaken een deeg van Gersten-meel, ende van goeden Wijn, ende daar van laten eten.
| |
LV. Om de Phasanten Vet te maken.
Men sal se den eersten dag eten voor setten ende des anderen daags sal men se Mede te drinken geven. Haar eten sal wesen Gersten meel met water te samen gekneedt, voorts sal men se te eten geven goede Tarwe, Lijn-zaad dat gesooden is, ende Gersten-meel te samen gemengt: Men mach hier ook wel Olie by doen, Massen daar van maaken, ende haar daar van laten eeten, soo veel als sy willen. Sommige geven se ook t' eten Fenegriek-zaad, vijf dagen lang. Sy worden gemeynlijk in twee maanden vet. Als sy eenig gebrek hebben, soo worden sy genesen met de selve remedien, daar de Hoenders mede genesen worden.
| |
| |
| |
LVI. Om Patrijsen te vangen.
Neemt Terwen-bloeme, maakt daar van een Deeg, met goeden Wijn gekneet, en maakt daar van pillekens als kleyn Erweten, ende als sy daar van eenige in 't lijf hebben, soo worden sy soo dronken, dat men die met de hand vangen kan.
| |
LVII. Hoe dat men de Exters verdrijven kan.
Neemt een dooden Exter, ende hangt die aan eenen tak, ofte staak, ende de andere die siende sullen van daar vlieden, meinende datter eenige lagen op haar worden geleyt. Item, soo neemt wortels van swarten Nies-wortel, met Wijn nat gemaakt, ende smijt die voor de Exters met Gerste meel vermengt. Item, al eer men de Exters in eenig veld siet vallen, sal men aldaar gerugte van leelijk geschrey maaken, ende sy sullen daar doot verschrikt wesende, van daar blijven.
| |
LVIII. Hoe dat men de Gansen sal mesten.
Voor eerst soo set de Gans op een warme plaatse, en neemt twee deel Terwen-bloeme, ende vier deel Semel, mengt het, ende kneed dit onder een, met warm water, ende laatse daar van eten soo veel als sy willen. Men sal se driemaal daags t' eten geven: ende des nachts eens drinken, soo sal men haar gedroogde Vijgen in kleyne stukskens gesneden, in haren drank leggen, twintig | |
| |
dagen lang, ende sy sullen een groote Lever krijgen, ende wel vet worden. Sommige die nemen Terwe die in goet Bier geweykt is, ofte Gerste, laten haar daar van eten soo veel als sy willen, ende worden soo vet als men die soude begeeren, dan men geeft se allenskens meer en meer, tot dertig dagen toe.
| |
LIX. Een manier om Gansen te mesten.
Men mach ook de Gansen kroppen, tweemaal des daags, dan men moetse altijt te vooren te drinken geven.
De Gansen die men mesten wil, en dienen over de drie Maanden niet oud te wesen, men sal se opsluyten, ende geven se te eten Deeg van Terwenbloeme, ende men moet se altijd even veel t' eten geven, ende te drinken soo veel als se begeren, ende als men se alsoo tracteert twee maanden lang, soo sullen sy vet genoeg werden: dan men moet se wel suyver setten, want sy zijn geerne op reyne plaatsen, al ist sake dat se een reyne plaatse haast onreyn maken.
| |
LX. Van de Byen.
De plaatse daar men Byen houden wil, die moet altijt in het Zuyden staan, op datse des Somers ende ook des Winters altijt de soele Locht genieten mogen. Het beste water dat de Byen genieten mogen, is het gene dat over steenachtige gronden loopt ende altijt klaar is, midts sy daar door dies te beteren honig genieten, dan men moet ín 't water steenen leggen, of eenig hout, dat buy- | |
| |
ten 't water uyt kijkt, op dat se des te gemakkelijker daar by komen mogen; En soo verre als 'er geen strooment water omtrent en is, so sal men daar uyt eenen klaren put putten, en door eenige Gooten laaten loopen, niet verre van haar woonplaatse, op dat sy door het water dragen niet en koomen sik te worden. Van den Thimus halen sy haar beste voetseI, en daar van maaken sy ook den besten Honing, ende krijgen daar van de meeste jonkskens. Savie, kruidt Thymbra, ende Cytilus, zijn der Byen haar beste voetsel. De huyskens, ofte korven der Byen, de beste die van Denenhout, van Abbelen-hout, of van Stroo gemaakt worden, van eenen ellebooge breedt, ende twee elleboge hoog, die men van buyten met Leem, met kalk, ofte met Koe-stront bestrijken sal, midts sy daar door min te verkorten komen. Dit Dierken woont geerne in stilte, ende en bemint niet de conversatie van menschen: daarom dat men rondomme hare korven, wel behoort een licht, ende door gate schutsel maken, op datse daar door vliegende, van de Vogelen ende van den Dau mogen bevrijd wesen. Sy genieten geerne altijt eenderley Aas, daarom soo verre als men se met de korven vervoert op een ander plaatse, des te liever ende te eer tot uytvliegen geneygt zijn. Als sy van den Tirhimalu komen te eten ofte daar van smaken so sterven sy van Buykloop: daarom dat men dat voorsz. kruyt daar omtrent wasschende t' eenmaal overal sal uytroeyen, ende soo verre sy daar van besmet zijn, soo sal men Granaat schellen kleyn stooten, ende siften ende die met Honig vermengen, ende haar voor leggen. Ende soo verre als ghy bevindt dat se blindagtig geworden zijn, soo sal men se berooken met Origano.
| |
| |
| |
LXI. Hoe dat men aan Byen geraken sal.
Als gy merkt dat 'er een Swerm wil uytvliegen, door 't geraas dat men van binnen hoort, ende ook aan de gene die vooren uyt komen, ende voor den Korf swermde blijven, aldaar sy den grooten hoop verwagten, soo sal men met sandt onder de Byen smijten, ende een groot geluydt met een Bekken maken, waar door sy verschrikt wesende, de selve sullen konnen worden geleyt daar men se hebben wil, ende als men siet dat sy ergens aan eenen Boom kleven op een poop, soo sal men een Byenkorf gereedt hebben die van binnen met honing besmeert is, den selven digt daar aan gehouden wesende, sal men dese voorsz. Byswerme met eene vleugel daar instrijken: Ende daar in wesende sullen sy seer geerne daar in blijven, sonder in haaren ouden Korf te keeren, al set men ook desen Korf daar dicht by: want sy zijn seer geerne in een nieuwe wooninge.
| |
LXII. Hoe dat men de Byen vervoeren sal.
Als men de Byen wil vervoeren, soo sal men die des nachts stillekens met sakken toe binde, men sal se van daar nemen, aleer dattet dag is, want op dese manier sullen sy alder minst verstoort ende bedroeft werden.
| |
LXIII. Om te beletten dat de Byen niet weg en vliegen.
Om dit te beletten, soo en is 'er niet beter dan dat men rondom de gaatkens van de Bye-korven, smere met drek van een jonge geworpen Kalf. | |
| |
Ofte als ghy siet dat den gantschen swerm daar noch in is, so tracht den Koning soetkens by sijn Vleugelkens te vangen, ende breekt hem de endekens van sijn Vleugelkens af, soo en sal hy niet verre vliegen, ende daar hy blijft, daar blijft voorts den gantschen hoop. Ofte, soo verre, als gy den Korf van buyten des avonts met tamme ende wilde Olijf bladers te samen gestoten, bewrijft, ofte den Korf van buyten met Meede nat maakt, soo en sullen sy niet weg vliegen. De jonge Bykens sal men in een Bekken voorsetten, Meede, daar in dat Thymus met sijne Bloemkens geleyt is. Andere nemen Rozijnen, met Thymus t' samen gestooten tot een massa, die sy haar voor-leggen, daar uyt dat se seer wel gevoedt worden: Ende dat insonderheydt, als sy van wegen de koude, ofte regen, ofte windt, bedwongen zijn in den Korf te blijven. Ende als nu den voor-somer thien dagen begonnen is, soo suld gy de Korven met Koe-drek berooken, waar door dat sy als dan sullen bedwongen wesen uyt te vliegen, op welken tijd, gy hare Korven sult mogen reynigen ende schoon maken: Want den stank van den Koedrek, maakt se traag ende hy bederft en behindert ook de Spinne-koppen daar omtrent hare netten te spannen.
| |
LXIV. Om wat tijd dat men de Honing vergaderen sal.
Den rechten tijd, om de korven van den Honing te berooven, of dien te slaan, is in den Mey, ende in 't beginsel van den Herfst: want soo verre als men den Honing daar uyt neemt al eer de Honingraten volkomen zijn, soo worden sy seer verstoort, ende sy moeten van dorst op-houden, gelijk sy ook sullen doen, soo verre als men de korven door gierigheydt, al te seer van den Honing | |
| |
berooft: Want men moet haar 't tiende deel laten behouden, namelijk, in den Voorsomer, ende in de Somer, maar des Winters de twee deelen haar laten, ende nemen daar uyt een derde-deel, dus doende, en sullen sy daar over soo mismoedig niet wesen, en sullen noch voedsel genoeg behouden. Voorts sal men se uytdrijven met den rook van Koemist.
| |
LXV. Remedien om van de Byen niet gesteeken te worden, als men de honing daar uyt halen wil.
Neemt Fenegriek-meel nat in d' ooven gedroogt giet daar by sap van wilde Malve, en Olie, maket als een dunne Pap, hier meede besmeert alle de naakte plaatsen van 't Lichaam. Neemt ook daar van eenen Mont vol en spuyt dat twee ofte driemaals achter een, door de gatjens in den Korf. Item, soo neemt droogen Koedrek, steekt hem aan een Pottjen, en settet dichte by de gaatjens van den Byen-korf, een halve ure lang, op dat de Rook daar in mag trekken, daar naar soo neemt hem van daar, en laat hem daar omtrent voorts uytrooken, soo sult gy met vreeden den Honing mogen uytnemen.
|
|