Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende De vijfde stonde Simoen van Cyrenen De vrienden ons Heeren: Simoen, van Cyrenen, nooit en zal 't verdwenen, nooit en zal 't verloren gaan, 't geen gij hebt om God gedaan. Simoen, van Cyrenen, Jesus is verschenen: 't eigen volk en kent Hem niet: vreemdeling, gij, hulp' Hem biedt! Simoen, van Cyrenen, op de scherpe schenen stoot hij, van de rotsen, aan: Simoen, wilt hem bij gaan staan! Simoen, van Cyrenen dragende gaan wij henen, 't galgenhout met u; en Hem volgen wij, dóór Jerusalem. Vorige Volgende