Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 450] [p. 450] Rijmram Daar viel mij in 't gedacht entwat, dat, al te onveerdig opgevat, verloren liep; en, mondgemeens, en zal 't noch ik, noch iemand eens genieten. Het deert mij danig! Ei! 't en doet: en heel en is en al, voor goed, dat ongedicht gedachtje, dat was al te onveerdig opgevat, te nieten. Het leeft entwaar entwat dervan, dat visschende ik nog vangen kan, wellicht; en, eens in 't net, wie is 't, genaan! die mij den visch ontvischt, en 't garen? Mij rijmvast en, van stonden aan, zal 't stijf en sterk in staven staan, nu, mondgemeen, het onverwacht gedacht gedicht, gedicht gedacht, nog jaren. 9-10-1896. Vorige Volgende