Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 394] [p. 394] Sobrii estote ... Gebroeders, niet in overdaad en mest u, noch de volle maat, die 't lijf begeert, en staat u toe; zijt wilzaam en nooit wakens moe. De vijand, uw' verderfenis betrachtende, op zijn' ronden is; den rauwgetaalden leeuw geslacht hij, zoekend daar hij vee verwacht, en vangste, die hij vreten zal: weêrstaat hem, in 't Geloove, pal. Terwijl o God, Gij, milde en goed, bermhertigheid ons hopen doet; en dat wij U begroeten, Heer, vol dankbaarheid, nog dezen keer! 18-10-1895. Vorige Volgende