Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen
(1686)–Hendrik Ghijsen– AuteursrechtvrijHendrik Ghijsen, Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen. Gerardus Borstius, Amsterdam 1686
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 12 K 16, scans van Early European Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen van Hendrik Ghijsen uit 1686. Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
fol. *4r: foutieve katernsignatuur *5 bij de paginanummering verbeterd in *4.
fol. F1r: ontbrekend strofenummer 5 toegevoegd
fol. G1r: on fermt → ontfermt: ‘Den ganschen dag ontfermt hy die hem klaagen’.
fol. I1v: wij e → wijse: ‘Want hy siet daagliks dat de wijse sterft’.
fol. L3v: vetaalen → betaalen: ‘Men zal gewillig u betaalen’.
fol. P1r: versmadde → versmaadde: ‘Verbolgen wierd, en Israël versmaadde’.
fol. P4r: vrooilk → vroolik: ‘Singt een vroolik lied’.
fol. O1r: sie. → siet.: ‘Wanneermen beek, noch put en siet’.
fol. Q6v: getrouwgheid → getrouwigheid: ‘ In mijn getrouwigheid en zal ik niet beswijken’.
fol. R3v: benauwtheist → benauwtheid: ‘ Uit sijn benauwtheid trek ik hem’.
fol. R4v: seergetrouw →seer getrouw: ‘'t Geen gy getuigt is seer getrouw, en sterk’, loos afbreekteken niet verwerkt.
fol. X1v: verstooit → verstrooit: ‘ En uit hun woeste plaats verstrooit’.
fol. Z2v: gegraaden → gegraaven: ‘Die hebben putten voor mijn ziel gegraaven’.
fol. Cc2v: II → Ik: ‘Ik roep u aan, wil Heer, my hooren’.
fol. Cc6v: d → de: ‘En d’eere van de groote heerlikheeden’.
fol. Dd1v: dan → van: ‘Als men schier van honger smacht’.
fol. Ee1r: Esu → Iesu: ‘Uitbreidinge des Gebeds, onzes Heeren Iesu Christi’.
fol. Ee1v: krach → kracht: ‘In kracht is niemand u gelijk’.
fol. Ee5v: volkonelick → volkomelick: ‘Godt wil dat sijne gerechtigheyt genoeg geschiede, daerom moeten wy der selven of door ons selven, of door eenen anderen volkomelick betalen’.
fol. Ee6r: 12 → 22: ‘22 Vra. Wat is dan een Christen noodigh te gelooven?’.
fol. Ff2v: gelooge → geloove: ‘het is onmogelick, dat soo wie Christo door een waerachtigh geloove ingeplant is, niet en soude voortbrengen vruchten der danckbaerheyt’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (*1v) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
Den
Hoonig-Raat
der
Psalm-Dichten
door H.G.
T'AMSTERDAM By Gerardus Borstius
Met privilegie 1686.
[fol. *2r]
Den Hoonig-raat der
Psalm-dichten
Ofte
Davids Psalmen
Met d'andere Lof-sangen,
Gestelt op Sangmaate en Afdeelingen, in de Nederlandsche Kerken gebruikelyk, en vergaadert uit de seventien berijmde Psalm-boeken
Van
P: Dathenus. Ph: de Marnix. A: de Hubert. D: Camphuisen. H: Geldorpius. J: Revius. C: Boey. Ch: van Heule. J: Westerbaan. H: Bruno. J: Clercquius. H: Celosse. D: van Disselburg. J: Six. S: van Huls, J: Oudaan. en J: Roldanus.
Door
Hendrik Ghysen.
Geheel op nooten, en op een sleutel gestelt, naukeurig gecorrigeert, en van fouten gesuivert.
[vignet]
t'AMSTERDAM.
By Gerardus Borstius Boekverkooper aan den Dam op de hoek van den Nieuwen-dijk 1686.
Met Privilegie.