Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Brevier Gouden vat vol edeler reuken als daar uit den Oosten ooit in paleis of kerkebeuken wierd in 't rookend vier gestrooid boek vol altijd nieuwe lessen of gij nog zoo oud al waart .......... geheemenessen duizend jaar bijeengespaard edele zalve van mijn herte sprankel die mijn ziele ontvlamt troost in lijden troost in smerte maat en makker mij zoo lief vriend en meester al te saam. Bid- en meditatieboek overvol poësievlammen zaad van mijn begeestering Dichten van der dichtren vader [pagina 743] [p. 743] Bron van tranen en geween Speeltuig met gewijde snaren wijn met zeem en melk gemengeld wijn met myrrhe en gal daarin Leven van mijn Heere en Schepper Leven van Zijn kinderen al Gij gedachtenis van de dagen waar de groote wonderheid ik moet op mijn schouderen dragen zalige boete van mijn zond Weest gegroet o mijn Brevier Beeld van alderlei coleuren Blombed altijd vol gebloeid Moedontwekker leedversmachter Leer- en wijs- en wetendheid Overvol van stroomend water Groeve vol van edelsteenen Nooit noch uit- noch doorgegraafd Wijzer van 't geducht nadezen Leidster van 't gevaarlijk hier Dierder dan elk dierbaar wezen Weest gegroet o mijn Brevier! 1858(?) Vorige Volgende