Poëzie en proza
(2002)–Guido Gezelle– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 313]
| |
Allenthenenaant.5Niets en is er beter, voor eenen liefhebber van onze oude vlaamsche land-6tale, als werk en deel nemen in het verhandelen en te nutte brengen van zoo 7beschreven zoo gedrukt oud papier. 8Oude boeken en oud papier is eene lastige en veel plaats beslaande zol-9dervullinge, en zeer zorgelijk bovendien, om redenswille van schâvier- en 10brandgevaar. 11Wel, zoo zaan als de menschen geware worden dat zij ievers, om een 12kleen geld of anderszins, hunne oude boeken en versleten papieren kunnen 13kwijt geraken, zoo hebt gij al haast uwe handen en uw huis vol; zijt gij nu 14eenigszins liefhebber en hebt gij een paar liefhebbers oogen, gij ziet allichte 15of er in den hoop iets het sparen weerd is; gij zendt den overschot naar de 16papiermeulens, en gij maakt kennesse, op uw gemak, met den schat dien gij 17ontdekt hebt. 18't Is alzoo dat ik onlangs uit eenen hoop ouden brol, die mij t'huis 19gebracht wierd, eene vodde gewezen wit pergament gevischt hebbe waarin, 20half ontnaaid, een schoon 12o boekske zat van 432 bladzijden, dragende 21ten voorhoofde hetgene hier volgt: 22Ondervvijs der Godvruchtiger Siele tot het innich Ghebedt, Begrij-23pende de Meditatien welcke leyden tot het suyverende, verlichtende ende 24vereenigende leven, Midtsgaders de bysonderste Daden der H. Maget, met 25eenighe bereydinghe tot het H. Sacrament des Avtaers. Ghemaeckt door 26P. Thomas Villacastin, Ende uyt het Francois in onse sprake vertaelt door 27P. Iacobus SVSIVS, beyde Priesters der Societeyt Jesv. 28VVaeckt en bidt met vlyt. 29Ghy vveet uyr noch tyt. 30Tot Loven, By Henrick van Hastens. 1625. Met Privilegie. 31Pastor De Bo kout van eenen Surius, waar hij de woorden uitgezant 32heeft die hem aanstonden, voor zijnen grooten woordenleesboek, hier 33hebbe ik nu eenen Susius bij de pele, of bij het pergament, en eivol zit hij 34schoonder talen, spraken ende woorden. 35Maar, wat baat het dat die oude woorden zoo eigen en zoo schoon zijn; 36wat baat het dat ze Pastor De Bo in zijnen Idioticon steekt of ik in mijnen 37woordentas, alwaar ze, pas ontdolven, wederom begraven, verwaarloosd 38en vergeten geraken? 39Wat baat het? Of hoe dat gedaan om van sommige onder die schoone 40oude woorden weer gangbare spreek- en schrijfmunte te maken? 41Eenen keer getast, met een stuk of twee! | |
[pagina 314]
| |
1Op bladzijde 83 van mijnen Susius staat er, weglatens de oude spellinge, 2als volgt: 3‘Gemerkt dat deze opperste Rechter macht ende heerschappije op alle 4gewesten ende plaatsen heeft, zoo oordeelt hij ook allenthenen daar hij wilt, 5opdat...’ enz. 6Allenthenen en heb ik nog nooit tegengekomen: de zin geeft uit dat 7allenthenen moet overal beteekenen, maar wat zou er Kiliaan van zeggen? 8De Bo heeft eenen allentom maar geenen allenthenen. 9Horkt naar Kiliaan, Van Hasselts uitgave, eerste deel, bladzijde 19: 10‘Allenthalven, allenthenen.j. allerweghe. Ubique.’ zegt hij. 11Zoo Allenthenen is een edel, wijd en breed strekkend woord, dat, wie 12weet, gelijk zoo veel andere misschien nog wel ievers gesproken wordt en 13dat ubique, undequaque, overal te zeggen is. 14Wat een treffelijk rijm en ware dat ook niet, om te slaan op verschenen, 15verdwenen en diergelijke, waarmeê de dichters altemets in 't nauwe ge-16bracht, of integendeel tot schoone gedachten gevoerd worden! 17Waarom het niet eens gewaagd, beginnende met het woord en latende, 18zoo 't lukt, de stoffe van 's zelfs achter komen, 't een zal 't andere helpen. 19Zoo dus... 20 Overal en allenthenen,
waar de snelle wagenschenen
loopen van het stoomgerid
gaan de vierige asemjachten
25[regelnummer]
van de ontgloeide waterkrachten
vergen dat men God aanbidd';
immers, Hij is 't die den tijd en
die de ruimt' heeft uit doen wijden;
Hij die beider pale en perk
30[regelnummer]
houdt genaderd en gebonden
in de diepheid zonder gronden
van 't verstandig menschenwerk.
34Daar zijn al twaalf rijmreken en, hebben ze eenige weerde, ze zijn 't ver-35schuldigd aan het schoon oud woord waarmeê zij beginnen; stoffe en al, 't is 36uit een enkel woord gesproten, dat herleven moge en, met de schoone oude 37vlaamsche tale, dicht en dichter overleven. Amen. |
|