Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] [Het dondert tot onder de voeten mij, 't dreunt] Vox populi vox Dei. Het dondert tot onder de voeten mij, 't dreunt tot boven des hemels gewelven: waarheen mij geborgen, waarop mij gesteund, waar vliede ik, waar vluchte ik mij zelven? Ik dole en 'k en weet niet ... ik vreeze ... wat is 't, dat schielijk in mij kwam bederven 't gevoel en 't bewustzijn? Is 't waar of gemist: is 't dood zijn? Is 't leven of sterven, dat zoo mij bevangt, mij den asem ontneemt, mijn herte en mijn bloed doet ontkeeren? Wat is het? Het wordt mij zoo bange en zoo vreemd? De stemme is 't, de har-op! des Heeren! 1893(?) Vorige Volgende