Reizen in Zuid-Afrika in de Hollandse tijd. Deel III. Tochten langs de Z.O.-kust en naar het Oosten 1670-1752
(1922)–E.C. Godée Molsbergen– Auteursrecht onbekendDagregister gehouden in 't galjoot de Postlooper zeijlende van Cabo de Goede Hoop na Terra de Natal.
November 1705.
| |
Zaturdag 21 do.Zaturdag 21 do. Van de morgen zogten wij na ons anker, maar konden hetzelve niet vinden. De wind N. omtrent de clokke agt uuren ligten ons anker, en gingen onder zeijl, hielde af om tusschen 't eijland en de Leeuw deur te loopen, en onse aangenome reijse te bevorderen. Omtrent de middag de wind Z.W. labber, slap en stil; dreven tusschen 't eijland en de Leeuwestaart, en wierden door de deining na de Oostwal gezet. Omtrent twee uuren na de middag quamen wij bij ons verlooren anker ten anker, op 9½ vadem zand- | |
[pagina 173]
| |
grond, kreegen ons anker op de boeg, en korten bot van ons anker touw, om onder zeijl te gaan. Omtrent 3 uuren het touw op en neer staande, brak hetselve aan stukkent, zoodat wij het een voor 't ander moesten zitten laaten. Door de Z.O. wind die zoo sterk begon deur te koelen, deeden zien aan 't eijland met een sjouw, dat wij een anker verlooren hadden. Met zonsondergang pijlden 't midden van 't Robben Eijland O.Z.O. en de hoek van de Houtbaij Z. ten O. omtrent 3 mijlen buyten 't eijland van ons, hadden de diepte van 45 vaam waazige grond, stijve topseijls coelte, uijt den Z.Z.O. topz. in. Zetten ons bestek om van hier de afgevaaren plaats zoud zijn, dat is in de ronde kaart de Z. Breete van 33 gr. 24 minuten en Ooster lengte van 37 gr. 38 m. Van den avond in 't 5 glas van de eerste wagt, namen een rif op in 't zeijl en fok, onderzeijls koelte, koele zee. Van de nagt de wind Zuijder en Z. ten O. onderzeijl. | |
Zondag 22 do.Zondag 22 do. In de dagwagt nam de wind af. Maakten weer zeil. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd van de afgevaaren plaats West 12 mijlen. De gegiste breete 33 gr. 22 min, en lenkte 36 gr. 40 m. de bevonden Z. breete 34 gr. o m. De wind Z. ten O, stijve topzeils coelte. Na de middag de wind Z. ten W. ½ Z.Z.W. topzijls coelte. Van den avond met het opzetten van de wagt lijden 't over met de steeven om de Z.O. De wind van den avond en van den nagt Z.W. ten Z. en Z.W.Z.Z.W. topzeils koelte en onderz., betrokken lugt. | |
Maandag 23 do.Maandag 23 do. Van den morgen de wind Z.Z.W. en Z. topzeil, onderzeil en stijve topzeilskoelte, wolkige lugt. Van de middag was onse gekoppelde koers van 't etmael en verheijd Z.O. 6 mijl. De gegiste Z. Breete 33 gr. 50 m. De wind Z. topseijls koelte. Leiden 't over met de steeven om de W.Z.W. Na de middag en des nagts de wind van 't Z.Z.O. tot het Z.Z.W. topzeils, slappe en labberkoelte, met opzette van de wagt leidend over met de steeven om de O.Z.O. betrokke lugt. | |
Dingsdag 24 do.Dingsdag 24 do. Van de morgen met zonsopgang peilden de Taaffelberg met een flinke O. ½ ten W. omtrent 10 à 11 mijlen van ons. Betrokke lugt en motregen. De wind Z.W. Labber en slappe coelte. Zaagen twee dratezen.Ga naar voetnoot1) Van de middag was ons gegiste coers en verheijd gekoppelt van 't etmaal Z.O. ½ Z. 7½ mijl. De gegiste Z.Breete 34 gr. 12 m. en lenkte 37 gr. en 23 m. De bevonden Z. breete 34 gr. 23 min. De wind W.Z.W. topzeijls labbercoelte, betrokke lugt met blenken. Nade middag de wind Z.W. bramzeijls koelte. Met zons- | |
[pagina 174]
| |
ondergang pijlden de Leeuwenberg N.O. ende Z. hoek van de W. kant van de Bay Vals O. ten N. 14 à 15 mijl na gissing buyten de wal van ons, setten onse passer hier in de ronde kaart op de breete van 34 gr. 38 m. en lenkte 37 gr. o m.; naamen dit voor ons afgevaaren plaats. De wind W.Z.W. topzeijls labbercoelte, grauwe lugt, van de nagt weer en wind als vooren. | |
Woensdag 25 do.Woensdag 25 do. Van de morgen de wint W.Z.W. en Z.W. topzijls koelten. Betrokke en wolkige lugt. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd veranderd van de laaste pijling af Z.Z.O. ½ O. De gegiste Z. Breete 35 gr. 45 m. en lenkte 37 gr. 37 m. De bevonden Z. Breete 35 gr. 10 m. bevonden om de Oost gezet te worden. Leiden 't over met de steeven om de W.Z.W. De wind Z. stijve topzijls koelte. Het topzeijl aan stukkent, haalden de lappen weer binnen. Na de middag en van de nagt de wind van 't Z. tot het Z.O. topzeijl en topzeijls labber coelte. Helder en wolkige lugt. | |
Donderdag 26 do.Donderdag 26 do. Van de middag was onse gegiste gekoppelde koers en verheijd veranderd Z.W. ten W. 13½ mijl. De gegiste Z. Breete 35 gr. 40 m. en lenkte 36 gr. en 42 m. De bevonden Z.BreeteGa naar margenoot+ 35 gr. 24 m. De wind oost. Labber koeltje, heldere lugt. Naar de middag de wint van't O. tot het Z. De zon gepeijld in 't ondergaan. Bevonden 12 gr. 5 min. N.W. van den avond in 't vierde glas van de eerste wagt. Lijdend over met de steeven om de Z.O. de wind Z.W. Slappe topzeijls koelte. Heldere lugt. | |
Vrijdag den 27 do.Vrijdag den 27 do. Van de morgen de wind Z.W. ten W. Slap en labber koelte, betrokken lugt, van de middag was onse gegiste gekoppelde coers en verheijd veranderd Z. 10½ mijl. De gegiste Z. Breete 36 gr. 6 m. en lengte 36 gr. 42 m. de bevonden Z. BreeteGa naar margenoot+ 35 gr. 51 m. De Wind W. ten Z. slap en labber bramzeijls koelte wolkige lugt. Nademiddag en van den avond de wind W.Z.W. en Z.W. en Z.Z.W. labber koelte, van den avond de zon gepeijlt in 't ondergaan 16 gr. o.m. bez. west. Van de nagt de wind Z.W. en W.Z.W. en W. labber topzeijls koelte, heldere lugt met wolken. | |
Zaturdag den 28 do.Zaturdag den 28 do. Van de morgen de wind west, slap en labber koeltie; wolkige lugt. Van de middag was onse gegiste gekoppeldeGa naar margenoot+ koers en verheijd Z.O. ten Z. 17 mijl. De gegiste Z. Breete 36 gr. 47 m. en lenkte 37 gr. 29 m. De bevonde Z. Breete 36 gr. 4 m., bemerkten dat de stroom ons van dag tot dag tegen was, dewijl wij niet avanceerde. De wind W. labber koelte, heldere lugt. De cours Z.Z.W. aan. Nademiddag de wind W.N.W. topseijls koelte met travade, | |
[pagina 175]
| |
met zonondergang de zon gepeijlt 17 gr. bez. het W. Van de nagt weer en wind als vooren, zomtijds reegen. | |
Sondag 29 do.Sondag 29 do. Van de morgen de wind W.N.W. topz. en stijve topzeijls koelte met travade, wolkige lugt. Van de middag was onse gegiste coers en verheid Z. ten W. 26 mijl. De gegiste Zr. Breete 37 gr. 46 m. en lengte 37 gr. 4 m. De bevonden Zr. Breete 37 gr. 30 m. Weer en wind als vooren. Na de middag in 't 9e glas van de agtermiddag wagt naamen de bassaan en de cluijffok in, en een rif in 't zijl op de wind W ten N. stijve onderzeijls koelte met travade en reegen. In 't 12e glas do. wagt namen het tweede rif op in 't zijl, en een rif in de fok. De wind W. en W.Z.W. weer als vooren. Van de nagt weer en wind als vooren. | |
Maandagh 30 do.Maandagh 30 do. Van de morgen in 't 5 glas van de wagt de wind W. stijve koelte met harde travade; naamen onze fok in, en smeeten 't bij, met de steeven om de Z.Z.O. en lieten 't drijven. Van de middag was onse gegiste verheijd Z. ten O. 17½ mijl. De gegiste Zr. Breete 38 gr. 39 m. en lenkte 37 gr. 21 m. Kondegeen breete krijgen van weegen de hooge zee en starke wind, woeij een storm uijt den W. Nademiddag en de eerste wagt weer en wind als vooren. | |
December.
| |
Woensdag 2 do.Woensdag 2 do. Van de morgen de wind W.N.W. en N.W. en N. Topzeijl en onderzijls coelte met travade en reegen; donkere lugt. Van de middag was onze gegiste coers en verheijd verandert 20 mijlen Z ½ O. De gegiste Z. Breete 40 gr. 14 m. en lenkte 38 gr. 11 m. Geen hoogte bekoomen. De wind W.Z.W., labber coelte met regen en donker en swaare lugt. Nademiddag de wind Z.W. en Z.Z.W. en zuijden. Stijve coelte en namen 2 reeven op in 't zeijl, reegen en wind. Woey een storm uijt den Z. lieten 't drijven met de steeven om de Oost. Van de nagt de wind Z.W. harde wind, zomtijds reegen en holle zee. | |
[pagina 176]
| |
wind af. In de dagwagt maakten wij weer zeijl; holle zee; de wind Z.W. ten Z. topzeijls koelte. Vande middag was onse gegiste coers en verheijd O. ½ N. 12 mijlen. De gegiste Z. Breete 40 gr. 4 m. en lenkte 39 gr. 13 minuten. De wind west, labbercoelte, betrokke lugt. Konden geen hoogte bekoomen. Stelden de coers O.Z.O. aan; en breefok en topzeijl bij. In 't 14 glas van de agtermiddag wagt, naamen 2 reeven in 't zeijl op, en staaken bij 't afgaan van dito wagt met de steeven om de West. De wind N.W. stijve topzeijls koelte. Van de nagt onderzijls koelte, donkere lugt. | |
Vrijdag 4 do.Vrijdag 4 do. Van de morgen met het afgaan van de hondewagt nam de wind hard aan. In de dagwagt woeij een storm en swaare reegen en holle zee, donkere lugt. Voor de middag in 't 6e glas, schoot de wind met een barst uit van 't N.W. na 't Z.W. en bedaarde doen met donkere lugt, topzeijls koelte, maakten zeijl. Van de middag was onse gekoppelde coers gegist en verheijd veranderd 9½ mijl Z.O. ten Z. De gegiste Zr.Breete 40 gr. 36 m. lenkte 39 gr. 39 m. Geen hoogte bekomen, weer en wind als vooren, stelde de coers oost aan. Van den avond in 't 3e glas van de eerste wagt smeeten 't bij en lieten 't drijven met de steeven om de Zuijd. De wind W.Z.W. topzeijls labber koelte. Betrokke lugt. | |
Zaturdag 5 do.Zaturdag 5 do. Van de morgen in 't 6e glas van de hondewagt maakten wij weer zeijl, en hielden oost aan. De wind W. en Z.W. ten W. bramzeijls koelte. Van de middag was onse gegiste gekoppelde koers en verheijd veranderd. O. ten Z. 23 mijl. De gegiste Zr. Breete 40 gr. 59 m. en lenkte 41 gr. 38 m. De bevonde Z. breete 41 gr. 33 m. Weer en wind als boven. Stelden de coers N.N.O. aan. Na de middag de wind Z.W. en Z.Z.W. labber topzeijls koelte en stil. Van de nagt met stilte in de eerste wagt sloeg ons zijl voor en agter uijt het lijk met stilte en holle zee uijt den Z.W. | |
Zondag 6 do.Zondag 6 do. Van de morgen de wind W.N.W. topzeijls labber en topzijls koelte, wolkige lugt, dijzig in de kimmen. Van de middag wasGa naar margenoot+ onze gekoppelde coers en verheijd veranderd N.O. ½ O. 15½ mijl De gegiste Z. Breete 40 gr. 42 m. en lenkte 42 gr. 42 m. De bevondene Z. Breedte 41 gr. 12 m. Weer en wind als vooren. De coers O. ten N. aan. Vanden avond met opzetten van de wagt, smeeten 't bij, enlieten 't drijven met de steven om de N.W. De wind W.Z.W. onderzeijls koelte, donkere lugt en reegen. Van de nagt de wind W. stijve topzeijl. Weer als vooren. | |
[pagina 177]
| |
verheijd gegist O.N.O. ½ 24 mijlen. De gegiste Z. Breete 40 gr. 48 m. en lenkte 44 gr. 43 m. De bevonde Z. Breete 40 gr. 32 m. De wind W.Z.W. stijve topzijls koelte, wolkige lugt. Na de middag de wind W.Z.W. en W.N.W. bramzeijls en labber koelte. Van de nagt deGa naar margenoot+ wind N.W. ten W. en N.W. bramzijl en topzeijl en stijve topzijls koelte. Betrokke lugt. | |
Dingsdag 8 do.Dingsdag 8 do. Van de morgen in 't laast van de hondewagt namen het topzeijl en breefok in. De wind N.W. onderzijls koelte. Vande middag was onse gegiste coers en verheijd veranderd O. ten N. 26 mijlen. De gegiste Z. Breete 40 gr. 12 m. en lenkte 46 gr. 56 m. De bevonden Z. Breete 40 gr. 15 m. De wind N.W. ten W. Stijve onderzeijls koelte. Wolkige lugt. Na de middag de wind W.N.W. en W. onderzijls koelte in 't 8e glas van d'agtermiddagwagt. Namen 2 reeven op in 't zeijl, stijve onderzeijls koelte. Van de nagt de wind W.Z.W. onderzijls en stijve topzeijls koelte. Helder en wolkige lugt. | |
Woensdag 9 do.Woensdag 9 do. Van de morgen de wind W. topzeijl en topzeijls labber koelte, wolkige lugt, topzeijl en breefok bij. De reeven uijt het zeijl. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd O.N.O. 31 mijlen. De gegiste Z. Breete 39 gr. 26 m. en lenkte 49 gr. 30 m. De bevonde Z. Breete 39 gr. 35 m. De wind W.N.W. topzeijls koelte, wolkige lugt. Van den avond omtrent zonsondergang waaren wij doende om een rif op te neemen, doen scheurden het zijl agter uijt den lijk. De wind W.N.W. stijve topzijls en onderzijls koelte. Van de nagt topzijls koelte, wolkige lugt. | |
Donderdag 10 do.Donderdag 10 do. Van de morgen steeken onse gaffel omlaag en sloegen 't gescheurd zijl af, en een nieuwt zijl weer aan. De wind Z.W. ten W. topzijls labber koelte, wolkige lugt. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd veranderd N.O. 25 mijlen. DeGa naar margenoot+ gegiste Zr. Breete 38 gr. 25 m. en lenkte 51 gr. 1 m. De bevonde Zr. Breete 37 gr. 49 m. Weer en wind als vooren. Na de middag en van den avond de wind van 't W.N.W. tot het N.N.W. labber en bramzijls koelte, wolkige lugt. De zon gepijlt in 't ondergaan. Van den nagt weer en wind alsvooren. | |
Vrijdag 11 do.Vrijdag 11 do. Van de morgen de zon gepeijld in 't opkomen 50 gr. o.m. bezuijdent Oosten. De wind N.O. ten W. Stijve topzeijls koelte, wolkige lugt, topzijl in, van de middag was onse gegiste coers gekoppeld en verheijd N.O. ten O. 23 mijlen. De gegiste Zr. Breete 36 gr. 58 m., en lenkte 52 gr. 37 m. geen hoogte bekomen. De wind N.W. stijve topzijls koelte, betrokke lugt. De coers bij de wind over om de N.N.O. In 't 11e glas van de agtermiddag wagt, liep de wint | |
[pagina 178]
| |
met een travaat van 't N.N.W. tot het W.Z.W. met reegen. Van de nagt de wind Z.W. en W.Z.W. topzeijls koelte. Helder en betrokke lugt met blixem. | |
Zaturdag 12 do.Zaturdag 12 do. Van de morgen de wind Z.W. topzijls koelte, wolkige lugt. Van de middag was onse gegiste koers en verheijd N. ten O. 27 mijlen. De gegiste Z. Breete 35 gr. 12 m. en lenkte 52 gr. 59 m. De bevonde Zr. Breete 35 gr. 10 m. De koers N. aan. De wind Z.Z.W. bramzeijls koelte. Heldere lugt, zomtijds wolken. Na de middag de wind van 't Z.Z.W. tot Zuijden, slap en stil. De eerste wagt met stilte en het lugje Oostelijk. Starre ligt. | |
Zondag 13 do.Zondag 13 do. Van de morgen de zon gepijld in 't opkomen, 52 gr.Ga naar margenoot+ bezuijden 't oosten. De wind N.O. ten O. topzijl, en stijve topzijls koelte, helder met wolken; van de middag was onse gegiste gekoppelde coers en verheijd veranderd N.N.W. ½ N. 14¾ mijl. De gegisteGa naar margenoot+ Zr. Breete 34 gr. 14 m., en lenkte 52 gr. 39 m. De bevonde Zr. Breete 34 gr. 19 m. De wind N.O. ten O. onderzijls koelte; namen een rif op in 't zijl van den avond N.O. ten O. topzijls en labbercoelte, betrokke lugt. Van de nagt met stilte betrokken lugt. | |
Maandag 14 do.Maandag 14 do. Van de morgen de wind variabel en stil dijzigeGa naar margenoot+ lugt, van de middag was onse gegiste gekoppelde coers en verheijd veranderd N.W. 6¼ mijl. De gegiste Z. Breete 34 gr. 1 m. en lenkte 52 gr. 18 m. De bevonde Z. Breete 33 gr. 55 m. De wind west Z.W. slappe koelte, heldere lugt, van den avond en van de nagt de wind Zd., bramzeijls koelte. Betrokken en helder met donder en weerligt. | |
Dingsdag 15 do.Dingsdag 15 do. Van de morgen de son gepijld 47 gr. bezuydend 't Oosten in 't opkomen. De wind Z. ten O. labber koelte, wolkig met donder. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd veranderdGa naar margenoot+ Noorden 22½ mijl. De gegiste Zr. Breete 32 gr. 25 m., en lenkte 52 gr. 18 m. De bevondene Zr. Breete 32 gr. 39 m. De wind Z.Z.O. labberkoelte, wolkige lugt. Na den middag de wind O.Z.O. en O. bramzeijls coelte, betrokke lugt; van den avond peijlden de zon in 't ondergaan 10 gr. 0 m. bezuijden 't Weste, van de nagt de wind O. en N.O. bramzeijls koelte met travatige lugt en weerlicht. Dreeven met klijn zeijl. | |
Woensdag 16 do.Woensdag 16 do. Van de morgen de wind van 't N.O. tot W.N.W. en W. en W.Z.W. en Z.W., slap en labber en topzeijl en onderzijls koelte, donkere lugt. Van de middag was onse gegiste gekoppelde coers en verheijd veranderd N. ten W. 16 mijlen. De gegiste Zr. Breete 31 gr. 34 m. en lenkte 52 gr. 4 m. Geen hoogte bekomen. De wind Z.Z.W. stijve koelte, donkere lugt; liepen zonder zeijl, en met | |
[pagina 179]
| |
het topzeijl voor de mast. Nademiddag de wind Z. stijve onderzijls koelte, met travaden en reegen. Van den avond in de Platvoet smeeten 't bij met een holle besaan, met de steeven om de Z.O. Van de nagt de wind Z.Z.W. en Z.Z.O. onderzeijls koelte. Donkere lugt en reegen ook topzeijl en labbere koelte en stil, In 't 2e glas van de hondewagt maakten weer zeijl. | |
Donderdag 17 do.Donderdag 17 do. Van de morgen de wind zuijden. Slappe koelte. donker met reegen. In 't begin van de voormiddagwagt, saagen wij land in 't W.Z.W. en W.N.W. omtrent vier à 5 mijl van ons, wierpenGa naar margenoot+ 't lood maar geen grond. Van de middag was onze gegiste coers en door een A.P. 18 gr. 26 m. noordwestering. verheijd Noorden 19½ mijl; de gegiste Zr. breete van 30 gr. 16 m.Ga naar margenoot+ lenkte als boven; geen hoogte bekoomen. De wind Z.W. slappe coelte. Zijlden langs de wal heen om de N.O. ten N. Van den avond pijlden wij het Westelijkste land dat wij konden zien, W. ten Z. en het noordelijkste N. ½ O. en een strandbergje, dwars af W.N.W. ½ N. omtrent 3 mijl buijten de wal van ons. De wind N.N.O. Labber koelte van de nagt, de wind N. en N.W. en W. bramzijls koelte. Heldere lugt. | |
Vrijdag 18 do.Vrijdag 18 do. Van morgen met zonsopgang pijlden de westhoek W. ⅓ N. en O. hoek N. ½ O. en het strandbergje N.W. ½ N. omtrent 4½ mijl van ons. De wind Z.W. topzeil labber koelte, wolkige lugt, liepen N.O. ten N. aan. Van de middag was onse gegiste gekoppelde coers en verheijd van 't etmaal N.O. ten N. 12½ mijl. De gegiste Zr. Breete 29 gr. 35 m. en lenkte 52 gr. 36 m. De bevonde Zr. Breete 32 gr. 39 m. peilden punt Primeere N. ½ O. omtrent 6 mijlen van ons. De wind variabel. en stil, bevonden ons over stuur gedreeven geweest te hebben om de Z.W. Van den avond met zonsondergang peilden de hoek van punt Primeere Noorden in 't Westelijke land dat wij konden zien W. omtrent 5 mijlen buijten den wal van ons, zetten ons bestek hier weer op nieuw in de ronde kaart op de Zr. Breete van 32 gr. 39 m. en lenkte 49 gr. o.m. Zoodat ons verschil is in breete 3 gr. 4 m., dat wij Zuijdelijker bevonden dan wij gisten, en lenkte 3 gr. 36 m., dat wij ons Westelijker bevonden dan wij giste. De wind N.N.O. topzijlskoelte. Holle dijning uijt den Z.W. van de nagt de wind N.O. en N.N.O. topzijlskoelte. Betrokke en wolkige lucht. Swaare dijning uijt den Z.Z.W., liepen met de steeven om de Z.O. en O.Z.O. en Oost. | |
[pagina 180]
| |
Breete 35 gr. 13 m. en lenkte 49 gr. 40 m. De bevonde Zr. Breete 39 gr. 4 m. Weer en wind als boven. Na demiddag de wind N.O. ten N. en N.N.O. Labberkoelte en stil. Van de nagt in 't 4e glas van de eerste wagt kreegen de wind W.Z.W. topzeijlscoelte. Betrokke lugt en weerligt. | |
Zondag 20 do.Zondag 20 do. Van de morgen in 't laast van de hondewagt kluijffok en topzijl in. De wind Z.W. ten W. stijve topzeijls koelte, donderGa naar margenoot+ en weerligt. Voor de middag was onse gekoppelde coers en verheijd gegist, veranderd O.N.O. ⅓ O. 16½ mijl. De gegiste Zr. Breete 33 gr. 45 m. en lenkte 50 gr. 54 m. De bevonde Zr. Breete 33 gr. 46 m. De wind W.Z.W. onderzijls koelte, wolkige lugt. De coers O.N.O. ½ N. aan. Van den avond de zon gepeijld. De wind Z.Z.W. bramzijls koelte. Van de nagt de wind van 't Z.Z.W. tot Z.O. slap en stil en labber koelte. Reegen en betrokken lugt. | |
Maandag 21 do.Maandag 21 do. Van de morgen de wind Noorden en N.N.W. SlapGa naar margenoot+ en labberkoelte. Wolkige lugt. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd veranderd O.N.O. ½ N. 21½ mijl. De gegiste Zr. Breete 33 gr. 5 minuten en lenkte 52 gr. 24 m. Geen hoogte bekomen. De wind N.W. labberkoelte. Betrokke lugt. Na de middag de wind W.Z.W.; W.N.W. en Z.W. Van den avond de zon gepijld in 't ondergaan. De wind Z.W. ten W. labber en slap en stilletjes. Heldere lugt. Van de nagt weer en wind als vooren. | |
Dingsdag 22 do.Ga naar margenoot+ Dingsdag 22 do. Van de morgen de son gepijld in 't opkomen. De wind W.Z.W., slap en labber koelte. Heldere lugt. Van de middag was onse gegiste coers en verheijd N.O. ten O. 14½ mijl. De gegiste Zr. Breete 32 gr. 33 m., en lengte 53 gr. 21 m. De bevonde Zr. BreeteGa naar margenoot+ 32 gr. 35 m. Weer en wind als vooren. Van den avond pijlden de son in 't ondergaan. De wind variabel en doodstil. Heldere lugt. Van de nagt de wind Noord en N.N.O., labber en bramzeijls en topzeijls-koelte, wolkig en heldere lugt, leiden met de steeven om de Oost over. | |
Woensdag 23 do.Woensdag 23 do. Van de morgen de wind Noorden, topzeijls koelte, heldere lugt dijzig in de kimmen, van de middag was onse gegiste en bevonde Zr. Breete 32 gr. 36 m. en lenkte 54 gr. 30 m. De wind N. ten O. topzijls coelte. Heldere lugt. Na de middag de wind N. ten O. en N.O. ten N. topzijls koelte. Met zonsondergang leiden 't over met de steeven om de N.W. Van de nagt weer en wind als vooren. Heldere lugt. | |
Donderdag 24 do.Donderdag 24 do. Van de morgen met begin van de dagwagt leiden 't over met de steeven om de O.N.O. De wind Noorden. StijveGa naar margenoot+ topzijls koelte, betrokke lugt. Van de middag was onse gegiste ge- | |
[pagina 181]
| |
koppelde coers en verheijd N.O. 3¾ mijl. De gegiste Zr. Breete 32Ga naar margenoot+ gr. 24 m. en lenkte 54 gr. 43 m. De bevonde Zr. Breete 32 gr. 22 m. De wind Noorden bramzijls koelte. Heldere lugt; met zonsondergang de zon gepijld leijdent over met de steeven om de N.N.W. De wind N.O., stijve topzijls koelte. Heldere lugt. Van de nagt de wind N.O. ten N. en N.N.O. onderzijls koelte. | |
Vrijdag 25 do.Vrijdag 25 do. Van de morgen de wind N.O. ten N. onderzeijls koelte. Heldere lugt. Na de middag was onse gekoppelde gegiste coers en verheijd N.W. 7½ mijl. De gegiste Zr. Breete 32 gr. 1 m. en lenkte 54 gr. 17 m. De bevonde Zr. Breete 32 gr. o.m. De wind als vooren. Stijve onderzijls koelte; namen een rif op in 't zeil en fok. Van de middag en van de nagt de wind N.N.O. onderzijls koelte. Stil en variabel wind. Leijden 't met de steeven om de Oost over. De wind weer Noordelijk met onderzijls koelte. Betrokke lugt. | |
Zaturdag 26 do.Zaturdag 26 do. Van de morgen de wind Noorden onderzijls koelte. Wolkige lugt. Van de middag was onze gekoppelde, gegiste coers en verheijd 2 mijlen O. ½ N. De gegiste Zr. Breete 31 gr. 33 m. De wind N. ten W. Topzijls stijve koelte; naamen 't rif uijt zeil en fok. Het nieuwt zijl bij 't rif agter bij de Leufer uijtgescheurd. Na de middag in 't 4e glas van do. wagt, leiden 't over met de steven om de N.W. ten N. De wind N.O. ten N. topzeijls koelte. Van den avond in 't begin van d' eerste wagt quam het topzijl van boven de reep aan stukkend. Van de nagt de wind als vooren, onderzijls koelte. Betrokke lugt. | |
Zondag 27 do.Zondag 27 do. Van de morgen in 't 5e glas van de dagwagt, liep de wind met een travaat na 't Westen en W.Z.W. met reegen. Van de middag was onse gegiste gekoppelde coers en verheijd N.W. ten N. 15 mijlen. De gegiste Zr. Breete 31 gr. 3 m. en lenkte 53 gr. 47 m. Geen hoogte bekoomen. Stelden de coers N.N.O. aan. De wind Z.Z.W. onderzijl en topzijls koelte. Betrokke lugt. Na de middag. en van de nagt de wind Z.Z.W. Topzijls koelte. Betrokke lugt. | |
Maandag 28 do.Maandag 28 do. Van de morgen in 't 4e glas van de dagwagt, stelden onze coers N.W. aan. De wind Zuyden topzeijls koelte. BetrokkenGa naar margenoot+ lugt. Van de middag was onze gekoppelde gegiste coers en verheijd N. ½ O. 28 mijlen. De gegiste Zr. Breete 29 gr. 25 m. Stelden de coers West aan. De wind Z.Z.O. bramzijls labbercoelte. Wolkige lugt. Van de nagt de wind van 't Oosten tot N.N.O. Bramzijls koelte. Wolkige lugt. | |
[pagina 182]
| |
ren of en aan Podeperara.Ga naar voetnoot1) Onze gegiste coers en verheijd zeedert gistere middag was West 19 mijlen. De gegiste Zr. Breete 29 gr. 25 m. en lenkte 52 gr. 32 m. De breete volgens de platte caart 29 gr. 25 m. Was dijzig over 't land, zeijlden langs de wal heen om de Z.W. ten Z. In 't 3e glas van de voormiddag wagt quaamen wij ten anker op 10 vadem water, grauwe zand grond, of en aan de hoek van la sierra de Natal, hadden deesen hoek Z.W. van ons, omtrent een 2 pond canon schoot buijten de wal van ons. De wind N.O. ten N. stijve topzijls coelte. Moesten leggen blijven om het hoogwater af te wagten en nademiddag omtrent de clokke half twee, begonden wij bot te korten om in Godes naam binnen te loopen. Het ankertouw staagswijs staande, brak het touw aan stukkent. Zetten de fok bij in, liepen op de branding toe, en geraakten der gemakkelijk over de bank, en hadden 10 en 11 voet op sijn droogst; tusschen 3 en 4 uuren quamen wij binnen de Bay, op 6 vadem ten anker. De Heere zij gelooft voor zijne groote genade aan ons beweesen. Hier vonden wij een Engelsman van Londen vandaan, met naame Vaughan Goodwein, dewelke hier 7 jaar geweest was, en was hier met een Engels schip gent. Fiddeli[ty] ende captn gent. Tempis Stradies. Deeze liet haar met haar drien blijven inde maand van Febry 1699 en bleeven hier om vee en eliphantstanden te ruijlen, dog twee zijn om 't leeven gebragt van de Swarte in 't jaar 1700, en deese en voorgene is vorder gebleeven op voor waarden dat het schip of de capitijn weeder binnen 3 jaar op zijn uytterste wederom zoud komen, en volk meede brengen, om deselve plaats te bewoonen. | |
Woensdag 30 do.Woensdag 30 do. Vandaag ben ik met 4 man op in 't land omtrent 2 mijlen bewesten 't galjoot gegaan om de huijsjens te bezien, dog vonden het hier nu in een andere staat als voor deesen, 16 jaar geleeden. Doen was het hier beeter gesteld, dewijl dat hier 3 à 4 jaaren een droogen tijd is geweest. | |
[pagina 183]
| |
Zaturdag 2 do.Zaturdag 2 do. Vandaag quaamen de inwoonders met de Engelsman weer af met hoenders, melk en water, dat zij meede 2 uuren gaans uijt het land moesten vandaan haalden. Hielden de Engelsman van de nagt bij ons aan boort om met ons te spreeken. | |
Zondag 3 do.Zondag 3 do. Vandaag was de Engelsman nog al bij ons en hoorde Gods woord mede aan, daar hij een groot behagen in schepte, en kreeg een inkeer met deese Heijdenen te leeven, maar stond hem teegen of tusschen het water en vuur was, dewijl hij twee vrouwen had en 5 kinderen. Liet na de middag 5 man met hem na zijn huijs gaan, met stuurman Roos en de teekenaar, om de huijsjens af te teekenen. | |
Woensdag 6 do.Woensdag 6 do. Na de middag ben ik met 4 man landwaart in of om de Z.W. ten W. gegaan, om bij den koning van dit gewest te gaan, en verneemen na de copy vande coopbriev, die wij hier hadden gelaaten in 't jaar 1690, in de maand Januarij. Van den avond bleeven wij bij de voorsz. Engelsman. De wind Z.W. ten W. Stijve koelte. | |
Donderdag 7 do.Donderdag 7 do. Van de morgen gingen wij weer voort en de Engelsman met ons en eenige inwoonders. De wind Z.W. ten W.; van den middag quamen wij bij den koning zijn zoon, alwaar wij kost klaar maakten om te eeten, de wind als vooren. Stijve koelte en reegen. Wat gegeeten hebbende gingen weer voort, en quamen van den avond bij den konink zijn huijs, maar spraaken hem niet. Weer en wind als vooren. | |
Vrijdag 8 do.Vrijdag 8 do. Van de morgen spraken wij met den coning en vroegen hem na de coopbriev dewelke zeijde dat hij daar niet af en wist, dewijl sijn vader versturven was, is die met al zijn goed begraven. Ik vereerden hem coopere en glaase coraalen, en hij mijn een kalf weerom. Van de middag vertrokken wij weeder van hier na 't galjoot toe, De wind N.O. Van den avond leyden 't weer op bij een koral bij de rivier. | |
[pagina 184]
| |
en gingen nademiddag weer voort en quaamen van den avond aan boord. Doen hadden zij met de zeegen gevist en elft gevangen. De wind N.O. Elft, steenbrazem, stom[p]neus, harder, pisie pampes [?]. | |
Vrijdag 15 do.Vrijdag 15 do. Vandaag de wind N.O. stijve koelte. hingen ons roer weer aan, dat wij verzien hadden met koopere kousen in de vingerlingen, maakten vorder alles weer klaar, om met de eerst geleegentheijd weer van hier te vertrekken. Vandaag heeft ons volk een wild verken geschooten en een kraanvogel. | |
[pagina 185]
| |
Donderdag 21 do.Donderdag 21 do. Van de morgen ben ik met 4 man en de Engelsman om de Noord van 't Galjoot afgegaan landwaard, en de zee zomtijds ziende, gegaan om tanden te ruylen. De wind Z.W. slappe koelte, betrokke lugt. | |
Donderdag 28 do.Donderdag 28 do. De wind N.O. mooy weer. Nademiddag ben ik en stuurman Cornelis van Santen, met de schuijt zoo verd opgevaaren als wij konden, bewesten 't galjoot en vizenteerde de bossen ter deegen, en bevonden houtwerk in overvloet, en hebben van ijder een monster meedegenoomen: als letter A is wel van die zoort van lenkte 25 à 30 voeten lang, en 4 à 4½ à 4 à 3 en minder voeten in 't rond dik; en letter B. van desgelijken en van 't ander zoort van hout valt, zoo van 12 à 14 à 15 tot 25 voeten toe, en dik 6 à 5 à 4½ en minder voeten in 't rond. En van gevogelt valt hier in 't land, ganzen en eenden in 't wild; vorder van vee ossen, koeijen, bokken, geiten, hoenders. En is een vrugtbaar land: geeft driederhande coorn en erwten. Hier zijn veel zeekoeijen, dog hebben niet een konnen krijgen. Van den avond de wind N.O. stijve koelte. | |
Vrijdag 29 do.Vrijdag 29 do. Van de morgen met stilte voeren uijt vissen, maar deeden niet op. Op den dag de wind N.O. Van den avond vingen wij een balieGa naar voetnoot1) vol elft. De wind als vooren. Van de nagt omtrent elf uuren vermisten wij onse schuijt, en vermisten de man van de eerste | |
[pagina 186]
| |
wagt en de tweede wagt, zoodat zij met haar tweën abzent waaren en hadden de schuijt met 3 koopere dekzels van de steert pannen, en van de koopere pot, en een bijl meedegenoomen met naamen Andries Lag van Ments, soldaat en Pieter Schram van Amsterdam, matroos;
| |
Zaturdag 30 do.Zaturdag 30 do. Van de morgen omtrent 3 uuren quaamen bij de Engelsman zijn huijs, daar de twee man even te vooren waaren geweest, maar waren beswaard in gegaan, liepen hier en daar soeken, dog konden ze niet vinden. Met de Swarten beloovden haar zoo zij die souden vinden, iets te geeven, en waaren daar toe bewilligt. Doen ben ik met de ses bij hebbende man weer na 't galjoot toegegaan, en ben omtrent de clokke 10 uuren weer aan boord gekomen. De wind N.O., goed weer. Van den avond zond ik stuurman Cornelis van Santen met ses man aan land, om te zien of zij de twee man bij nagt niet konden vinden. | |
Zondag 31 do.Zondag 31 do. Van de morgen de wind N.O. ten N. stijve koelte. Omtrent de clok tien uuren is de stuurman met het volk weer aan boord gekomen, maar hebben de twee voorsz. perzoonen niet konnen vinden, nog de inwoonders ook niet, zoo dat zij haar in de bossen houden verborgen. Van den avond maakten wij van alles klaar om morgen vroeg met hoog water te werpen, na buijten toe, zoo het stil weer mogt weesen, en resolveerden de twee man te laten agter uijtvaren, dewijl wij haar niet konden vinden. | |
February.
| |
[pagina 187]
| |
te, ligten ons anker en gingen onder zeijl na zee toe, kreegen veel swaare branding in, waardoor dat wij wel 2½ voet water in 't galjoot kreegen, en onze gezaghebber Theunis Gerbrantszn. swaarlijk van 't roer teegen zijn borst geslaagen, dat hij voor dood lij, naamen als doen al onze zeijlen in, om weeder binnen de bank geslaagen te werden, want wij konnen op 't galjoot niet staan. Geraakten weeder in 't diep water, zetten alsdoen onze fok weeder bij, en zeijlden tusschen 't rif en de wal door; aldaar deed de bank en 't rif zijn afscheidsel, geraakten alsdoen in zee, onze schuijt 't ondersteboven, alles daaruijt en 't hoenderhok aan stukkend, lag alles over hoop, zeijlden wat van de wal af en lieten 't doen drijven, en zetten onze schuijt in, en redden 't galjoot op, geraakten teegen de middag klaar. De wind Z.W. marszijls coelte. Van de middag pijlden de hoek van de bhay W.N.W ½ N. 4 mijlen van de wal, zijnde de breete van 29 gr. 50 m., stelden aldaar ons bestek. Nademiddag de wind Z.W. en Z.Z.W. marzijls coelte en reegen. In 't 8e glas namen twee reeven in 't zeijl, en lieten 't teegen den avond drijven. Vorders den heelen nagt, de wind Z.; Z.Z.O.; en O.Z.O. en Oost bramzijlskoelte en minder, met betoogen lugt en reegen. | |
Woensdag 3 do.Woensdag 3 do. 's Morgens de wind ... labber lugje en stil; met zonsopgang zaagen 't land in 't W.N.W. 3 à 4 mijlen van ons, dog konden 't selve niet kennen door de betrokke lugt. Van de middag was de gegiste coers Z.O. 2 mijlen. De gegiste Zr. Breete 30 gr. 2 m. De bevonde Zr. Breete 30 gr. 7 m. zoodat hier stroom gestaadig aan langs de wal om de Z. gaat. Nademiddag, 's avonds, en 's nagts dood. stil, betoogen lugt en reegen. | |
Donderdag 4 do.Donderdag 4 do. 's Morgens stil. Van de middag giste niet vertierd te zijn en bevonden Zr. Breete 33 gr. 13 m. Na de middag de wind N.O. ten N. bramzeijls koelte, met zonsondergang pijlden 't naaste land West N. 3 mijlen van ons. Lieten 't weder drijven. Vorders den heelen nagt de wind N.O.; N.N.O.; Noord, labber, bramzeijls koelte. Betoogen lugt. | |
Vrijdag 5 do.Vrijdag 5 do. 's Morgens de wind van 't Noorde tot het Z.W. bramzijls en topzijls koelte, met zonsopgang pijlden het naaste land N.W. ten W. 3 mijlen van ons, maakten weeder zijl. Van de middag de coers in 't etmaal Zd. 11½ mijl. De gegiste Zr. Breete 30 gr. 59 m. en bevonde Zr. Breete 31 gr. 23 m., hadden alsdoen de hoek van Punt Primeere W.Z.W. 10 mijlen van ons. De wind Z.Z.W.; laagen 't over om de west, na de wal toe. Na de middag de wind Z. bramzijls koelte, met zonsondergang pijlden de hoek van punt Pri- | |
[pagina 188]
| |
meere W. ten Z. 4 mijlen van ons, lieten 't als doen weer drijven, vorders den heelen nagt. De wind Z.W., W.; en W.N.W. labber koelte en stil betoogen lugt. | |
Zaturdag 6 do.Zaturdag 6 do. 's Morgens de wind N.W., N.N.O. en O. labber koelte, dreeven met de stroom langs de wal om de Z.Z.W. en Z.W. Middags pijlden de ∠Ga naar voetnoot1) van punt Primeere W. Na gissing 4 mijlen van ons en konden geen hoogte bekomen. Na de middag de wind W.Z.W. en Z.W. topzeijls koelte. Donkere lugt met reegen, dreeve alle glasen een streek door oud land, vorders dien heele nagt de wind Z. en Z.Z.W. onderzijls koelte, naamen een rif in ons zijl met donkere lugt en reegen. | |
Zondag 7 do.Zondag 7 do. 's Morgens de wind Z.Z.W. bramzeijls koelte, zijlde na de wal toe, om 't land beeter te kennen. Middags hadden de WestGa naar margenoot+ ∠ van bhaij Algoa W.N.W. ½ N.W. mijl van ons, diep 50 vaam zand met steenen. Verleijden onse compassen op 15 gr. beoosten de naald. Na de middag de wind Z.O., en O. topzeijls coelte, betoogen lugt met reegen. Met zonsondergang lieten weer drijven met een rif in 't zijl. Haelden de diepte van 60 vaam vuijle grond. Vorders de heele nagt de wind O.O.N.O., betoogen lugt met reegen. | |
Maandag 8 do.Maandag 8 do. 's Morgens met den dag maakten weeder zeijl, stuurden N.W. en W.N.W. na de wal toe. De wind N.N.O. en N.O. topzijls koelte. Middag bevonde Zr. Breete van 33 gr. 44 m., hadden 't eijlandtje dat voor I. Contant leid W. 1½ mijl van ons. Passeerden ook eenige klipps met sterke branding. Na de middag zeijlde W.N.W. langs de wal, laag en duijnig voorland, liepen digt daar aan tot op de diepte van 10 vaam vuijle grond; met zonsondergang pijlden d'west ∠ van de Mosselbaij Z.W. ten W. 1½ mijl van de wal en 't grootste eijlandtje dat daar voor leid W. van ons. De wind W.Z.W. labber-koelte, lieten drijven. Vorders de heele nagt, de wind W.Z.W. labber-lugje, dreeven om de O.Z.O. over de diepte van 36 vaam vuijle grond. | |
Dingsdag 9 do.Dingsdag 9 do. s' Morgens met zonsopgang stil, pijlde de O. ∠ van de Mosselbaij O.N.O. en de W. ∠ W.Z.W. omtrent 2 mijlen van de wal, diep 40 vaam vuijle grond, naamen ons rif uijt zeijl. De wind W.Z.W. bramzeijls koelte en top zeijl. Middag hadden I. Contant N.W. 3 mijlen van ons. Nademiddag de wind W.Z.W. topzeijl en onderzeijls koelte. In 't 3 glas naamen 2 reeven in 't zeijl, en lieten 't drijven. Vorders de heele nagt de wind W., W. ten W.; en W.N.W. Stijve onderzeijls coelte met een klaare lugt en holle zee. | |
[pagina 189]
| |
Woensdag 10 do.Woensdag 10 do. 's Morgens de wind als vooren, lagen over bakboord na de wal. Middag gisten de coers in dat etmaal Z.O. ten O. 8 mijlen. En de gegiste Zr. Breete van 34 gr. 12 m. De bevonde Zr. Breete van 34 gr. 18 m.; gisten alsdoen I. Contant N. 6½ mijl van ons te zeijlen. Na de middag de wind W. ten Z. en W.Z.W. onderzeijls koelte, en 's nagts de wind als vooren met betoogen lugt en reegen. In 't laaste glas van de Hondewagt zaagen het land in 't W. van ons, liepen voor de wind om, en laagen 't over stuurboord weer na zee. | |
Donderdag 11 do.Donderdag 11 do. 's Morgens de wind als boven, met zonsopgank pijlden de west ∠ van Algoa M O BGa naar voetnoot1) Nd ten O. 3½ mijl van ons. De wind W. ten N. harde koelte; zetten aldaar ons bestek in de Caart, zijnde Zr. Breete van 33 gr. 45 m. Nademiddag, 's avonds, en 's nagts de wind W.Z.W., W., Wten N., en W. ten Z. ook W.Z.W., Z.W.Z.Z.W. onderzeijls koelte, betoogen lugt en reegen, holle zee. | |
Vrijdag 12 do.Vrijdag 12 do. 's Morgens de wind Z.Z.O., O.Z.O. en O. labber coelte met verbolgen zee, laagen het met bezaan en fok teegen de zee om de Z.W. Middag giste de gekoppelde coers in dat etmaal Z.Z.O. 4½ mijl en de gegiste Zr. Breete 34 gr. 8 m., gisten de west ∠ van bhay Algoa N. ten W. 11 mijlen van ons. Na de middag de wind O. ten W. en de coers als vooren, W.Z.W. topzijls koelte en holle zee. De eerste wagt de wind en coers als vooren, in de hondewagt de coers W. ten N. en de wind O. ten N. onderzeijls coelte. Betoogen lugt. | |
Zaturdag 13 do.Zaturdag 13 do. 's Morgens de wind O. ten N. topzeijls coelte, stelden als doen onze coers N.N.W. aan om de wal te krijgen. Middag giste de coers in dat etmaal W.N.W. 15 mijlen. En de gegiste Zr. Breete 33 gr. 40 m. En de bevonde Zr. Breete 34 gr. 31 m. Gisten de West ∠ van de Mosselbay N.W. ten W. van ons 8 mijlen van de wal. Na de middag de wind O. ten N. stil. Zaagen het land in 't N. van ons, in 't 10 glas van dito wagt de wind W. bramzeijls coelte, laagen om de N.N.W. na de wal; met 't opzetten van de wagt, laagen over na zee om de Z.Z.W. en in de hondewagt laagen we na de wal om de N.N.W. De wind Z.Z.W. en W. bramzijls coelte. Betoogen lugt en reegen. | |
[pagina 190]
| |
alsdoen O.Z.O. langs de wal heen. Dit land is hoog land met groote bergen met een uijtsteekende hoek met een cloov daar door, 't welk voor de Struysbay gezet word, en 't is niet anders dan een inbogt, daar een uytsteekende ∠ zonder rivier. Na de middag de wind W. ten Z. bramzeijls koelte, stuurden Z.O. langs de wal; met zonsondergang pijlden 't voorland O.W.O. 4 mijlen van ons, zijnde omtrent 2 mijlen buyten de wal, diep 40 vaam graauw zand. 's Avonds en 's nagts stil en betoogen lugt. | |
Maandag 15 do.Maandag 15 do. 's Morgens stil en de wind O.Z.O. labbercoelte, met zons opgang peijlden de voorn. ∠ als voormiddag. De bevonde Zr. Breete van 34 gr. 5 m., hadden de voorn. hoek O. ten W. 5 mijlen van ons, zijnde omtrent 3 mijlen buijten de wal. Nademiddag laagen 't over weer, met zonsondergang waaren weeder aan de wal omtrent 1 mijl westwaart gezet. 's Avonds stil, en 's nagts inde eerste wagt de wind W. ten Z. labbercoelte. Den heele nagt met dijzige lugt. | |
Dingsdag 16 do.Dingsdag 16 do. 's Morgens de wind W.Z.W. bramzeijl en topzeijls coelte, met vroeg schaffen, hadden de voorn. hoek N.W. ten N. 1½ mijl van ons. Stuurden O. ten Z. langs de wal. Middag hadden bevonden Zr. Breete 34 gr. 5 'm. hadden 't Zuijdelijx land N. ½ mijl van de wal. Na de middag de wind W.N.W. topzeijl en bramzeijls coelte, met zonsondergang hadden 't O. land O. van ons en het O. hooge berg N. ½ mijl buyten de wal. Diep 45 vaam en bevonden door A.P. 13 gr. 40 m. Nd. Westering en vorders de heele nagt de wind N.W. ten W., W.N.W. en W. labber coelte, met klijn zijl of aan de wal. | |
Woensdag 17 do.Woensdag 17 do. 's Morgens de wind N.N.O. labber lugje en stil, met zonsopgang pijlden 't hooge O. land N.N.W. 2 mijlen van de wal. Na de voormiddag de wind Z.O. labber en bramzijls koelte, middag pijlde O. ∠ O.N.O. ¼ N. 4 mijlen van ons. Ende bevonde Zr. Breete 34 gr. 3 m., de wind Z.Z.O. labber lugje. Na de middag dood stil, dreeven met de dijning na de wal, met zonsondergang peijlde de ∠ N.O. ten O. ½ O. 1½ mijl van ons, diep 40 vaam vuijle grond, vorders den heelen nagt 't lugje W.N.W. helder weer. | |
Donderdag 18 do.Donderdag 18 do. 's Morgens de wind N.W. ten W. en W.N.W. bramzijls koelte; met zonsopgang pijlden de Zd. ∠ van de Visbaay N.W. ten N. 2 mijlen van ons, stuurden N. ten W. in de wal. Middag de bevonde Zr. Breete 33 gr. 53 m. en pijlden als doen de Zd. ∠ van de Visbay Z.W. 4½ mijl van ons, omtrent die streek ende het O. land O. ten N. zijnde 1¾ mijl buyten de wal; deese bhaij is niet anders als een groote bogt in laag voorland, bevrijd voor een N.W.; W.; N. wind. Met zonsondergang peijlde een zantplaat N.O. 1¼ mijl van | |
[pagina 191]
| |
ons, diep 45 vaam graauw zant. Vorders de heele nagt de wind W. ten W. en W.N.W. los lugje. | |
Vrijdag 19 do.Vrijdag 19 do. 's Morgens stilte. Mistig weer, teegen de middag klaarde op. Middag pijlden het W. land dat van de zantplaat leijd W. ten N. 4 mijlen van ons. De wind Z. labber koelte. De bevonden Zr. Breete van 33 gr. 51 m. Na de middag de wind Z.Z.O. en Z.O. labber coelte. Laagen langs de wal over de diepte van 39 tot 18 vaam vuijle grond. leiden over om de Zd. Met zonsondergang pijlde de West ∠ W.Z.W. 5 mijlen en de O. ∠ N.O. ten O. 4 mijlen van ons, waaren omtrent 3¼ mijl buyten de wal. Diep 25 vaam vuijle grond, en de wind O. labber lugje en stil. Des nagts de wind van 't O. tot Z.W. labber koelte, leiden of en aan de wal. | |
Zaturdag 20 do.Zaturdag 20 do. 's Morgens stilte, mistig en 't lugje Z.W. en Z.Z.W. Middag de bevonde Zr. Breete van 33 gr. 35 m., hadden 't land N.O. ten O. 3 mijlen van ons, zijnde omtrent een mijl van de wal. Nademiddag de wind W.Z.W. labber koelte tot in 't 3 glas van dito wagt, de wind N.O. en O.N.O. bramzeijls coelte, laagen het of en aan de wal; met zonsondergang pijlde de O. ∠ N.O. ten O. 4 mijlen van ons en de West ∠ W. ten Z. 1½ mijl van ons. Diep 25 vaam, zijnde ½ mijl buijten de wal, laagen 't weeder na zee toe, tot in 't 3e glas van de eerste wagt, wierd als doen dood stil met donder en weerligt en in 't begin van de hondewagt de wind W. ten N. topzeijls coelte. Stuurden Oost aan. | |
Zondag 21 do.Zondag 21 do. 's Morgens de wind W., W.Z.W. en Z.W. topzeijls koelte, stuurden N. inde wal, middag hadden 't O. land N.O. ten N. en een rivier N.W. ten W. 1½ mijl buijten de wal, en konde geene hoogte bekoomen. Na de middag de wind Z.W. bramzeijls en labberkoelte, stuurden O.N.O. langs de wal; met zonsondergang pijlden 't O. land N.O. ten O. 1½ mijl buijten de wal, diep 45 vaam schoone grond, in de Platvoet stil, en de wind Z. en Z.O. labber coelte; resolveerden met malkanderen om onze reijs voort te zetten om de West, alsoo wij geen bequaame havens of baijen of rivieren en vonden. In de eerste wagt de wind O. en O.Z.O. topzeils koelte. De coers Z.Z.W. 3½ mijl en Z.W. 4 mijl met betoogen lugt. | |
Maandag 22 do.Maandag 22 do. 's Morgens de wind O., O.N.O. en N.O. ten O. Stijve topzijls koelte met holle zee, middag gisten de cours Zuid, zonsondergang Z.W. ten Z. 17 mijlen. Hadden 't land in 't N.O. omtrent 10 mijlen van ons. Nademiddag de wind O. en O. ten N. Stijve onderzijls koelte, met zonsondergang naamen 2 reeven in 't zeijl, lieten drijven om de W.N.W. De wind N.O. onderzeijls koelte. Holle zee. | |
[pagina 192]
| |
Dingsdag 23 do.Dingsdag 23 do. 's Morgens de wind N.O. bramzeijls coelte en stil, met vroegschaffen namen de reeven uijt 't zeijl. In de voormiddag de wind W. topzeijls coelte. Middag gisten de coers in dat etmaal W.N.W. 16 mijlen. En de bevonde Zr. Breete 34 gr. 11 m., pijlde d' Oost ∠ van 't hooge land N.N.O. 7 mijlen van ons. Na de middag de wind W.Z.W. en W. topzeijl en bramzeijls coelte. In 't 9e glas laagen over vande wal, met zonsondergang pijlde 't Z.Z.W. ten W. 4 mijlen vanGa naar margenoot+ ons, diep 38 vaam, en bevonden door A.P. 12 gr. 52 m. Nd Westering, en des nagts de wind W.N.W.; N.W.; en N.N.W. labber koelte en klaare lugt. Mooy weer. | |
Woensdag 24 do.Woensdag 24 do. 's Morgens de wind N.N.W. en N.W. ten N. labber koelte, pijlde de zon 16 gr. 20 m. en door 2 pijlingen 14 gr. 30 m. Nd Westering. Met vroeg schaffen hadden 't O. land N.W. 5 mijlen van ons. Middag en konden geen hoogte bekoomen, haddenGa naar margenoot+ de West ∠ van de Vleijs Bhay N.W. 3½ mijl van ons. De wind Westelijk W.Z.W. en Z.W. ten W. labber coelte. Na de middag de wind Z.W. en Z.W. ten W. labber bramzeijls coelte. Leiden om de N.W. De wind als boven, in 't 8e glas laagen over om de Z.Z.O., waaren omtrent ½ mijl buyten de wal. De Z.W. hoek en met zonsondergangGa naar margenoot+ pijlden 't Westl. land W.N.W. ½ N. 3 mijlen buyten de wal, bevonden door een A.P. 14 gr 20 m. Nd Westering. Hadden de Oostel. hoek N.O. ten O. van ons. De wind als vooren. Labber coelte en des nagts de wind W.Z.W. en W. Labber lugje en stil met betoogen lugt. | |
Donderdag 25 do.Donderdag 25 do. 's Morgens stil. Metvroegschaffen de wind O.N.O. labber en bramzeijls coelte. Stuurden N.N.W. aan. Middag pijlden de voorn. ∠ N.O. ten N. ½ N. 3 mijlen van ons, en bevonden Zr. Breete 34 gr. 21 m. De wind O.N.O. en O. ten N. topzeijls koelte. De coers als vooren, langs de wal met zonsondergang pijlde een hooge spisse berg N.N.W. ½ W. omtrent 3 mijlen buyten de wal. Leiden alsdoen bij te drijven om de Z.O. Vorders de heele nagt, de wind O. topzeijl en bramzijls koelte en doodstil met betoogen lugt. | |
Vrijdag 26 do.Vrijdag 26 do. 's Morgens stil en de wind Westelijk, topzeijls koelte. Middag bevonden de Zr. Breete 34 gr. 13 m. De wind W. en W. ten Z. pijlden de West ∠ dewelke men op de Zondag den 14 dito Z.W. ten W. ¾ mijl buyten de wal, nu weederom in 't W.N.W. 1/2 4 mijlen van ons. Nademiddag de wind W.Z.W. en Z.W. bramzeijls koelte,Ga naar margenoot+ laagen af en aan de wal; met zonsondergang pijlden de voorn. ∠ N.W. ten N. 2 mijlen van ons, en 's nagts dood stil en klaare lugt. | |
[pagina 193]
| |
zonsopgang pijlde weer d' ∠ Nd N.W. wel zoo N. 1½ mijl van ons. In de voormiddag de wind O. en O. ten Z. bramzeijls koelte, middag pijlde weer om de ∠ in 't N.O. ten N. ½ O. 2½ mijl van ons, en bevonde Zr. Breete 34 gr. 11 m. Na de middag de wind O. en O. ten Z. bramzeijlskoelte, stuurden W. en W. ten Z. langs de wal, met zonsondergang pijlde een hooge spisse berg N.W. ½ N. 2 mijlen van de wal, lieten 't als doen drijven, met de steeven om de Z. De wind O. ten N. en stil en Z.W. en N.W. en N. labber lugje. Betoogen lugt. | |
Zondag 28 do.Zondag 28 do. 's Morgens stil. De wind O., labber lugje, stuurden W. en Z. langs de wal, middag pijlden de voornoemde berg N. ½ O. 2 mijlen van de wal. Diep 45 vaam waas en zand grond. Na de middag de wind O. ten N. bramzijls coelte; in 't 9e glas van dito wagt de wind N. en N.W., labber koelte en stil. De coers W.Z.W. langs de wal; met zonsondergang pijlden 't W. land W.Z.W. en de O. ∠ Nd. ten W. 4½ mijl van ons. Diep 43 vaam waasagtige grond, en vorders den heelen nagt de wind variabel. Bramzeijlscoelte en stilte met betoogen lugt. | |
Maart.
| |
Dingsdag 2 do.Dingsdag 2 do. 's Morgens de wind Z.W. labber koelte. Middag giste de gekoppelde coers in dit etmaal O.Z.O. 1½ mijl en de gegiste Zr. Breete 34 gr. 43 m. en konden geen hoogte bekomen, en wierpen ons loot op 60 vaam waasagtige grond. Nade middag de wind Z.O. ten Z., labbercoelte. Met zonsondergaan pijlden 't Westelijk laage land dat wij zien konde N.W. ten W. 5 mijlen van ons. De koers W.Z.W., diep 53 vaam. Vorders den heelen nagt de wind Z.O. ten Z. en Z.O. labber koelte, en stil betoogen lugt. | |
Woensdag 3 dito.Woensdag 3 dito. 's Morgens de wind O.Z.O. labber koelte, bevonden door een M.P. 11 gr. 57 m. Nd. Westering, en peijlde hetGa naar margenoot+ naaste land Nd. ½ West 3½ mijl van ons. Diep 52 vaam. Middag giste de coers in dat etmaal W.Z.W. 15 mijlen en de gegiste Zr. Breete 35 gr. 6 m. en de bevonde Zr. Breete 34 gr. 59 m., peijlde 't Ol. laage land in 't N.N.O. en 't Wl. hooge land in 't N.W. omtrent 5 mijlen | |
[pagina 194]
| |
Ga naar margenoot+ buijten de wal. Diep als vooren. Verleiden onze compassen van 13 gr. tot op 10 gr. beoosten de naald. Na de middag de wind O.; O. ten Z. Bramzijls koelte en de coers W.Z.W.; met zonsondergang pijlden de Westhoek N.N.W. ½ N. 5½ mijl van ons en bevonden doorGa naar margenoot+ een A.P. 11 gr. 38 m. Nd Westering; diep 52 vaam waasachtige grond. Vorders de heele nagt de wind O. ten O.Z.O. Labber coelte en stil betoogen lugt. | |
Donderdag 4 do.Donderdag 4 do. 's Morgens de wind Z., Z.Z.W. bramzeijls koelte; met vroegschaffen peijlde 't Wl. land N.W. ten W. ½ N. 5 mijlen buijten de wal. Diep 64 vaam, in de voormiddag de wind Z.Z.W.; Z.W. ten Z.; Z.W. ten W. Bramzeijls koelte en topzeijls dito. In 't 4e glas laagen over om de zuijd, hadden de diepte van 70 vaam graauw en waasagtig. Middag bevonde Zr. Breete van 35 gr. 1 m. en peylde de west ∠ N.W. ½ W. 6 mijlen van ons. Nademiddag de wind Z.W. en W.Z.W. stijve topzeijls koelte en bramzeijls dito. In 't 2e glas laagen om de W.N.W. Vorder den geheelen nagt de wind als vooren, met travaaten en reegen. | |
Vrijdag 5 do.Vrijdag 5 do. 's Morgens de wind Z. bramzeijls koelte, gooide met het loot, hadden de diepte van 84 vaam steekgrond, stelden de coers als doen N.W. aan. Middag peijlde de voorn. ∠ van gisteren N. ten W. 4 mijlen van ons. Diep 73 vaam steekgrond. De wind Z.Z.O. Labber lugje. Nademiddag de wind Z.O. labber koelte, en de koers N.W. ten N. 4 mijlen. Buijten de wal in de eerste wagt de wind N.O. ten O.; Z.O. ten O. en O.Z.O. bramzeijls koelte. De coers N.W. ten W. 4 mijlen en in de hondewagt de wind O.Z.O. ende coers N.W. Zaagen ook een zijl in 't N.O. ten O. van ons, dewelke met ons heenlag. | |
Zaturdag 6 do.Zaturdag 6 do. 's Morgens de wind als vooren, pijlden de O.Z. van bhay Vals N. ½ W. en de Tafelberg N.W. ten N. ½ N. 3½ mijl buijten de wal, ende coers N.W. ½ W. In de voormiddag de wind Z.O. Labber lugje en stil, middag de bevonde Zr. Breete van 34 gr. 34 m. en pijlde weeder de O. hoek N.N.O. ende Tafelberg N.N.W. ½ N. 2½ mijl buijten de wal. De wind Z.W. bramzijls coelte; voor de middag de coers W.N.W. uijt de wal, met zons ondergang pijlden de O. ∠ van de Houtbhay in 't N. en de West ∠ van de bhay Vals O.Z.O. wel zoo zuijdelijk, zijnde ¾ mijl buijten de wal, en bevonden door een A.P. 11 gr. 50 m.N. Westering; hadden de diepte van 43 vaam vuyl grond; in de eerste wagt de wind Z. labber lugje en donkere lugt, lieten 't drijven om de W. en in 't begin vande hondewagt de wind Z. en Z.W. labber lugje en stil. Stuurden weeder N.O. na de wal toe. | |
[pagina 195]
| |
Zondag 7 do.Zondag 7 do. 's Morgens de wind variabel en stil, met vroegschaffen pijlden de Leeuwekop N.O. ¾ mijl van de wal om de N.N.W. Des middags bevonden Zr. Breete van 34 gr. o m., hadden de kop van den Leeuw O. ten N. wel zoo Nd. 2 mijlen van ons of buyten de wal. Nade middag stil; met zonsondergang pijlden de kop van de Leeuw O. ten N. ende duyntjes O.N.O.; en de O. ∠ van de Houtbhay Z.O. ten O. 1½ myl van de wal; vorders den heelen nagt doodstil en mistig weer. | |
Maandag 8 do.Maandag 8 do. 's Morgens doodstil en mistig. In de voormiddag klaarde het weeder op. Middag pijlde de Leeuwekop en de Duijvelsberg overeen O.Z.O. Wel zoo Zd. en 't Robben eijland O.N.O. 2 mijlen buijten de wal. Stuurden O. aan en quaamen omtrent 5 uuren op de binnenreede ten anker, dankte God voor een behouden reijs, en vertuijden aanstonds; vonden alhier ter rheede leggen 13 thuijsvaarders, een Zeeuwze baar en 5 Engelse scheepen. Gecollationeert. Accordeert. In 't casteel de Goede Hoop den 21 Juny 1706. Poulle. Gesw. Clercq.
Door het stranden van de Bennebroek was er een aanleiding om weer een tocht naar de Oostkust te doen. Hier volgt het rapport der schipbreukelingen, de instructie voor de bemanning van de Postlooper en het reisjoernaal. |
|