Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ['t Is de eerste keer, niet waar, dat onder] 't Is de eerste keer, niet waar, dat onder uw' hand, eerweerde vriend, het wonder geschiedt, en de geheimenis, waarin God tegenwoordig is! 't Is de eerste keer dat God, bewogen door 't woord van u, heeft neêrgebogen, en, naderend, tot Zijn schepsel, kwam en, priester, wierd uw offerlam! [pagina 292] [p. 292] 't Is de eerste keer, dat ge in uw' handen, Maria's kind genaakt; verstanden van Engelen en verstaan dat niet; en, gij, gij spreekt, en 't is geschied! 't Is de eerste keer, en, nog in 't leven, daar staat ge, die hebt God, zoo even gezien, genaakt, genut, ontvaân, en de Engelen zie 'k rondom u staan! 't Is de eerste keer, dat 't mij zoo diepe in 't herte valt: 't was of ik sliepe en eertijds niet en wist noch dacht wat dat het is, de priestermacht! 't Is de eerste keer, o vriend, dat, u beminnend, 'k gevoel bij mijne liefde, een ander iets beginnend: ontschuldigt mij: 'k val op mijn knien, en 'k bidde om uwen zegen, zoo 'k die gunst verdien! 1871 Vorige Volgende