Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 440] [p. 440] Roozenmond o Schoone roozenmond, en buiten alle grenzen van lieflijkheid, die, eerst ontloken, op mij lacht, uw leven is te broos en moet, och arme, slenzen eer morgen hier is. Op! herleeft in mijn gedacht! Daar zult ge, vrij en blij, van verwen onbedorven, weérspiegeld in den grond van mijn geheugen staan, en leven: zij uw' stam, uw' wortel, al, gestorven; zij de ongestuime wind gaan spelen met uw' blaân! April 1878-1896(?). Vorige Volgende