Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 380] [p. 380] Het jonge jaar Wie is 't, dat blijde en blondgehaard verschijnsel, dat, in 't groen getooid, met lichten terd voorbij mij vaart en looveren langs de lanen strooit? Wie helpt er 't lieve lentekruid, dat wegzit en verdoken al, ten boomgaarde en ter gersvodde uit, op 't hooge veld, in 't leege dal? Wie is 't, die uit den akker haalt 't gepriemel van den koorenaar, die wakker wordt en zegepraalt? Wie is 't? Wie is 't? Het jonge jaar. 6-1-897. Vorige Volgende