Reizen in Zuid-Afrika in de Hollandse tijd. Deel II. Tochten naar het Noorden 1686-1806
(1916)–E.C. Godée Molsbergen– Auteursrecht onbekend[Pokkenepidemieën]Het aantal Hottentotten nam sterk af, èn door onderlinge oorlogen ènGa naar margenoot+ door besmettelike ziekten, zoals er bijvoorbeeld in 1665, 1672 en 1673 voorkwamen en vooral door de uit Europa ingevoerde pokken in 1713, toen op 6 Mei in het Dagregister kon worden vermeld dat de Hottentotten bijna uitgeroeid waren.Ga naar voetnoot4) De stammen, die het land dieper in vluchtten, werden door degenen, bij wie ze steun zochten, gedood. Behalve tijdens de oorlog met Gonnema en diens bondgenoten, kon men het met de kapiteins goed vinden: zo kreeg Kapitein Claas in de natte tijd van Goeverneur Bax van Herentals wat brandewijn en tabak ten geschenke, met verzoek wat vreemde dieren of planten te brengen, die Heren Bewindhebbers aan Prins Willem III wilden vereren.Ga naar voetnoot5) Het schijnt dat de kleur der Hottentottenkapiteins soms namen deed ontstaan als ChineesjeGa naar voetnoot6) en PortugeesGa naar voetnoot7); ook komen namen voor als KoekemanGa naar voetnoot8), Jan Pietersz., GrigoGa naar voetnoot9), Pieter PassagieGa naar voetnoot10), BootsmanGa naar voetnoot11), Chistoffel en CourasieGa naar voetnoot12). |
|