Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen(1686)–Hendrik Ghijsen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Lof-sang Simeonis. Luc. Cap. 2. vers. 29. &c. NU laat gy Heer uw knecht, Na 't woord, hem toe-gesegt, In vreede van hier scheide': Nu ik, met mijn gesicht, Gesien heb 't saalig licht, Waar naa mijn ziel verbeide. 2 Gy hebt uw saaligheid, Voor 't aangesigt, bereid, Van al de volk'ren Heere; Een licht het welk al-om Verlicht het heidendom, En Israël geeft eere. Vorige Volgende