Reizen in Zuid-Afrika in de Hollandse tijd. Deel I. Tochten naar het Noorden 1652-1686
(1916)–E.C. Godée Molsbergen– Auteursrecht onbekend
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Instructie voor Jonas de la Guerre]Ga naar margenoot+ Men kan niet zeggen dat de gezaghebbers aan de Kaap spoedig ontmoedigd waren. Bij resolutie van 27 September 1663 werd besloten tot een nieuwe landtocht. Jonas de la Guerre zou de leiding hebben. Zijn instructieGa naar voetnoot1) begon met een duidelike uiteenzetting van het doel van de tocht: ‘Dewijle onse E.E. Heeren Regenten in het vaderlandt als noch hebben gelieven te verstaen dat wij jaerlijcx van hier met eenige vrijwillige lieffhebbers landwaert in te senden souden blijven continueren, om met hulpe van de ontdeckte Namaquas noch al voirder en eens tot aen de geruchte Riviere Vigiti-Magna te mogen comen, en aldaer te onderstaen off met die volckeren daer omtrent woonachtich eenige voordeel voor ons met handel te doen moght zijn’ werd De la Guerre gezonden. Zestien tochtgangers stonden onder zijn bevelGa naar voetnoot2). Een ‘beslagen hechte boerewagen met 8 stucks goede ploeghossen (die oock cunnen dragen)’ werd meegenomen, daar op de vorige tocht een wagen goede diensten had bewezen ‘wel twaalff dagen lanck’ op de uitreis. Een ‘tentje met al zijn toebehooren’ was ook bij de uitrusting. Veel werd verwacht van de voorlichting van Van Meerhoff en Dorhagen, ‘als zijnde beyde vijff jaren achter malkanderen op eygen versoeck (gelijck nu mede doen) tot alsulcke lanttochten gebruyckt geweest, waer door deselve nu over all soo wegh- en reyskundigh geworden zijn dat die Ul met God de voorste wijders wel haest tot onder 't hooge off steyle geberghte (omtrent twee uyren gaens aen dees zijde van de Oliphants Reviere gelegen) brengen sullen alwaer uw dan de wagen langer geen dienst meer sal kunnen doen’. Dan moest de wagen uitelkaar worden genomen en begraven, ook hard brood, dat op de terugreis kon dienen. ‘Maer dit begraven dient omsichtigh en bij nacht off andersints bedecktelijck te geschieden’, anders was er kans dat men ‘'t ledige nest’ vond. Indien de Namaqua weer hulp eisten tegen de Numakee moest De la Guerre ‘haer daer op minnelijck antwoorden en seggen dat van ons expres gelast zijt geen verbintenis noch oorlog met haer noch hare vijanden, veel min met eenige andere vreemde volckeren altoos aen te gaen’.... maar dat ge wel u ‘gaern als een scheytsman en middelaer sout willen laten gebruycken’ evenals geschied was tussen Namaqua en Cochoqua ten tijde van Kommandeur Van Riebeeck. Mochten de Namaqua, na geschenken ontvangen te hebben, het ‘soo billike voorstel van vreede belachen en verwer- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pen’ en verder trekken willen beletten, zoals ze het Cruythoff gedaan hadden, ‘soo meugt haer vrij op antwoorden dat sulcx niet vermoght noch oock gesint waert te doen, want bij aldien nu niet en volbrocht 't geen uw opgeleyt was dat alsdan de Sourie off Capitayn van de Caep genootsaeckt soude wesen toecomende jae selffs met veel Crijghsvolck en Ruyters (daerse uyttermaten bangh voor sijn) dese reys te hervatten.’ En ook mocht hun worden wijsgemaakt ‘dat 'et u altemael wanneer soo onverrichter sake weder t'huys quaemt 't leven costen souw’. Als eindelik toch tot aanval door de Namaqua werd overgegaan, ‘soo sal 'et alsdan eens tijt wesen dat wij doen 't geen ons de natuer gebiet, dat is gewelt met gewelt tegen te gaen’. Maar als het zonder vechten kon geschieden, achtte men dit wenseliker, en beter was het wat te verdragen ‘als terstont revengie te nemen, off met de wapenen redderingh daer onder te maken’. En liever had men dat ‘alle met gesonde leden onverrechter sake weder bij ons comt als dat.... doot geslagen wort en gesamentlijcq als honden tot spijze der vogelen en wilde dieren int velt leggen blijven most.’ Dan volgen instructies hoe de Numakee aan de rivier Vigiti Magna te behandelen en opdracht om, als het mogelik was, door te reizen naar de ‘Choboquas off Cobonas’, ‘een volck dat men seyt veel anders van aert en leven, oock veel civielder als al dit smeerige Hottentoos geslaght te wesen’. ‘Men hout daer voor dat dit volck bij off omtrent de goutrijcke Stadt Monomotapa woonachtigh zij, van waer de Portuguesen van Mozambique grooten rijckdom jaerlijcx.... becomen.’ Dan volgt de opdracht hoe tot de Chobonas te spreken. Pieter van Meerhoff ‘als die wel ter pen en oock eenighsints in de teyckenkunst ervaren is’ moest ‘behoorlijck daghregister ... houden, gelijck deselveoock alle dagen eer ghij uytgaet en des avonts eer ghij uw tot rust begeeft in alder tegenwoordigheyt de gewoone morgen en avontgebeden tot Godt sal hebben te doen, op dat ghij op al uw wegen desselfs Goddelijcke bijstandt erlangen en behouden meught.’ Stierf de leider onderweg, dan moest Van Meerhoff het commando overnemen; was ook deze dood, dan Dorhagen. Indien op de terugreis nog tabak of koper over was,Ga naar voetnoot1) kon men ‘empas- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sant de Chainouquas off de craalen van den verstorven oversten Sousoa’ aandoen om vee te ruilen. Binnen vier maanden moest de expeditie zijn afgelopen; dan kon met de retoervloot het resultaat nog worden gemeld ‘aan de Heeren Meesters in 't vaderlandt’. Jonas de la Guerre's tocht, voortreffelik voorbereid, bracht de Compag- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nie geen voordeel. De ‘lantreysers’ kwamen na veel lijden onverrichterzake bij het Fort terug, zooals hun ‘Journael’Ga naar voetnoot1) meedeelt. |
|