Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen(1686)–Hendrik Ghijsen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Cxliij. Psalm. O Heer, wil mijn gebed verhooren, Neig tot mijn diep gesmeek uw ooren: Verhoor my, geef mijn ziel bescheid. Stel uwe waarheid u te vooren, Laat blijken uw gerechtigheid. 2 Gaat met uw knecht niet in 't gerichte, Na 't groot getal, en swaar gewigte Van sijne sonden die hy heeft; Want niemand voor uw aangesigte Zou dan rechtvaardig zijn die leeft. 3 De Vyand is my op de hiele, Dat hy vervolge mijne ziele, Vertreed mijn leeven plat ter aard', Dat ik in duisternissen viele, Als dooden lang tot stof vergaart. 4 Dies is mijn moed van my geweeken, Mijn hert verbaast, mijn kracht besweeken, Mijn geest is in my oover-stelpt, Want my geen uitkomst is gebleeken, Ook isser geen, zo gy niet helpt. 5 Doch ik gedenk, om my te sterken, Aan daagen van al-oude merken, En ooverleg wat gy al deed, Ik spreek van uwer handen werken, Steeds by my selfs, al wat ik weet. 6 Ik breide 't uwaards uit mijn handen; Het geen my doet de ziel ontbranden, Die [Folio Cc4v] [fol. Cc4v] sich voor u daar heene stort, Daars', als de grond der dorre landen, Naar uwen troost begeerig word. Pause. 7 Zo laat my haast uw antwoord blijken, Want, Heer, mijn geest is aan 't beswijken, Verberg my doch uw aansigt niet, Want anders zou ik dien gelijken, Die kuilwaards daalen van verdriet. 8 Uw goedheid koome my te vooren, Dat ik die 's morgens vroeg mag hooren, Want ik betrouw op uw genaa; Maak my bekent de rechte spooren, Wat weegen dat ik veiligst gaa. 9 Ik heb mijn ziel tot u verheeven, Ach red my, die nu om moet sweeven, O Heer, van mijne we'er-party: Ik schuil by u, behou mijn leeven; Ei strek uw vleugels oover my. 10 Leer my na uwen wil my draagen, Op dat ik doe uw wel-behaagen, Gy zijt mijn God, mijn onderstant: Uw goede Geest laat all mijn daagen My leiden in een effen land. 11 Doe, Heer, op nieuw my weeder leeven, Om uwen naam meer eer te geeven: Voer uit mijn ziel, die u verbeid, Laat haar benautheid zijn verdreeven, Alleen om uw gerechtigheid. 12 Roei uit die my zo hard [Folio Cc5r] [fol. Cc5r] bestreeden, Om uwe goedertierenheeden: Breng om, het volk dat my bevecht, Al die mijn ziel veel angst aan deeden, Want ik ben uw getrouwe knecht. Vorige Volgende