Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ['t Is leên vijfhonderd jaren] 't Is leên vijfhonderd jaren, Gent, Kortrijk, Brugge weet, en Iper, hoe wij waren in boei en band gekneed. o Leeuw der gulden spooren, vervaarlijk is 't geweld dat kettert in onze ooren, te Groeninghe op het veld! Komt dapper, al die 't hooren, komt dapper toegesneld! Hoe niemand om het leven, verbitterd, meer en gaf; hoe, tenden raad gedreven, elk langde naar het graf. o Leeuw ... [pagina 175] [p. 175] Geen vrede, geen betrouwen, geen liefde, geen verzet, bij mannen en bij vrouwen: geen veiligheid, geen wet. o Leeuw ... De landbouw ligt vergeten, de schure zonder graan; de dieren zonder eten, geroofd en weggedaan. o Leeuw ... Met beezmen zal men vagen de Vlaamsche velden plat; en 't vier de deure injagen van 's klauwaarts hoeve en stad. o Leeuw ... ‘Men moest die Vlaamsche zeugen,’ zoo sprak een' koningin, ‘den moordpriem leeren meugen, met al hun huisgezin.’ o Leeuw ... Geen Priester zal 't verzoeten, geen kloostermaagd: 't geweld, wilt vóór zijn' wreede voeten den Vlaming neêrgeveld. o Leeuw ... Wie zou 't nog langer dragen, te veel is eens te veel: mag elk geen' weerstand wagen, eer 't mes bijt in de keel? o Leeuw ... [pagina 176] [p. 176] Staat op dan, vrije mannen, de vuist omhelze 't staal: vereend en saamgespannen: wordt leeuwen altemaal! o Leeuw ... Staat op en, God gebeden, dien 's vijands mond verzaakt: staat op, en fel gestreden, om God, die met ons waakt. o Leeuw ... Zij vochten en zij wonnen, te Groeninghe, op het veld; ziet wat wij mannen konnen, als 't dood of vrij zijn geldt! o Leeuw ... Zij liepen spooren rapen, achthonderd in 't getal ...! De vijand is gaan slapen: wee, die hem wekken zal! o Leeuw ... 31-6-1890 Vorige Volgende